Ina van Zyl, winnaar prijs voor portretkunst: ‘Ik schilder geen schaamte’

Kunstenaar Ina van Zyl: „Als ik mensen schilder, probeer ik ze zo objectief mogelijk te schilderen.”


Foto Roger Cremers

Interview

Schilderkunst Ina van Zyl schildert gezichten, lichaamsdelen, bloemen en ravijnen in duistere tinten. Ze krijgt deze woensdag de Thérèse Schwartze Prijs voor portretkunst. „Vagina’s kunnen ook individuen zijn.”

Nooit staan haar onderwerpen in het volle licht. Als Ina van Zyl (1971) de bloesemachtige blaadjes van een anjer schildert, zijn de schaduwen grijsgroen en auberginepaars, zelfs de lichte partijen worden niet helderder dan het grauwe geel van korstmossen. Toch wekt de bloem de suggestie bijna wit te zijn. Het bloemschilderij heet trouwens Little orgasm, over suggestie gesproken.

Ina van Zyl, een Zuid-Afrikaanse schilder die sinds de jaren negentig in Nederland woont en werkt, krijgt deze woensdag een prijs voor portretkunst. De Thérèse van Duyl-Schwartze Stichting, die de prijs uitreikt, roemt haar werk vanwege de „zinderende intensiteit” en de „bijna theatrale isolatie” van haar onderwerpen. Portretten zijn slechts een deel van haar repertoire. Evenzo schildert ze zaden, tenen in sandalen, penissen, ravijnen en moorkoppen.

Ik ben gek op neuzen schilderen. Een neus is een soort berg

Haar atelier, verstopt in het toeristische hart van Amsterdam, voelt als een schuilplaats. Door de witte sluiers voor de ramen valt getemperd daglicht. Aan de muur hangt haar nieuwste werk. Een stukje touw, een tak met zaden, een vagina. En portretten. Het gezicht van een vrouw in oranjegele en blauwgrijze tinten, nauw ingekaderd, moet nog drogen. Van Zyl praat staand, tastend en denkend, waarbij ze zichzelf soms lijkt te verrassen.

Ina van Zyl, Self-Portrait With Downcast Eyes, 2007 (Olieverf op linnen, 75 x 55 cm, collectie Kunstmuseum Den Haag). Foto Arjan Benning / Galerie Onrust Amsterdam

Je wint een prijs voor portretkunst. Beschouw je je andere werk – stillevens, landschappen – ook als portretten?

„Ja. Bijvoorbeeld deze planten. En ik heb ooit een heel aantal vagina’s gemaakt: die kunnen individuen zijn, maar ook landschappen. De klassieke genres van portret, landschap en stilleven lopen voor mij door elkaar. Ik vind een gezicht ook een landschap. Ik ben gek op neuzen schilderen. Een neus is een soort berg. Iemand zei me ooit: ‘jouw objecten lijken mensen, en jouw mensen lijken objecten’. Inderdaad. Ik weet niet hoe dat komt, maar als ik mensen schilder, probeer ik ze zo objectief mogelijk te schilderen.”

Elke kunstenaar moet toch een interpretatie geven van wat zij ziet? Kan dat objectief zijn?

„Ik denk dat wat ik bedoel is: om een zelfstandig, sterk kunstwerk te maken, moet ik afstand ontwikkelen tot mijn onderwerp. Stel, ik schilder een vriendin. Dan moet ik mijn gevoelens en ideeën over haar loslaten. Anders wordt het sentimenteel.

„Ik kies mijn onderwerpen – of het nou planten zijn of vagina’s – om wat ze bij mij teweegbrengen: meestal een combinatie van positieve en negatieve gevoelens. Maar als ik ga schilderen, speelt dat totaal geen rol meer.”

Ina van Zyl, Piece Of String, 2022 (olieverf op linnen, 50 X 30 cm) en Darling Buds, 2015 (Olieverf op linnen, 60 x 40 cm, Collectie Dordrechts Museum).
Foto’s Peter Cox / Galerie Onrust Amsterdam

Het lijkt me een moeilijk proces, zeker bij mensen met wie je een band voelt.

„Dat loslaten gebeurt automatisch, dat heb ik geleerd, maar om daar vervolgens een beeld van te maken, dat is heel moeilijk. Ik probeer het heel objectief te bekijken. Hoe valt dat licht op dat plooitje, wat is het donkerste deel? Is het in balans? Ik speel dat ik een bioloog ben, of zo.”

Ze lacht. „Als ik geen kunstenaar zou zijn, denk ik dat ik bioloog was geworden. Een plantkundige. Alles wat groeit, wat door die stengels omhoog gaat en naar beneden… Dat fascineert me. Door te kijken creëer ik dat afstandelijke wat ik objectief noem.”

Er wordt over je geschreven dat je werk vaak over schaamte gaat. Maar hier, die zaden, die vagina… gaat dat over schaamte?

„Dat is een heikele kwestie. Ik denk dat mijn meest fundamentele drijfveer om kunst te maken, schaamte is. Dat heb ik ooit gezegd. Maar dat betekent niet dat mijn werk over schaamte gáát, en toch schrijven mensen dat steeds. Dat is heel irritant. Ik schilder geen schaamte. Mijn werk gaat over mijn relatie tot dat wat ik schilder, en mijn relatie wordt gevormd door mijn geschiedenis. Ik ben opgegroeid in Zuid-Afrika onder apartheid en dat heeft mij zo… gevormd op een negatieve manier. Het was zo’n verschrikkelijk systeem.

Ina van Zyl, Portrait Of My Mother, 2017 (Olieverf op linnen, 65 x 55 cm) Foto Peter Cox / Galerie Onrust Amsterdam

„Ik woonde op een boerderij in de bergen. Ik maakte vroeger strips over het dagelijks leven, en de ongelijkheid. Ik tekende de gesprekken die ik thuis voerde met de huishulp. Ik was een rijk wit meisje, en zij had geen toekomst behalve huishulp te zijn. De schaamte van toen… ik kan er bijna niet aan ontsnappen. De schaamte die ik ervoer om blank te zijn in Zuid-Afrika, dat is voor mij de motor om kunst te maken.”

Toch vind ik het moeilijk te zien hoe dat doorwerkt in je kunst. Zoals de penissen die je in detail schildert: dat heeft juist iets schaamteloos.

„Ja, ik schilder die penissen niet omdat ik me daarvoor schaam. De kiem om dat te maken is een soort afkeer, afgrijzen, schaamte, agressie… Maar ook een combinatie van kwetsbaarheid en kracht.” In een catalogus laat Van Zyl een schilderij zien dat ze maakte van een zwarte, erecte eikel. „Een penis draagt geweld in zich, maar hij is ook kwetsbaar, het is een ding dat leven voortbrengt – dat geldt ook voor die vagina’s. Er zit een kracht in die positief en negatief aangewend kan worden. Kijk, er zitten ook mooie warme kleuren in deze penis, er zit ook iets schoons in.”

Ze is even stil. „Ik vertel al deze verhalen wel, maar ik wil beklemtonen: mijn werk komt voort uit kijken. Kijk, hier heb ik een lelie geschilderd. Ik was in de Albert Heijn en die lelie lag op de grond, duidelijk afgebroken van een boeket. Ik tilde de bloem op en ging hem schilderen. Ik zag het toevallig. Dat is toch ook weer een vagina? Of een penis? Het maakt allerlei dingen bij me los.”

De uitreiking van de Thérèse Schwartze Prijs vindt plaats op 23/11 om 17.00 uur op kunstbeurs PAN Amsterdam. Info: Thereseschwartzestichting.net

Lees verder…….