In Vilnius en Bakoe wordt Gorbatsjov niet geëerd

Voormalige Sovjet-republieken In Litouwen, Georgië en Azerbeidzjan is Gorbatsjov niet de man die de Koude oorlog beëindigde. Daar is hij de man die de roep om vrijheid met geweld beantwoordde.

Op 23 augustus 1989 vormden twee miljoen mensen in Estland, Letland en Litouwen een menselijke keten om te demonstreren voor onafhankelijkheid.
Op 23 augustus 1989 vormden twee miljoen mensen in Estland, Letland en Litouwen een menselijke keten om te demonstreren voor onafhankelijkheid.

Foto Rimantas Lazdynas

Twee soorten reacties werden deze week belicht na het overlijden van Michail Gorbatsjov. Geprezen in het Westen omdat hij een einde maakte aan de Koude Oorlog en het communisme een menselijk gezicht gaf. Verguisd in Rusland omdat hij de Sovjet-Unie liet instorten en de chaos van de jaren negentig in Rusland inluidde.

Een derde variant kwam minder aan bod: gehaat in voormalige Sovjet-republieken omdat hij de roep om vrijheid en onafhankelijkheid in die landen met geweld trachtte te onderdrukken. Alleen al binnen de Europese Unie opende zich een diepe kloof in waardering voor de laatste leider van de Sovjet-Unie.

Een duidelijk voorbeeld is de boodschap die de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken, Gabrielius Landsbergis, woensdag op Twitter plaatste. „Litouwers zullen Gorbatsjov niet eren. We zullen nooit vergeten dat zijn leger burgers vermoordde om de bezetting van ons land door zijn regime te verlengen. Zijn soldaten schoten op onze ongewapende demonstranten en verpletterden hen onder zijn tanks. Dat is hoe we ons hem zullen herinneren.”

Landsbergis verwijst naar de ‘Januari-gebeurtenissen’ in 1991. Het dieptepunt was de bestorming door Sovjet-soldaten van de tv-toren in Vilnius op 13 januari, wat in Litouwen ook bekendstaat als Bloody Sunday. Veertien demonstranten kwamen om het leven. Op 11 maart 1990 had Litouwen zich onafhankelijk verklaard, als eerste van de vijftien Sovjet-republieken. Vytautas Landsbergis, grootvader van de huidige minister en de eerste president na de onafhankelijkheid, speelde daarbij een sleutelrol.

In Litouwen is het geweld niet vergeten. In de tv-toren hangen portretten van de slachtoffers, 13 januari is de Dag van de Verdedigers van Vrijheid. Begin dit jaar begonnen nabestaanden van vier slachtoffers een civiele zaak tegen Gorbatsjov. Als opperbevelhebber van het leger was hij verantwoordelijk, aldus de dagvaarding. „Twee dagen van ingrijpen door het Sovjet-leger waren niet mogelijk zonder toestemming van Gorbatjsov”, zei Robertas Povilaitis, zoon van een slachtoffer, in een verklaring bij het begin van de zaak.

Neergeslagen protest

Ook in andere vroegere Sovjet-republieken ziet men Gorbatsjov primair als de man die zijn uiteenvallende rijk krampachtig bijeen probeerde te houden. Hij was in dit perspectief verantwoordelijk voor de stuiptrekkingen van een stervende moloch. Terwijl de satellietstaten in Oost-Europa hun vrijheid herwonnen en Duitsland werd herenigd, werd protest aan de randen van Rusland neergeslagen. Als Gorbatsjov daar niet de opdracht toe gaf, heeft hij het in elk geval niet voorkomen, is de overtuiging.


Lees ook deze necrologie van Gorbatsjov

Kazachstan had in december 1986 de primeur van zo’n Sovjet-interventie, met naar schatting 200 doden als gevolg. In april 1989 vielen 21 doden door bruut legeroptreden in de Georgische hoofdstad Tbilisi. In Azerbeidzjan staat 20 januari 1990 bekend als Zwarte Januari; een invasie van 26.000 Sovjet-soldaten leidde tot circa 150 dode burgers.

Isa Gambar (65) was erbij, op 20 januari in Bakoe. De politicus uit Azerbeidzjan was destijds nauw betrokken bij de onafhankelijkheidsbeweging, was daarna kortstondig president en parlementsvoorzitter en is nu een belangrijke stem van de oppositie. Gambar: „Gorbatsjov was opdrachtgever van het militaire ingrijpen, daar ben ik zeker van. Ik heb destijds het decreet gezien waarin hij de noodtoestand afkondigde.”

Het drama in Bakoe heeft een grote bijdrage geleverd aan het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, denkt Gambar. „Na die dag was het volstrekt duidelijk dat Azerbeidzjan geen deel meer kon uitmaken van de Sovjet-Unie. Maar andere landen zagen het ook, het was de doodsteek. Hoe meer repressie, hoe sterker de wil om onafhankelijk te zijn.”

Gorbatsjov heeft in een toespraak in 1995 zijn spijt uitgesproken over ‘Zwarte Januari’: „Het verkondigen van de noodtoestand in Bakoe en het inzetten van het leger was de grootste fout van mijn politieke leven.”

Direct na het ingrijpen in Vilnius in januari 1991 volgde buurland Letland, waar tijdens ‘De Barricaden’ zes doden vielen. In Oekraïne spelen andere redenen om niet te rouwen om Gorbatsjov. Hij verzweeg de kernramp in Tsjernobyl in april 1986 en liet de 1-mei-parades doorgaan, ondanks stralingsgevaar. Daarnaast steunde hij de Russische annexatie van de Krim in 2014.

Verdeeldheid in Europa

Toomas Hendrik Ilves, oud-president van Estland, constateerde deze week dat het sentiment over Gorbatsjov in voormalige Sovjet-republieken wordt genegeerd. Hij twitterde cynisch: „Wij Oost-Europeanen doen er niet toe, onze tragedies zijn niet relevant.”

Toont het verschil in waardering voor Gorbatsjov, met West-Europa aan de ene kant en de Baltische landen en de Kaukaus aan de andere kant, de verdeeldheid in Europa? Verklaart dit mede waarom de Baltische landen nu vanwege de oorlog in Oekraïne verder willen gaan met maatregelen tegen Rusland dan West-Europese landen?

Politiek analist Kadri Liik, onderzoeker bij denktank European Council on Foreign Relations, wil er niet aan. „Dit zegt niets over Europese verdeeldheid of de Europese identiteit. Je moet geen verbanden zoeken waar ze niet zijn. Verschillende landen hebben verschillende ervaringen met de Sovjet-Unie, dat is het. De Baltische landen vrezen dat ze na Oekraïne aan de beurt zijn, dat verklaart hun harde opstelling.”

Liik sluit niet uit dat Balten de komende jaren positiever gaan oordelen over Gorbatsjov. „Anders dan Poetin zette hij het geweld niet door. Zijn instinct was liberaal.” Dat haar vaderland Estland ontsnapte aan gewelddadige onderdrukking van protest heeft volgens Liik geen duidelijke reden. „Waarom dat niet gebeurde, moeten historici uitzoeken in Sovjet-archieven.”


Bekijk ook deze fotoserie over Gorbatsjov

Dat Gorbatsjov minder gewelddadig optrad dan zijn voorgangers en opvolgers, wordt als een verdienste gezien. Jeltsin en Poetin gingen veel verder met militair ingrijpen, bijvoorbeeld in Tsjetsjenië. Ter verdediging wordt ook aangevoerd dat lokale leiders het ingrijpen initieerden (Tbilisi) of dat Gorbatsjov werd misleid door zijn ministers (in Vilnius).

David Batasjvili, onderzoeker bij de Georgische denktank Rondeli Foundation, vindt zulke relativeringen van Gorbatsjovs betrokkenheid onterecht. „Als staatshoofd was hij verantwoordelijk voor acties van het Sovjet-leger. Omdat vergelijkbare misdaden in verschillende Sovjet-staten in dezelfde periode werden gepleegd, is er sprake van een gedragspatroon dat het uiteenvallen van het rijk moest voorkomen.”

Volgens Batasjvili hebben de „West-Europese elites” niet alleen het agressieve imperialisme van Poetin te lang ontkend. „De houding tegenover Gorbatsjov is vergelijkbaar. Ondanks systematisch bloedvergieten in Oost-Europa nam West-Europa het Russische imperialisme niet serieus.”

En dan die grootste verdienste van Gorbatsjov in West-Europese ogen, het beëindigen van de Koude Oorlog. Dat ziet men in de voormalige Sovjet-republieken ook anders, bleek deze week uit commentaar op sociale media: het is de verdienste van de bevolking. Batasjvili sluit zich daarbij aan. „De Koude Oorlog eindigde niet vanwege Gorbatsjovs goede bedoelingen maar vanwege zijn falen als imperiale leider.” In Vilnius, Bakoe en Tbilisi wordt nog jaarlijks gevierd dat de bevolking in opstand kwam tegen de grote buurman. Ze kregen geen vrijheid, ze dwongen het af.


Lees ook deze reportage over reacties in Moskou na overlijden Gorbatsjov

Lees verder…….