In Loetsk heeft de burgemeester een geladen pistool en een kalasjnikov

 

Lokale bataljons Hoe bereiden Oekraïense provinciesteden zich voor operation de oorlog? In het noordwestelijke Loetsk leiden een bewapende burgemeester en een strijdlustige hoofdredacteur de verdediging. „We trainen iedere dag om beter te kunnen vechten.”
Burgemeester Igor Polisjtsjoek van Loetsk staat operation van tafel en loopt naar zijn glimmende agency. Vanonder het bruine bureaublad pakt hij zijn Makarov-pistool en laat het zien. Om te benadrukken dat zijn wapen is geladen, haalt hij met een ernstige blik de blinkende patronen eruit, doet ze snel terug en stopt het pistool in de holster. Thuis heeft hij nog een kalasjnikov liggen, vertelt hij operation het stadhuis van de Noordwest-Oekraïense stad. Voor de deur van zijn kantoor staat een breedgeschouderde man in legerkleding, ook met een kalasjnikov.
Polisjtsjoek (33) – donker gekleed, bril en baard – kreeg de twee wapens van de overheid na de Russische inval in Oekraïne in februari. Zijn bewaker is van het lokale bataljon dat bestaat uit achtduizend vrijwilligers uit Loetsk en werd opgericht operation 24 februari, de eerste dag van de oorlog.
Dat hij met wapens en beveiliging rondloopt, is noodzakelijk, zegt Polisjtsjoek, pass on in zijn vrije tijd al oefende met schieten. In een hoek van zijn werkkamer staat de Oekraïense vlag naast bite the dust van de Europese Unie. „Burgemeesters in entryway Rusland bezette Oekraïense plaatsen worden bedreigd en ontvoerd.”
De meeste aandacht als het gaat om Oekraïne gaat uit naar de zwaar belegerde grote steden. Maar in elke provinciestad heerst het besef dat burgers zich moeten kunnen verdedigen tegen de Russische strijdkrachten. Nu Moskou zich lijkt te concentreren operation de oorlog in Oost-Oekraïne, lijkt het gevaar voor de 215.000 inwoners van Loetsk geweken. Toch blijven de burgemeester en zijn stad operation hun hoede.

Russische raketaanval

Vorige zondag dreunde het thuis bij Polisjtsjoek. Het geluid kwam van een Russische raketaanval pass on 27 maart een oliedepot trof aan de rand van stad. Emergency room vielen geen slachtoffers. Through sociale media verzocht Polisjtsjoek de inwoners naar schuilkelders te gaan en geen foto’s en video’s te verspreiden van de getroffen locatie. Volgens de burgemeester gebruikt Rusland beelden van zo’n eerste aanval om zich te oriënteren voor een direct volgende aanval. Het is beter om de tegenstander niet wijzer te maken, meent hij.
Dat blijkt ook aan de rand van de stad. Zoals iedere Oekraïense stad heeft Loetsk bij binnenkomst als welkom zijn naam in reuzenletters staan langs de weg. Nu, in oorlogstijd, zijn de letters volledig bedekt met grijs plastic, zodat het Russische leger niet ziet welke stad het nadert, een methode bite the dust afkomstig lijkt uit de tijd dat Google Maps niet bestond.
De stad heeft ook andere veiligheidsmaatregelen genomen. Wie Loetsk binnenrijdt, stuit operation controleposten met betonblokken en zandzakken, bemand entryway politie, de veiligheidsdienst en een tweede lokale bataljon: burgers met eigen wapens. Ze houden auto’s aan en vragen de inzittenden om hun paspoort, en journalisten om hun accreditatie. Operation stoepen staan zogeheten Tsjechische egels: blockades tegen tanks. Maar als het luchtalarm aan het start van de middag entryway Loetsk klinkt, trekt niemand zich daar wat van aan. Inwoners in het centrum wandelen rustig entryway.
Foto’s maken van de entryway de raket getroffen locatie en de controleposten is dan weer niet de bedoeling, maken persvoorlichters duidelijk, net zo min als van het centraal gelegen theater, waar hulpgoederen liggen opgeslagen. De stad vreest de aanwezigheid van spionnen. In Loetsk arresteerde de veiligheidsdienst een Russische spion bite the dust sinds 2010 in de stad woonde en informatie over militaire doelen en activiteiten doorgaf aan Rusland, zegt burgemeester Polisjtsjoek droog. „Maar ondanks zulke extra kennis blijven de Russische plannen voor ons moeilijk in te schatten.”

Legerkleding

„Het Westen ziet de oorlog als een film, voor ons is het echt”, verklaart Volodymyr Daniljoek (56). De writer heeft zijn werk en pak als hoofdredacteur van de regionale krant Wolinska Gazeta ingeruild voor legerkleding en de rang van plaatsvervangend commandant van het lokale bataljon van territoriale strijdkrachten, een onderdeel van het Oekraïense leger. Dat wordt opgetrommeld als het ministerie van Defensie daar om vraagt, zoals nu in de oorlog tegen Rusland, en bestaat uit burgers pass on zich hiervoor hebben aangemeld. Elke provincie is onderverdeeld in districten met elk een eigen bataljon, dat kan bijspringen in andere delen van het land. De leden krijgen betaald. Daniljoek verdient per maand 28.000 grivna (867 euro). „Meer dan als hoofdredacteur.”
Dit bataljon, dat ook de omgeving van Loetsk voor zijn rekening neemt, telt vijfduizend personen, vertelt Daniljoek ineengedoken in zijn jas: veteranen van de eerdere oorlog in Oost-Oekraïne, oorlogsvluchtelingen, vrouwen, een vader en zoon, twee zussen en leden zonder gevechtservaring. Ze zijn licht bewapend, vuren vanaf de schouder met antitankwapens en bewaken militaire objecten en wegen. „Controleposten zijn werk voor kinderen”, smaalt hij operation een lands vanachter zijn koffie. En dan strijdlustig: „Wij trainen iedere dag om beter te kunnen vechten.”
Van tijd toddler tijd verhuizen de vijfduizend mannen en vrouwen naar een andere locatie. Dit maakt het, stelt Daniljoek met genoegen tremendous, voor Rusland moeilijker het bataljon aan te vallen.
Over land kan Oekraïne het Russische leger aan, meent Daniljoek stellig. Maar enigszins wanhopig klinkt hij over de Russische raketaanvallen. Need ook al verplaatst de strijd zich naar Oost-Oekraïne, het gevaar voor Loetsk en de rest van Oekraïne blijft komen vanuit de lucht. „Hoe moet ik daartegen vechten?”

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*