In de Tour de France is het Tadej Pogacar tegen de rest en het virus

Voorbeschouwing Voor het begin van de Tour de France stijgt de spanning in het peloton vanwege de strijd om de gele trui of etappezeges, maar ook door corona.

De Sloveense Tourwinnaar Tadej Pogacar bij de presentatie van de renners in het Deense Kopenhagen.
De Sloveense Tourwinnaar Tadej Pogacar bij de presentatie van de renners in het Deense Kopenhagen.

Foto Daniel Cole/AP

In een sprookjesachtige omgeving, in de geur van net geroosterde wafels, fietsen acht renners van Jumbo-Visma het podium op. Een uitgelaten menigte wielerfans vult woensdagavond pretpark Tivoli in Kopenhagen voor de ploegenpresentatie van de Tour de France. Als de naam van Jonas Vingegaard wordt omgeroepen, bereikt het volume van de toeschouwers het maximum. De belangrijkste wielerronde op de kalender begint in zijn thuisland, een jaar na zijn verrassende tweede plaats. Meer dan kippenvel heeft Vingegaard (25), zijn ogen zijn zichtbaar nat. Hij wil wel praten, maar het lukt niet. „Vingegaard, Vingegaard!”, klinkt het tientallen seconden.


De renners zien het liefst asfalt tijdens hun tijdrit door Kopenhagen

De ontspanning en het plezier in het Tivoli-park doen meer renners op het podium zichtbaar goed. Een ontsnapping aan de stress en protocollen die in en rond de teambus gelden. Voor de fans geen restricties, geen mondkapjes of regels omtrent afstand houden; het is een vreemd contrast met de angst die er leeft onder renners en begeleiders om nu nog besmet te raken.

Reële angst

Het coronavirus is een opponent waar de wielerwereld de afgelopen jaren rekening mee heeft leren houden. Maar waar in de koers een aanval kan lonen, is in dit geval alleen verdedigen een optie. De angst voor een uitbraak is reëel nu er weer een nieuwe besmettelijke variant rondwaart. Met de Ronde van Zwitserland, normaal een belangrijke graadmeter voor renners die aan de Tour meedoen, als verdubbelaar van de zenuwen.

In de Zwitserse Alpen had de Rus Aleksandr Vlasov (Bora-hansgrohe), outsider voor het klassement in de Tour, de eindzege voor het grijpen. Een positieve test voorkwam dat. Jumbo-Visma verliet Zwitserland, na vier besmettingen, ook voor het einde. De etappekoers werd een afvalrace, waarbij de helft van het peloton de finish niet haalde.

Om een leegloop en daarmee devaluatie van deze Tour de France te voorkomen, voerde de internationale wielerorganisatie UCI dinsdag een versoepeling in het coronaprotocol door. Teams met twee positieve tests worden niet direct uit koers gezet.

Maar de UCI scherpte de regels ook aan. Zo keerde de verplichte negatieve testuitslag twee dagen voor de start van de koers terug, waardoor een handvol renners alsnog niet mocht deelnemen. Medewerkers en officials moeten op rustdagen een negatieve coronatest overleggen. „Helaas noodzakelijk”, zei UCI-baas David Lappartient. „We moeten de gezondheid van iedereen rond de Tour blijven beschermen.”

„We weten dat het kan gebeuren”, zei Jumbo-Visma-coach Grischa Niermann woensdag. Een paar uur eerder had teammanager Merijn Zeeman laten weten dat hij positief testte. Stressverhogend voor de renners, want wie had hij nog gezien? „We volgen nog steeds zoveel mogelijk de oude protocollen”, zei Niermann. „Zo min mogelijk contact met fans en media. Meer kunnen we niet doen.”

Het doel blijft hetzelfde

Wie in die extra onzekerheid de ogen op de koers kan houden, heeft een voorsprong, zeggen ploegleiders. Voor UAE Team Emirates is het doel duidelijk: kopman Tadej Pogacar aan zijn derde Tourzege op rij helpen. Iets dat in de lange historie alleen Chris Froome, Miguel Indurain, Eddy Merckx, Jacques Anquetil en Louison Bobet lukte. En Lance Armstrong, maar zijn prestaties zijn gewist vanwege dopinggebruik.

De 23-jarige Sloveen Pogacar heeft zes klimmers om zich heen. Inclusief de Poolse superknecht Rafal Majka. Opvallend is de aanwezigheid van de Nieuw-Zeelander George Bennett, die vorig jaar nog voor Jumbo-Visma reed, maar toen niet naar de Tour mocht.

Jumbo-Visma wedt op meer dan allen de gele trui. De groene trui voor de Belgische alleskunner Wout van Aert is net zo goed een streven als het geel voor Vingegaard of de Sloveen Primoz Roglic. „We hebben grote doelen”, zei Niermann. „Als iedereen zijn topniveau haalt, en als we goed samenwerken, kunnen we die behalen.”

Van Aert heeft daarin een vrije rol, hij mag in veel etappes aanvallen en voor een dagzege gaan waar en wanneer hij wil. Maar bergop zal hij, net als een jaar terug, Roglic en Vingegaard moeten ondersteunen. „Ik heb al laten zien dat ik meerdere taken kan invullen”, zei de Belg zelfbewust.

Drie kopmannen telt de Nederlandse ploeg, want Vingegaard staat na zijn prestatie van vorig jaar op dezelfde trede als Roglic en Van Aert. „We maken elkaar alleen maar sterker”, zei Roglic over een mogelijke concurrentiestrijd binnen het team.

Pogacar in vorm

Roglic’ landgenoot Pogacar toonde aan het begin van dit wielerjaar meteen zijn goede vorm. Winst in de UAE Tour en Tirreno-Adriatico, eerste in de sterk bezette Italiaanse voorjaarsklassieker Strade Bianche. Vruchtvolle jaren zijn het, zei hij in een interview met de Italiaanse sportkrant La Gazzetta dello Sport. „Maar er komen ook momenten dat het minder goed gaat. Daar moet ik op voorbereid zijn.”

Van de reeks belangrijke eendagskoersen in maart had hij er nog graag een gewonnen, na het klassiekerseizoen nam hij twee maanden rust. „Ik kan me niet opbranden. Dat kan ik niet doen”, zei hij. Twee weken voor het begin van de Tour de France verscheen hij fris aan de start bij de meerdaagse ronde in Slovenië. Het resultaat: winst van het eind- en puntenklassement. De bergtrui was voor zijn ploeggenoot Majka.

De Deen Jonas Vingegaard (midden), kopman Primoz Roglic (rechts) en Wout van Aert van Jumbo-Visma.
Foto Liselotte Sabroe/EPA

Op Pogacar lijkt geen maat te staan. Tijdens een persconferentie op donderdag boezemde hij zijn concurrenten nog wat meer angst in. „Ik voel me beter dan vorig jaar, heb meer vertrouwen”, zei hij. Dat geldt ook voor de wedkantoren; een euro inzet op een derde eindoverwinning van Pogi, levert slechts zo’n zestig cent winst op. Alsof er tijdens de drieduizend kilometer die vanaf vrijdag moeten worden afgelegd geen onzekerheden meer bestaan. Bij Jumbo-Visma weten ze wel beter; Roglic moest vorig jaar al vroeg in de Tour opgeven na een zware valpartij.

Roglic won in dit wielerjaar al twee rittenkoersen: Parijs-Nice en het Critérium du Dauphiné. Vingegaard eindigde in de Tirreno-Adriatico als tweede, op twee minuten van Pogacar. Het duurde ook even voordat de Deen zijn eerste overwinning behaalde, tot de achtste etappe van de Dauphiné. Samen met Roglic kwam hij op de slotklim als eerste boven, waar de Sloveen genoegen nam met het eindklassement en Vingegaard de dagzege gunde.

De eerste week

Het parcours van deze Tour in met name de eerste week zal Jumbo-Visma extra motivatie en vertrouwen geven. Alsof de organisatie een saaie start op alle mogelijke manieren wilde voorkomen. Wie het routeboek goed bekijkt, telt in de eerste dagen, naast de openingstijdrit in Kopenhagen, een (mogelijke) waaieretappe, een sprintetappe met in totaal tweeduizend hoogtemeters, een kasseienrit en een finish op de steile Planche des Belles Filles – inclusief gravelstrook. Wellicht ter compenasatie van de extra rustdag, omdat het peloton zich maandag van Denemarken naar het noorden van Frankrijk moet verplaatsen.

Met bewezen hardrijders rond Roglic en Vingegaard mag Jumbo-Visma in die eerste etappes zeker niet in gevaar komen. Sterker, juist daar moet de ploeg het verschil zien te maken met Pogacar, zeggen analisten. Bergop zal naar verwachting de tweevoudige Tour-winnaar opnieuw gaan heersen.

Lees verder…….