In de Senegalese heilige stad Touba is politiek verboden

Er is veel dat niet mag in Touba. Roken. Alcohol verkopen en drinken. Broeken dragen als je een vrouw bent. Luid muziek spelen. Voetballen. Dit is geen stad zoals andere in Senegal, zegt een man in een hemelsblauwe boubou, een lang gewaad waarvan de stof zo stijf staat dat het op een koninklijke mantel lijkt. Gebedskralen glijden door zijn vingers, net zoals bij andere mannen die hem in de middagzon passeren.

In deze heilige stad met haar uitgestrekte wegen en glanzende minaretten vormen aardse zaken bijzaak. „Touba is er voor God en zijn aanbidding”, vervolgt Makhtar Mbodj ernstig. „C’est tout.”

En dus niet, om maar iets te noemen, voor zoiets banaals als politiek. Maar terwijl het land zich opmaakte voor presidentsverkiezingen die gepland stonden voor 25 februari, lukte het zelfs la ville sainte niet zich te onttrekken aan een politieke strijd die Senegal de afgelopen jaren in een diepe crisis stortte. Met het besluit van president Macky Sall om die verkiezingen uit te stellen, voor het eerst ooit, wankelt het land nu op zijn grondvesten.

In steden door heel het land gingen burgers afgelopen vrijdag de straat op. Op verschillende plaatsen ontaardde het in geweld. Demonstranten stuitten op ordediensten met traangasgranaten. Autobanden gingen in vlammen op, stenen vlogen door de lucht. Zélfs, voor het eerst, in Touba.

Lees ook President stort schijnbaar stabiel Senegal in diepe politieke crisis met uitstel van verkiezingen

President Macky Sall (midden) spreekt vorig jaar tijdens een bijeenkomst in het Republikeinse Paleis van Dakar.

Zo had Cheikh Ahmadou Bamba het niet bedoeld. Deze enigmatische figuur is de oprichter van de Mouride, de meest invloedrijke van de vier soefi-broederschappen die samen het weefsel vormen van Senegals overwegend islamitische samenleving. Zijn enige bekende beeltenis siert door heel het land alles van taxi’s tot muren. In de stad die hij in 1888 in het noorden van Senegal stichtte, zou God en God alleen centraal staan.

De enige overgebleven foto van Cheikh Ahmadou Bamba, waarschijnlijk genomen voor 1923.
Foto Creative Commons

Toch konden zijn nakomelingen niet voorkomen dat Touba net als de rest van het land verdeeld raakte in twee kampen. Enerzijds het kamp van afzwaaiend president Sall, die lange tijd flirtte met een ongrondwettige derde termijn. Anderzijds dat van zijn grote rivaal Ousmane Sonko, een oppositiepoliticus wiens opmars duizenden Senegalezen op de been bracht, maar die nu al maanden zonder proces in de gevangenis zit.

Al eerder braken er hevige rellen uit tussen Sonko’s aanhangers en de veiligheidsdiensten. Daarbij vielen tientallen doden. Toen in juni het geweld zelfs de randen van Touba bereikte, nam de huidige khalife général, de negentigjarige kleinzoon en nu religieus leider van de Mourides, een rigoureus besluit. Aan het lijstje met verboden in de heilige stad voegde Serigne Mounthaka Bassirou Mbacké er nog een toe: politiek.

Dus géén politieke bijeenkomsten meer in Touba. En ook géén politici die de zegen van de door miljoenen Senegalezen vereerde leider komen vragen om daarna rijkelijk beelden hiervan op sociale media te delen – een gewoonte in campagnetijd. In Touba vallen namelijk veel stemmen te winnen: met ruim een miljoen inwoners is het na de hoofdstad Dakar Senegals grootste stad, volgens het landelijke statistiekbureau.

Veel politici hoefden er uiteindelijk niet geweerd te worden. Daags voor de campagne deze maand zou losbarstten, verscheen Sall op televisie. Door een conflict tussen het parlement en de Constitutionele Raad stond de „geloofwaardigheid van de verkiezingen op het spel”, zei de president. De Raad bepaalt of kandidaten verkiesbaar zijn, maar diskwalificeerde iemand die voor Sall geldt als bondgenoot. Uitstel van de stembusgang was volgens de president noodzaak.

Terwijl in Dakar leden van de oppositie hun woede uitspraken over deze „constitutionele coup” en demonstranten door veiligheidsdiensten met traangas uiteen werden gedreven, vertrokken in stilte Salls ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken naar Touba. Hun missie: de kalief uitleggen waarom de president dit besluit nam. Volgens bronnen van het doorgaans wel ingevoerde tijdschrift Jeune Afrique was het antwoord kort. De kalief „bemoeit zich niet met politieke activiteiten en meningsverschillen”.

Het tekent de vermoeidheid die er bij Senegals religieuze leiders is ingeslopen na drie jaar politieke crisis waarin zij, als vanouds, een bemiddelende rol probeerden te spelen. Het tekent ook het ongenoegen van de kalief over hoe deze wereldse zaken zich steeds meer aan Touba opdrongen. „Het enige wat wij willen is vrede, zegt Maktar Mbodj, één van de vele handelaars hier. „En niet de wanorde van de afgelopen maanden.”

Kandidaat

Centraal in de wanorde staat de 49-jarige Sonko, een voormalig belastingadviseur die zich de laatste jaren ontpopte tot de gedroomde presidentskandidaat van jonge Senegalezen. Met zijn opmars raakte de oppositiepoliticus ook verstrikt in allerlei rechtszaken. Politieke vervolgingen, riep hij vanaf het begin, ‘gefabriceerd’ door Macky Sall en diens partijgenoten om hem buiten de verkiezingen te houden.

Lees ook Senegalese oppositiepoliticus maakt zich op voor zijn ‘combat final’

Oppositieleider Ousmane Sonko spreekt van een complot van president Macky Sall om hem uit de race voor het presidentschap in 2024 te houden.

Sonko’s aanhangers zien zijn gelijk nu bevestigd: niet alleen werd de politicus samen met tientallen anderen uitgesloten als kandidaat (in zijn geval vanwege een veroordeling wegens smaad in een zaak aangespannen door een van Salls ministers), bovendien blijft de president door het uitstel van de verkiezingen mogelijk nog maanden – of langer – aan de macht.

Toen Sonko in februari vorig jaar Touba bezocht, geloofden velen nog in zijn overwinning. In de heilige stad, waar de gemiddelde leeftijd onder de achttien is, steeg zijn populariteit de laatste jaren snel. De oppositiepoliticus wilde er komen bidden in de Grote Moskee, een majestueus bouwwerk met zandkleurige minaretten, rood marmer en zachte tapijten tussen fijn beschilderde pilaren. Alleen bidden, was de afspraak. Meer niet.

Dat was buiten zijn aanhang gerekend. Terwijl de politicus de moskee verliet, begonnen mensen luid te applaudisseren en zijn naam te scanderen. Sonko! Sonko! „Dat was een vorm van ontheiliging [van de moskee] die daar nog nooit was gezien”, zegt Cheikh Guèye aan de telefoon. Guèye is secretaris-generaal van het Cadre Unitaire de l’Islam au Sénégal, dat onder meer de verschillende broederschappen in Senegal verenigt.

Sonko zelf wilde dit niet, zegt Guèye meteen. „Maar het is wel het effect dat hij heeft. Het politieke spel is met zijn komst intensiever geworden. Dat voelde je ook in Touba.” Niet alleen onder wat Guèye, die zelf Mouride is, de discipelen noemt, de gelovigen, maar ook onder de marabouts; de religieuze leiders van Senegals vier broederschappen [zie inzet] en de vele subgroepen en gemeenschappen die daar onder vallen.

Terwijl de kalief uit principe boven de partijen staat, sloot een deel van de marabouts onder hem zich bij Sonko aan, terwijl anderen het kamp van president Sall kozen. Al werd die laatste nooit echt populair in Touba. Vooral niet nadat hij marabouts „citoyens ordinaires” noemde, ‘gewone burgers’ noemde, en sommigen privileges zoals diplomatieke paspoorten afpakte.

„Salls woorden zijn in lijn met westerse principes van democratie waarin alle burgers gelijk zijn”, zegt socioloog Djiby Diakhaté, die is verbonden aan de Université Cheikh Anta Diop in Dakar. „Maar landen hebben hun eigen realiteit.” Dat geldt volgens Diakhaté ook voor de laïcité, de scheiding van religie en staat, die de voormalig Franse kolonie in haar grondwet kopieerde, maar wel een Senegalese invulling kreeg. „De marabouts hebben hier altijd een belangrijke rol gespeeld.”

Stabiliteit

95 procent van de Senegalezen is moslim. In de gematigde vorm van soennitische islam die in het land leidend is, spelen de soefi-broederschappen een sleutelrol. Die is niet alleen religieus, benadrukt Diakhaté. „Veel landen om ons heen hebben oorlogen, geweld en staatsgrepen gekend. Senegal is daar tot nu toe aan ontsnapt. Dat is deels te danken aan de marabouts, die altijd voor een zekere sociopolitieke stabiliteit hebben gezorgd.”

Lees ook Onrust in stabiel Senegal: ‘We moeten onze woede tonen’

<strong>Demonstranten van de oppositie slaags met de politie in Dakar op 17 juni.</strong> „Let op mijn woorden. Als hij niet uit zichzelf vertrekt, komen we hem halen in zijn paleis.”

Dit komt, stelt Diakhaté, doordat binnen de broederschappen verschillende etniciteiten, klassen én politieke overtuigingen zijn verenigd. Treden er spanningen op, dan zijn het de religieuze leiders die de boel proberen te sussen. Vaak gebeurt dat discreet, vertelt de socioloog. Soms gaat dat openlijker. Zoals toen Sall in juni naar Touba reisde om de kalief te ontmoeten terwijl in Dakar zwarte rookpluimen boven de stad hingen.

Over de inhoud van hun gesprek werd niets gedeeld. De Franse krant Le Monde citeerde iemand uit de omgeving van de kalief die slechts zei dat de twee leiders spraken over „de stabiliteit van het land” en „een terugkeer naar vrede”. Dat de president de 180 kilometer vanuit Dakar naar Touba aflegde, is veelzeggend, aldus Dhiakaté: „Het laat zien hoe diep het respect hier is voor de religieuze leiders. Politici weten dat ze hen nodig hebben.”

Het verklaart ook waarom Sall een dag na zijn politieke bom omtrent de verkiezingen meteen twee ministers naar Touba stuurde.

Al vaker probeerde de kalief samen met andere religieuze leiders te helpen de crisis rond Sonko te bezweren. Nadat die laatste in 2021 voor het eerst werd opgepakt en er in Dakar hevige rellen uitbraken, stuurde hij een delegatie om met de president te spreken. Twee dagen later was Sonko vrij. Ook in het voorjaar zou de kalief hebben voorkomen dat Sonko opnieuw werd vastgezet. Enkele maanden later gebeurde dat alsnog.

Sinds het uitbreken van deze nieuwste crisis hulden de leiders van de broederschappen zich in stilte, maar de druk op hen neemt toe om zich uit te spreken. „De kalief van Touba is een man van negentig, dat moet je niet vergeten. Een ander is ernstig ziek. En ze zijn moe. Al drie jaar proberen ze te interveniëren”, relativeert Cheikh Guèye van het Cadre Unitaire de l’Islam au Sénégal. Met zijn besluit heeft Sall de religieze leiders bovendien verrast, zegt hij. „Zij waren niet geconsulteerd.”

De islamitische koepelorganisatie zelf nam wel stelling en sprak zich „categorisch” uit tegen uitstel van de verkiezingen. Guèye: „Onze opstelling is altijd afstandelijk en diplomatiek, maar dit brengt het land in gevaar. We konden niet anders dan dat veroordelen.”

Eigenlijk waren de rellen van afgelopen zomer al de druppel voor de kalief. De Mouride-leider wiens witte baard zijn gezicht als een krans omcirkelt, wilde liefst nog verder gaan met zijn verbod op politiek in Touba. In juni verordonneerde hij middels een zogenoemde ndiguël, een instructie, dat er überhaupt geen verkiezingen meer in de stad mochten plaatsvinden. De stemhokjes moesten voortaan buiten Touba worden geplaatst.

Giftig

In een kamer waarin vrijwel iedere centimeter wordt gevuld door stoelen, een houten bureau en kasten verstopt onder stapels dossiers schraapt één van de aanwezigen zijn keel. Uit de radio klinkt religieus gezang, in de lucht hangt de zoete geur van wierook. „De kalief was uiteindelijk overgehaald het stemmen toch toe te laten”, zegt de man. „Het was te kort dag om zo’n verandering nog door te kunnen voeren.”

Hij is raadslid in Touba en wil anoniem blijven, net als de gemeenteambtenaar in wiens kantoor NRC begin januari wordt ontvangen. Vooropgesteld: in de heilige stad werd nooit campagne gevoerd zoals in Dakar, zegt hij. In Touba gebeurde dat altijd ingetogen. „Met respect voor de heiligheid van de stad.” Maar de huidige politiek is te giftig geworden, zeggen beide heren.

„Mensen behandelen elkaar niet meer als politieke tegenstanders, maar als vijanden. C’est du n’importe quoi.” Het is belachelijk.

Dus ja, dan kan de kalief zo’n besluit nemen. Het past bij de speciale status die Touba heeft, ook formeel. Zo kunnen de inwoners van de heilige stad bij lokale verkiezingen stemmen op maar één lijst, samengesteld door de kalief. Ook de wet die voorschrijft dat in Senegal 50 procent van de kandidaten op een kieslijst vrouw moet zijn, geldt er niet. „De politiek is hier ingekaderd”, zegt het raadslid. „Om onze cultuur te beschermen.”

De zon staat al laag als het gezang van de muezzin drommen mannen door de poorten van de Grote Moskee doet lopen, blootsvoets, hun sandalen en slippers in de hand. Dit is waar het om gaat, zegt een van hen, met een gouden pilotenbril op zijn neus. Al die lui uit Dakar die de boel maar komen opstoken. Zij hebben al die politiek hier niet nodig, zegt de man. „Het zijn de politici die Touba nodig hebben.”