In ‘De kant van Ada’ neemt de vrouw van de moordenaar het woord

Ada Storkema wilde niet dezelfde fouten maken die haar moeder (die ook Ada heette) had gemaakt. Fouten die haar moeder weer had overgenomen van háár moeder (óók een Ada), en die laatste had dezelfde fouten dan weer overgenomen van… ach, je snapt het. Ada kwam uit een lijn van moeders die weinig liefdevol met hun dochters waren omgegaan. Moeders die niet naar je wilden luisteren als je je zorgen met ze deelde. Dat je stiefvader geregeld bij je in bed kroop, bijvoorbeeld – zoals dat Ada Storkema overkwam. „Stel je al die moeders en dochters voor”, zegt ze nu, „al die Ada’s achter elkaar, als een rijtje dominostenen. Ik ben uit die rij gestapt. Om het vallen te stoppen.”

Een zachtaardige moeder met een zwaar verleden, die er alles voor over heeft om het haar eigen kinderen beter te doen vergaan: dat is hoe Ada (gespeeld door Lotte Dunselman) zichzelf presenteert in de monoloog De kant van Ada. Peter Middendorp schreef de tekst als het vervolg op zijn succesroman Jij bent van mij uit 2018, over boer Tille Storkema die op een avond een zestienjarig meisje van haar fiets trekt, verkracht en vermoordt (een fictief verhaal dat doet denken aan de zaak Marianne Vaatstra, waaraan Middendorp details ontleende). Pas dertien jaar na de gruweldaad komt de politie Tille arresteren in zijn huis, in het bijzijn van zijn zoon, zijn dochter en zijn vrouw: Ada.

Lees ook Op dat ene moment was hij een beest

Op dat ene moment was hij een beest

Invoelbaar personage

Wie is Ada eigenlijk? Hoe werken Tilles daden door op haar gezin, haar huwelijk, haar vriendschappen, haar leven? En, vooral: hoeveel wist ze?

Niets, bezweert Ada in De kant van Ada, dat zich afspeelt op het moment dat de vrijlating van Tille langzaam in zicht komt. In een sober decor van lege tafels en een groot raamkozijn zet Dunselman – dankzij haar natuurlijke spel en de vlotte tekst van Middendorp – een kwetsbaar en invoelbaar personage neer. Zo invoelbaar zelfs, dat het als kijker even duurt voor je beseft dat je aan Ada niet de meest betrouwbare verteller hebt. Ook Ada heeft manieren gevonden om foute zaken goed te praten, hoe menselijk haar motieven daartoe ook mogen zijn.

Ook Ada heeft manieren gevonden om foute zaken goed te praten

Lotte Dunselman (links) als Ada en Isa Zwart als haar dochter Suze in ‘De kant van Ada’
Foto Bart Grietens

Dunselman wordt op het podium enkel bijgestaan door Isa Zwart, die Ada’s dochter Suze vertegenwoordigt en de voorstelling voorziet van dromerige muziek, vaak met een wat dreigende ondertoon. Er zijn momenten waarop dat buitengewoon goed werkt, bijvoorbeeld tijdens de confrontatie tussen moeder en dochter waar lang naartoe wordt gewerkt: de aanzwellende muziek en de liedtekst die Zwart vlakbij Dunselmans gezicht zingt, maken die climax overweldigend. Op andere momenten maken Zwarts duistere klanken en beladen teksten een voorstelling die van zichzelf al zwaar is, wel érg zwaar.

Want er gloort weinig licht in De kant van Ada. Net als de rest van haar omgeving gelooft Suze steeds minder dat haar moeder werkelijk onwetend was. Die altijd aanwezige schuldvraag brengt uiteindelijk ook Ada’s lelijke kant ontegenzeggelijk naar de oppervlakte: ze blijkt haar dochter van alles kwalijk te nemen. Net zoals haar moeder háár van alles kwalijk nam. En zoals de moeder van háár moeder… Ach. Je snapt het.