Iedereen wacht af of Hezbollah en Iran zullen reageren, en hoe

Met zijn aanslag in Beiroet op Saleh al-Arouri, de nummer twee van de politieke vleugel van Hamas én een van de oprichters van de Al-Kassam Brigades, nam Israël doelbewust het risico dat het huidige conflict in de Gazastrook zich verder naar andere delen van de regio uitbreidt. Hoewel Israël niet formeel heeft toegegeven dat het Arouri uit de weg heeft geruimd, bevestigden Amerikaanse functionarissen, die anoniem wilden blijven, dit al snel.

Alle ogen zijn nu gericht op Hezbollah en op zijn grote steunpilaar Iran. Arouri bevond zich op het moment van de aanslag in een appartement in Dahiyeh, een zuidelijke wijk van de Libanese hoofdstad die in handen is van Hezbollah. De dood van Arouri, die ook als een soort ambassadeur van Hamas bij Hezbollah optrad, is daarom niet alleen een klap voor Hamas, maar ook een vernedering voor Hezbollah en indirect voor Iran.

De radicale sjiitische beweging, die nauwe contacten onderhoudt met Iran, verklaarde al kort na de aanslag dat het om „een serieuze aanval op Libanon, zijn bevolking, zijn veiligheid en zijn soevereiniteit en verzet” ging. Zo’n misdaad, aldus Hezbollah, „kan nooit passeren zonder antwoord en bestraffing”. Een medewerker van de Israëlische premier Netanyahu ontkende overigens dat de actie tegen Libanon zou zijn gericht, zonder in te gaan op de daders erachter.

Hezbollah en Iran zouden na al hun retoriek groot gezichtsverlies lijden als ze niet zouden terugslaan

Hoe hard Hezbollah terugslaat, is nog onzeker. In november had Hezbollah-leider Hassan Nasrallah beloofd dat de liquidatie door Israël van welke prominente verzetsleider ook in Libanon tot keiharde represailles zou leiden. Met spanning werd daarom uitgekeken naar zijn toespraak van woensdagavond. Maar zoals vaker de laatste maanden hield Nasrallah zich enigszins op de vlakte. Weliswaar dreigde hij dat er „geen plafonds” en „geen beperkende regels” zouden zijn bij het militaire antwoord van Hezbollah, als Israël met een oorlog tegen Libanon zou beginnen. Maar niets wijst er momenteel op dat Israël – buiten de liquidatie van Arouri – uit is op een groter conflict met Hezbollah, laat staan met heel Libanon. Ook de Verenigde Staten, die een beloning van 5 miljoen dollar hadden beloofd voor inlichtingen over de in hun ogen ‘terrorist’ Arouri, zitten niet te wachten op nieuwe ontwrichting in het politiek en economisch toch al vastgelopen Libanon.

Lees ook ‘Martelaar’ Arouri was sleutelfiguur in Hamas en schakel met Iran

Saleh al-Arouri op een bijeenkomst in Cairo in oktober 2017.

Van de bescheiden salvo’s raketten die Hezbollah dinsdagavond richting Noord-Israël afvuurde, zullen noch de Israëliërs, noch de Amerikanen wakker liggen. Ook Israël voerde beschietingen uit op doelen in Zuid-Libanon, maar zulke schermutselingen waren er de laatste weken vaker.

Legerwoordvoerder Daniel Hagari verklaarde dinsdagavond al dat de Israëlische krijgsmacht „in volledige staat van paraatheid voor welk scenario dan ook” is. Op zijn beurt liet het hoofd van de Mossad, Israëls buitenlandse inlichtingendienst, woensdag weten dat Israël zich niet zal inhouden als het Hamas-leiders op het spoor is die bij de bloedige aanslagen in het zuiden van Israël van 7 oktober betrokken waren. „Laat elke Arabische moeder weten dat als haar zoon deelnam aan het bloedbad, hij zijn eigen doodvonnis tekende”, aldus Mossad-chef David Barnea.

Grootste dreiging komt van Hezbollah

Potentieel vormt Hezbollah een veel grotere militaire dreiging voor Israël dan Hamas. Het telt tienduizenden goed getrainde manschappen en beschikt bovendien over een aanmerkelijk forser rakettenarsenaal dan de Palestijnse groepering. Het zou volgens sommige schattingen beschikken over 150.000 raketten. Sommige daarvan hebben een reikwijdte van honderden kilometers. Net als Hamas heeft Hezbollah bovendien een uitgebreid tunnelsysteem aangelegd.

Meteen na Arouri’s liquidatie moet er ook intensief overleg op gang zijn gekomen tussen Hezbollah en Teheran. Want zijn dood raakt ook Iran direct. Niet voor niets publiceerden de autoriteiten al dinsdagavond foto’s van Arouri naast Irans opperste leider Ali Khamenei. Het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde dat de moord ‘de As van Verzet’ tegen Israël nog zou versterken.

Die ‘As van Verzet’ is vooral een creatie van de begin 2020 door de VS met een drone gedode Iraanse generaal Qassem Soleimani. Als hoofd van de Al-Quds-brigade, de tak van Irans machtige Revolutionaire Garde voor operaties in het buitenland, zette hij een netwerk van pro-Iraanse milities op in Irak en hielp Hezbollahs positie in Libanon versterken, evenals die van de Houthi’s in Jemen. Daarnaast verleende hij omvangrijke steun aan het bewind van president Assad in Syrië, aan Hamas en Palestijnse Islamitische Jihad, die eveneens vooral vanuit de Gazastrook opereert.

Tot dusverre lieten zowel Hezbollah als het Iraanse regime tijdens de Gazaoorlog – ondanks felle anti-Israëlische retoriek – blijken het conflict niet op de spits te drijven. Geen van beide kan zich een grote oorlog, waarbij mogelijk ook de VS betrokken zouden raken, permitteren. In Libanon koesteren veel inwoners nog pijnlijke herinneringen aan de grote verwoesting die met de laatste oorlog tussen Israël en Hezbollah in 2006 gepaard ging.

Gezichtsverlies

Maar zowel Hezbollah als Iran zouden na al hun retoriek ernstig gezichtsverlies lijden als ze niet zouden terugslaan tegen Israël. Charles Lister, analist van het Middle East Institute in Washington, schreef op X dat Arouri voor Iran een sleutelfiguur was in het contact met Hamas. „De moord op hem door Israël in Beiroets Dahiyeh zal worden gezien als een directe aanval op de belangen van de IRGC (Revolutionaire Garde, red.). Tot dusverre heeft Iran zorgvuldig grotere escalatie vermeden, maar dit kan een beslissing forceren.”

Op Iran nam de druk tot actie over te gaan woensdag ook nog verder toe. Uitgerekend op de herdenking van de vierde sterfdag van generaal Soleimani gingen bommen af bij diens tombe, waarbij 84 doden vielen. Khamenei gaf „de duivelse vijanden” van Iran de schuld.

Update 4 januari 7.55 uur: het dodental is door de Iraanse minister van Volksgezondheid bijgesteld van 95 naar 84. Dat is hierboven aangepast.