Humor en absurdisme in Museum Voorlinden: een verademing waar je naar snakt

Recensie Beeldende kunst

Tentoonstelling De Vlaamse kunstenaar Rinus Van de Velde neemt de kijker mee in een wereld waar thuiszitters door middel van wereldreisfantasieën uit hun dagelijkse sleur proberen te breken. Of het werkt is de vraag, maar de reis is al een belevenis op zichzelf.

Kunstenaar Rinus Van de Velde in een ‘armchair’ voor zijn eigen werk.
Kunstenaar Rinus Van de Velde in een ‘armchair’ voor zijn eigen werk. Foto Antoine van Kaam

Reizen vanuit je kamer of je leunstoel: het is een bekend procedé, dat voor de verbeeldingsrijke, reislustige binnenzitter vaak tragische, maar ook absurdistische taferelen oplevert. De Deense kunstenaar Ovartaci maakte hele werelden vanuit haar kamer in een psychiatrische kliniek, en ook de Japanse kunstenaar Yayoi Kusama bracht vanuit haar kamer de wereld terug tot stippen, vanuit het idee dat je met de stip de hele wereld had samengevat.

Rinus Van de Velde in de ‘Swimming Pool’ van Leandro Erlich in Museum Voorlinden

Foto Tim Van Laere

Vanuit andere kunsten kan het ook: tragisch en absurd zijn de reizen die schrijver J.M.A. Biesheuvel door zijn kamer maakte, en schrijver Tibor Fischer liet in zijn roman Reis naar het einde van de kamer zijn hoofdpersonage de wereld rondgaan vanuit de zitkamer. In dat boek verzamelt de hoofdpersoon reclamefolders, geschiedenisboeken, reisverhalen, et cetera. Samen leveren ze genoeg informatie voor die wereldreis vanuit een stoel. Absurd wordt het wanneer het zittende personage Finnen uitnodigt om bij haar thuis aanschouwelijk uitleggen wat hun land inhoudt: „Bossen en meren. Meren en bossen. Bossen en meren en meren … Finland is een hoogst misleidende naam. Er zijn nauwelijks Finnen in Finland. Denk je in dat ik nog vijf minuten lang bossen en meren zeg, tot het je neus uitkomt, dat is Finland.”

Fischer kwam even op bij binnenkomst van de solo-expositie van Rinus Van de Velde (1973) in Voorlinden, waar hij tekeningen, kartonnen producten en machines en film toont van een universum dat gecreëerd is op basis van knipsels, documentaires en boeken. De Vlaamse kunstenaar maakt vanuit de leunstoel in zijn atelier in Antwerpen een reis. In Voorlinden koppelt hij daar enkele werken uit de vaste collectie van het museum aan vast om tot The Armchair Voyager (een term die hij overnam van kunstenaar Joseph Cornell) te komen. De tocht was al eerder te volgen in Bozar in Brussel (Inner Travels, met deels de collectie van Bozar), maar is nu dus aangevuld met werken van Voorlinden.

Kartonnen wereld

Hoe die wereld eruit ziet? Je gaat een dikke kluisdeur binnen en ziet het alter ego gekreukeld in de stoel zitten (en een houtskooltekening van de kunstenaar die een sigaret opsteekt), waarbij je meteen weet dat de reis niet echt comfortabel gaat zijn (elders tref je nog een neergestort vliegtuig aan, en een treinwagon uit de tijd dat roken in dat vervoermiddel nog mocht). Een auto van karton en hout zorgt voor de rit van de kunstenaar zijn reis. In de lichtblauwe cabrio met oranje stoelen – en met fijne details als een landensticker dat een groen everzwijntje afbeeldt in plaats van ‘BE’, en een flowerpowernummerbord – rijdt hij over een berg. Een wereld van karton, klei en aan de muur het verhalende decor waarin de reist zich beweegt. Er is brand, er zijn bossen en hoog water, en onderschriften vormen de wegwijzers: ‘You want to make something instead of discovering something’.

Nadat je langs enkele attributen bent gelopen, zoals een kartonnen rugzak, en collectiewerken als ‘Weed’ (een paardenbloem) van Tony Matelli, en wolken van René Magritte (‘La malediction’, 1931), kom je in het hart: een grote machinekamer waar de autobiografie en de dagdromen gemaakt worden. Een lichtgroen houten en kartonnen kolos, een gele silo met onbestemde knoppen, computers en draden voeren je naar een gruwelkamer.

Le ballon rouge

Miniatuur klei-poppen met afgesneden ledematen, hoofden en bebloede zagen vormen een schril contrast met de machines die bedoeld zijn om de wereld kleur te geven: rode ballonnetjes. Le ballon rouge, de rode ballon en het jongetje door de straten van Parijs: hoe verwonderend wil je het hebben?

Van de Velde probeert met alle attributen te ontsnappen aan de dagelijkse sleur, probeert het rode ballonnetje te worden. Het contact dat hij legt met andere kunstwerken moeten die verbeelding prikkelen, in de hoop iets te vinden. Alleen wat? In de dagdromen blijkt alles mogelijk, zo ook in de film die Van de Velde aan het slot toont en waarin al zijn attributen samenkomen tot een verhaal.

In de La Ruta Natural (2019 – 2021) droomt een ‘rubberen’ Rinus Van de Velde van een wereld waar putdeksels met wortels open gaan, waar machines een rode ballon met onbestemde boodschap de wereld insturen, auto’s in brand vliegen en waar rubberen Rinus in zijn bed valt om daar zijn alter ego (of schepper) te ontmoeten, om weer van voren af aan te beginnen. Treurige muziek verstrekt de absurditeit van het geheel. Een verbeterde versie van de film Groundhog Day als het ware, omdat het procédé minder zoet is, en op z’n minst even geestig. Humor en kunst, je gaat er steeds meer naar snakken, net als naar lichte voorwerpen (de attributen van Van de Velde zijn dat in zowel kleur als materiaal).

De aanvankelijk saai ogende machine blijkt opeens veel meer te kunnen, de gruwelkamer is wellicht niet een plek waar mensen in stukken worden gezaagd, maar juist in elkaar worden gezet en zelfs de smerige trein wil je gebruiken om de film in te reizen, al is het alleen maar om te zeggen dat er niets mis is met meerdere alter ego’s.

Beeldende kunstNaar een museum? Dit zijn de beste exposities die je nu kunt zien

Lees verder…….