Hoeveel vrijheid kun je een huisdier geven?

Dierenwelzijn is dol op haar konijnen, maar ze zitten wél gevangen. Kan ze ze meer zeggenschap over hun leven geven?

Foto Getty Images, bewerking NRC

Stil zitten ze tegen elkaar aan. Wang tegen wang, de oogjes half dicht. Het is een koude, zonnige dag in januari. Puck, het witgevlekte mannetje, komt omhoog en gaapt zijn knaagtanden bloot, begint zichzelf te wassen. Jip, met zwarte vacht, duwt snel haar kopje tegen zijn borst. Het werkt. Puck begint haar snoet te likken. Vanuit de keuken kijk ik vertederd toe.

De twee tamme konijnen wonen in de achtertuin. Ze lopen los, de deur van het houten hok staat altijd open. Ik ben gek op die dieren met hun eigenzinnige karakters, en wil dat ze het goed hebben. In het hok ligt een berg zand om in te graven, ze kunnen rennen, op kratten springen en zich erachter verschuilen, krijgen genoeg en gevarieerd te eten. En toch wringt er iets. Ze zitten wel gevangen. Hun hele leven lang in een voorspelbaar stadstuintje.

In onze samenleving groeit de aandacht voor dierenwelzijn, ook bij mij. Met schaamte denk ik terug aan de tocht op een olifantenrug, tien jaar geleden in de jungle van Thailand. Ik eet al jaren geen vlees, en tegenwoordig schrap ik vrijwel alle dierlijke producten van het menu, uit dierenwelzijnsoverwegingen. De volgende stap was wellicht onontkoombaar: ik twijfel sterk aan het geluk van mijn geliefde konijnen.

Keuzevrijheid

Zes op de tien Nederlanders vinden dat er in megastallen nooit genoeg aandacht voor het welzijn van landbouwdieren kan zijn, blijkt uit een rapport uit 2019 van de Raad voor Dierenaangelegenheden. Als het om huisdieren gaat, is de discussie een stuk lastiger. Dat bleek wel toen in 2021 een motie van de Partij voor de Dieren werd aangenomen om de wet zo te wijzigen dat het niet langer is toegestaan om dieren pijn te doen, te schaden in hun welzijn of te belemmeren in hun natuurlijke gedrag met als doel ze op een bepaalde manier te kunnen huisvesten. De pijlen waren in eerste instantie gericht op de intensieve veehouderij: niet meer couperen van biggenstaartjes of onthoornen van kalfjes en geitjes. Geen eendenkooien zonder water of konijnenhouderijen zonder mogelijkheid tot graven. De wetswijziging riep ook verwarring op. Had die betrekking op huisdieren? Mag je nog wel een konijn in een hok of een hond aan de lijn houden? Nog steeds heerst er onduidelijkheid.

Door vragen te stellen over het leven van dieren in de veeteelt, dierentuinen en toeristenindustrie, zijn er ongetwijfeld ook meer mensen gaan nadenken over het welzijn van hun huisdieren. Altijd maar snuffelen op dezelfde twaalf vierkante meter tuin. Hebben mijn nieuwsgierige konijnen niet veel meer nodig dan dat?

Ik leg mijn vragen voor aan Bernice Bovenkerk, dierethicus aan de Wageningen Universiteit en lid van de Raad voor Dierenaangelegenheden. Zij onderzoekt hoe we het welzijn van dieren serieuzer kunnen nemen en gaat daarbij uit van ‘agency’ van het dier, waaronder ze verstaat: de mogelijkheid van een levend wezen om de wereld te kunnen beïnvloeden. „Het heeft alles te maken met keuzevrijheid en zelf beslissingen kunnen nemen”, zegt Bovenkerk. Neem dieren in de dierentuin. „Omdat bezoekers de dieren willen zien, gingen de hekken van het binnenverblijf meestal dicht. Blijven die hekken open, dan zijn de dieren veel minder gestrest, blijkt uit onderzoek. Niet omdat ze graag naar binnen willen, maar omdat ze de mogelijkheid hebben naar binnen te gaan.”

Geen eigenaar

Een blij beest moet controle kunnen uitoefenen over zijn eigen situatie, laat onderzoek keer op keer zien. Dieren zijn geen wezens zonder bewustzijn die slechts hun instinct volgen en waar verder weinig in omgaat, zoals vroeger werd gedacht, benadrukt Bovenkerk. Honden, konijnen, vogels; ze hebben allemaal een rijke innerlijke belevingswereld, gevoelens als vreugde en angst. Sommige soorten maken zelfs toekomstplannen. Neem de struikgaai, een zangvogel die precies dát type voedsel verstopt dat waarschijnlijk de volgende dag niet beschikbaar is als ontbijt. Wat betekent dit alles voor de konijnen in mijn tuin? „Tot op zekere hoogte kun je huiskonijnen meer zeggenschap geven door ze los te laten lopen en meer vrijheid te geven, misschien ook in wat of wanneer ze willen eten, zodat ze hun capaciteiten kunnen ontwikkelen en benutten.”

Jip en Puck zitten niet in een hok, dat is al veel meer dan het merendeel van de 1,2 miljoen Nederlandse huiskonijnen. Maar toch. Ze komen van een dierenhandel, waar met konijnen wordt gefokt om er geld mee te verdienen, de vrouwtjes telkens opnieuw zwanger gemaakt, de jonkies al met acht weken verkocht. In een doos kreeg ik ze mee, alsof ik een nieuwe televisie had uitgezocht. Nog steeds vraag ik me af of de andere jonkies uit het nestje ook een thuis hebben gevonden, en zo niet, wat er dan met ze is gebeurd.

Ergens voelt het vreemd om deze levende wezens te zien als mijn eigendom, over wiens leven ik zulke bepalende beslissingen kan nemen. Bovenkerk: „Juridisch gezien kan het verstandig zijn om ‘eigenaarschap’ te hebben, dat maakt je verantwoordelijk voor het welzijn van het dier. Maar puur moreel gezien kun je geen eigenaar zijn. Dat zou suggereren dat een dier een ding is. Je bent ook geen eigenaar van je kinderen.” De gezaghebbende Amerikaanse filosoof en dierenrechtenactivist Gary Francione, als hoogleraar verbonden aan de Rutgers University Law School in New Jersey, gaat er heel ver in. Hij is de grondlegger van de ‘abolitionist’-benadering, het op dierenrechten gebaseerde verzet tegen elk gebruik van dieren door mensen. Zo gebruikt hij voor het bezit van gedomesticeerde dieren de analogie met slavernij. Een dier dat beknot wordt in zijn autonomie, en dus niet zijn eigen levensplan kan uitvoeren, ook al is het zich daar niet van bewust, is in zijn ogen een rechteloze slaaf. Franciones idee: ophouden met huisdieren houden. De honden, katten, knaagdieren en vogels die we nog hebben, steriliseren en daarna is het klaar.

Goed compromis

Gisteren maakte Puck gekke sprongetjes in de tuin, een teken van vreugde. Misschien zijn Puck en Jip wel hartstikke gelukkig, als mijn eigendom. De beste test om erachter te komen of ze in onze achtertuin willen zijn, is door ze de optie te geven weg te gaan als ze willen, had Bovenkerk gezegd. Binnen de literatuur van de dierethiek wordt resistance, weerstand bieden, oftewel weglopen of ontsnappen, zelfs opgevat als een politieke handeling van het dier. Een olifant die bijvoorbeeld uitbreekt uit de dierentuin, zou dat doen uit verzet tegen zijn situatie, in een strijd om zichzelf te bevrijden van de onderdrukking.

In theorie is het een interessant experiment. In het echte leven: veel te gevaarlijk voor mijn konijnen. Eén agressieve hond en ze zijn er geweest, als ze al niet meteen onder een auto terechtkomen. En wat als ze besluiten de wijde wereld in te trekken om nooit meer terug te komen? Accepteer ik dan hun wensen?

In literatuur van de dierethiek wordt weglopen opgevat als politieke handeling van het dier

Ik wil mijn konijnen bij me houden, maar wel op de best mogelijke manier, door recht te doen aan hun capaciteiten en belevingswereld. Onze relatie is niet perfect. Ze kunnen door hun gevangenschap niet precies doen wat ze willen, maar daartegenover staat dat ze medische zorg, voedsel en bescherming tegen predatoren krijgen, waardoor ze waarschijnlijk hun wilde soortgenoten ruim zullen overleven. Mijn konijnen zijn vrij om te rennen, te graven, zich te verschuilen (voor mij en voor elkaar) en te eten wanneer ze willen. Voor mijn eigen geruststelling klinkt dit als een goed compromis.

Als ze de achterdeur horen, schieten ze tevoorschijn uit hun schuilplaats. Puck draait rondjes om mijn voeten en gaat op zijn achterpoten staan. „Kom maar”, zeg ik, en laat de deur openstaan. Hij springt op de keukenmat, hopst door naar de woonkamer en begint rond te snuffelen. Jip blijft buiten, op veilige afstand.

Het lijken in ieder geval hun eigen keuzes.

Foto’s Getty Images, bewerking NRC

Lees verder…….