Hoe spannend is het wetsvoorstel verantwoord en duurzaam ondernemen?

Vier vragen over de nieuwe wet Kinderarbeid, slavernij, milieuschade, ontbossing: de Wet duurzaam internationaal ondernemen wil grote bedrijven dwingen na te gaan of hun producten geen grote schade veroorzaken voor mens of milieu.

Burgers helpen bij de reddingsoperatie nadat de acht verdiepingen tellende kledingfabriek Rana Plaza is ingestort in Dhaka, Bangladesh in april 2013. Bij de ramp kwamen 1.134 mensen om het leven.
Burgers helpen bij de reddingsoperatie nadat de acht verdiepingen tellende kledingfabriek Rana Plaza is ingestort in Dhaka, Bangladesh in april 2013. Bij de ramp kwamen 1.134 mensen om het leven.

Foto Zakir Hossain Chowdhury/Corbis via Getty Images

Opeens had een relatief onbekende wet alle aandacht. Boskalis-topman Peter Berdowski waarschuwde begin deze maand voor het wetsvoorstel verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen. Die zou, zo zei hij tegen het Financieele Dagblad, hem het ondernemen „onmogelijk maken”. Volgens Berdowski zou het „activistische deel van de maatschappij een bovenmatige invloed hebben gekregen op beleid”. De baas van het internationale baggerbedrijf dreigde (weer, want dat gebeurde al eerder) met een vertrek uit Nederland.

De uitspraken deden een mediastorm oplaaien. „Als er straks iets mis is bij een toeleverancier van een toeleverancier van een toeleverancier in Nigeria kan het gebeuren dat jij als ceo naar de gevangenis gaat”, zei Ingrid Thijssen van bedrijvenkoepel VNO-NCW maandag bij Op1. Voorstanders gaven juist tegengas. „Nederlandse bedrijven snakken naar goede wetgeving op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen”, schreven directeuren van onder meer Zeeman, CNV Internationaal en ASN Bank dinsdag in Trouw. Ze riepen op de wet „snel in te voeren”.

Woensdag houdt de Tweede Kamer een hoorzitting over het wetsvoorstel. Vier vragen over de nieuwe duurzaamheidswet.

1 Wat staat er in de wet?

Kinderarbeid, moderne slavernij, ernstige milieuschade, ontbossing of landroof. Met deze wet moeten grote bedrijven proberen na te gaan of hun producten geen grote schade veroorzaken voor mens of milieu. Om dat goed te weten, moeten ze ook controleren of hun onderaannemers, en eventueel de onderaannemers daarvan, mogelijk aan zulke kwalijke activiteiten doen. „Het is heel simpel”, zegt D66-Kamerlid Alexander Hammelburg, een van de initiatiefnemers van de wet. „Niemand wil een trui kopen die gemaakt is met kinderhanden. Maar als je als consument nu een winkel ingaat, dan heb je daar geen idee van. Dat moet afgelopen zijn.”

Bedrijven moeten zich zorgen maken om zaken als palmolie of kleding gemaakt door Oeigoerse dwangarbeiders

Deze wetgeving zit er „al ontzettend lang aan te komen”, zegt Hammelberg. De discussie over maatschappelijk verantwoord ondernemen werd tien jaar geleden aangezwengeld toen in 2013 in Bangladesh een gebouw met kledingfabrieken instortte. Meer dan elfhonderd mensen kwamen om, en duizenden mensen raakten gewond. Ondanks zorgen over illegale verdiepingen op het gebouw en scheuren, waren mensen er toch aan het werk gezet.

Nederland is lid van de OESO, en onderschrijft daarmee internationale richtlijnen op het gebied van bewust ondernemen. Op basis van die normen werden ook al in allerlei sectoren ook convenanten gesloten. In het regeerakkoord van Rutte III stond al dat deze convenanten na twee jaar zouden worden geëvalueerd om te zien of er dwingende maatregelen nodig waren. Uit een evaluatie bleek bijvoorbeeld dat maar 35 procent van de grote ondernemingen in Nederland de OESO-richtlijnen onderschrijft. Inmiddels zijn veel bedrijven het er zelf ook mee eens dat het niet vanzelf gaat en wetgeving nodig is.

2 Wat zeggen tegenstanders (buiten Boskalis)?

Tegenstanders wijzen naar de Europese Unie. Daar wordt gesproken over een conceptrichtlijn voor maatschappelijk ondernemen. „We vinden het goed dat er wetgeving komt”, zegt Thijssen van VNO-NCW. „Bedrijven willen verantwoordelijkheid nemen, maar het móet Europees. Nederland moet het niet alleen doen.” Zo niet, zegt Thijssen, „komen verschillende landen bij een en dezelfde fabriek met allemaal andere eisen afhankelijk van de wetgeving in hun land.”

Ook zou de wet volgens Thijssen meer mogelijkheden moeten bieden om samen te werken. „Om geen dubbel werk te doen en af te spreken: dat bedrijf controleert die fabriek, en dat bedrijf die.” Ze noemt hoge kosten die moeten worden gemaakt en het aannemen van extra personeel. „Het is ontzettend veel extra werk om in je keten te ontdekken waar dingen niet goed gaan, en het op te lossen.”

3 Wat zeggen voorstanders?

Voorstanders zien het als een ‘ondergrens’ voor verantwoord ondernemen. Bedrijven zouden zich echt zorgen moeten maken om zaken als palmolie of kleding gemaakt door Oeigoerse dwangarbeiders. „Na jaren praten is de tijd van vrijblijvendheid wel voorbij”, zegt Maria van der Heijden van MVO Nederland een koepel voor duurzame bedrijven.

Er wordt door grote, niet-duurzame bedrijven een lobby gevoerd tegen deze wetgeving. Dat vertraagt de boel enorm

Het argument dat Nederland alleen optrekt, klopt niet, zegt Van der Heijden. „Er wordt steeds genoemd dat België zulke wetgeving niet heeft, en dat is zo flauw. Heel veel landen om ons heen hebben wel al zulke wetgeving. Denk aan Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.” Wachten op de EU gaat veel te lang duren, zegt Van der Heijden. Dat kan zomaar nog vijf jaar duren. Dat vreest ook D66-Kamerlid Hammelburg. „In Europa wordt een stevige lobby gevoerd tegen zulke wetgeving door grote, niet-duurzame bedrijven. Dat vertraagt de boel enorm.”

Als deze wet wordt ingevoerd, komt er een gelijk speelveld voor duurzame bedrijven, zegt Van der Heijden. „Wij kennen bijvoorbeeld een natuursteenbedrijf dat materiaal in Italië kocht. Ze kwamen erachter dat het natuursteen uit India kwam en kwamen daar kinderarbeid tegen. Om dat tegen te gaan maakten ze afspraken. Het kost tijd en geld om dat uit te zoeken. Andere natuursteeninkopers letten alleen op prijs.”

4 Hoe zit het met die strafrechtelijke vervolging?

In verschillende versies van het wetsvoorstel wijzigden de passages over strafrechtelijke handhaving, zegt Frederike Ahlers, advocaat op het gebied van milieustrafrecht bij Van Doorne. Eerder was het inderdaad zo dat bedrijven (in het uiterste geval) ook konden worden vervolgd voor kwalijke activiteiten van onderaannemers. „In de laatste versie van het voorstel is strafrechtelijke handhaving alleen nog mogelijk gemaakt bij één bepaalde verplichting”, zegt Ahlers. „Namelijk de verplichting om bij jaarverslagen ook te rapporteren over gepaste zorgvuldigheid, kort samengevat: over het beleid en maatregelen op het gebied van milieu en mensenrechten.” Hoewel het de praktijk is dat ondernemingen en bestuurders eerst via toezichthouders worden gewaarschuwd als ze de wet niet naleven en bij bedrijven hoogstens bestuursrechtelijk worden gehandhaafd, laat de wet wel de optie open om naast het bestuursrecht ook op strafrechtelijke vervolging over te gaan, zegt Ahlers.

Lees verder…….