Pensioenfondsen stellen hun kolossale berg geld beschikbaar om de energietransitie mee aan te wakkeren

Ze zijn met veel, hebben ongelooflijk diepe zakken en zien een groot probleem dat volgens hen de vooruitgang van Nederland bedreigt. En om dat probleem op te lossen, stellen ze graag wat van hun miljarden ter beschikking. Mits de politiek natuurlijk een beetje meewerkt.

Met ‘ze’ worden hier de vijf grootste pensioenfondsen van Nederland bedoeld: ABP, PFZW, PME, PMT en BpfBouw. Samen zitten die op een kolossale geldberg van ongeveer 900 miljard euro. En met ‘het probleem’ gaat het om de energietransitie. Die gaat lang niet zo snel als nodig om gevaarlijke klimaatverandering af te wenden.

Woensdag werd via het Financieele Dagblad bekend dat deze vijf pensioenfondsen een brief aan informateurs Elbert Dijkgraaf (SGP) en Richard van Zwol (CDA) hebben gestuurd met een voorstel om een stevige bijdrage te leveren aan de energietransitie. NRC heeft die brief ook ingezien. De brief komt op een pikant moment. Vier rechtse partijen proberen een coalitie te smeden, waarvan in ieder geval de PVV, de grootste, weinig op heeft met de energietransitie. Die partij wil juist zo weinig mogelijk geld verspillen aan ‘groene onzin’.

Ook opvallend: vanuit de politiek en maatschappelijke organisaties werd de afgelopen tijd geregeld een beroep gedaan op de pensioenfondsen met hun enorme spaarpotten voor het financieren van belangrijke maatschappelijke opgaven. Om te beginnen omdat de regering zelf niet alles zou kunnen betalen. Naast de energietransitie ging dat ook om oproepen om mee te investeren in de zorg, de woningbouw en defensie. Aan die oproepen lijken de pensioenfondsen de laatste tijd steeds meer gevolg te geven.

In de brief stellen de pensioenfondsen voor dat ze ettelijke – een concreet bedrag wordt niet genoemd – miljarden van hun totale beheerde vermogen willen investeren in de transitie. In het bijzonder willen ze geld steken in infrastructuur zoals stroom- en warmtenetten. Die infrastructuur kun je zien als de ruggengraat van de energietransitie: zonder een adequaat hoogspanningsnetwerk bijvoorbeeld geen ‘elektrificatie’ van woningen en fabrieken.

Op alle fronten mis

Op dit moment gaat het juist op alle fronten mis met die infrastructuur. Het stroomnet zit zo vol dat bedrijven vrijwel nergens snel een nieuwe aansluiting kunnen krijgen. Ze komen vaak op een (lange) wachtlijst. De netbeheerders zijn daarom naar eigen zeggen bezig met een ‘historische’ uitbreiding van het stroomnet. Maar dat kost bakken vol geld, en bovendien veel tijd. Alleen al Tennet, het staatsbedrijf dat het landelijke stroomnet beheert, voorziet op dit moment een kostenpost van tientallen miljarden euro’s voor de verzwaring van het netwerk. Gedurende de komende tien jaar.

De ‘verstopping’ van het net zien de pensioenfondsen als grootste obstakel voor de verdere overgang naar een schonere energievoorziening. Bestuursvoorzitter Eric Uijen van PME, een van de betrokken fondsen, zegt in een telefonische toelichting: „Dit probleem moet echt heel snel worden opgelost. Want anders zullen consumenten en bedrijven over een tijdje niet altijd meer stroom kunnen krijgen wanneer ze die nodig hebben. De tekorten zullen dan verdeeld moet worden en dat gaat pijn doen. Bedrijven stagneren, willen misschien niet meer verder investeren, en dat tast de werkgelegenheid weer aan. Zo krijg je een negatieve spiraal. Dat is geen goed toekomstbeeld.”

Voorwaarden

Tegelijk stellen de fondsen hun miljarden niet zomaar beschikbaar, blijkt uit de brief. De pensioenfondsen stellen een aantal voorwaarden. Een daarvan is zekerheid en stabiliteit van beleid. Als het kabinet vandaag besluit om de handen ineen te slaan met de pensioenfondsen voor de verzwaring van het stroomnetwerk, is het niet de bedoeling dat een volgend kabinet dat beleid weer bij het grofvuil zet. „Wij vragen de overheid […] een leidende rol te nemen en te houden in het verschaffen van duidelijk meerjarig beleid op de energietransitie […]”.

Ook willen de pensioenfondsen dat de overheid een deel van de financiële risico’s van de investeringen overneemt. Want investeringen in nieuwe en soms nog onzekere (energie)technologieën kunnen immers slecht uitpakken. Terwijl pensioenfondsen een wettelijke plicht hebben om voorzichtig om te gaan met de ingelegde premies van hun deelnemers. Ook zijn er nog kritische pensioendeelnemers van de fondsen zelf, die vrezen voor hun uitkeringen, omdat hernieuwbare energie-investeringen nu niet altijd goed renderen. Al dringt het grootste deel van hun achterbannen volgens de fondsen juist aan op groenere beleggingen.

Cruciale infrastructuur

Een pikante kwestie die de pensioenfondsen verder aanstippen is dat voor eventuele investeringen in het hoogspanningsnet een oplossing moet worden gevonden voor de huidige eigendomsbeperkingen. Het is bij wet verboden in Nederland voor private partijen om een belang te nemen in cruciale infrastructuur. De overheid wil, onder andere, het ‘lot’ van die infrastructuur niet laten bepalen door commerciële partijen. Dat zijn „grenzen” die de pensioenfondsen „beperken in het investeren in de Nederlandse energietransitie”.

Pensioenfondsen kunnen nu wel op een andere manier investeren in die netten, ze kunnen bijvoorbeeld Tennet gewoon geld lenen – wat ze ook doen trouwens. Maar gelet op de financiële risico’s die aan dat soort beleggingen kleven, doen de fondsen dat maar tot op zekere hoogte. Er zou meer geld gemobiliseerd kunnen worden als de pensioenfondsen een rechtstreeks belang kunnen nemen in die netten en de overheid een deel van de risico’ draagt. Uijen: „We begrijpen heel goed dat stroomnetten in handen van de overheid moeten zijn. Maar als je ze ‘investeerbaar’ wilt maken, moet je toch wat bedenken.”

Concreet ziet hij de volgende oplossing voor zich. Als de pensioenfondsen zouden samenwerken met bijvoorbeeld een staatsinvesteringsvehikel zoals Invest-NL, kan dat vehikel het eigenaarschap op zich nemen en vloeien alleen de eventuele rendementen (deels) naar de pensioenfondsen. De fondsen hopen sowieso op een belangrijke rol voor Invest-NL als hun voorstel ‘landt’ in Den Haag, omdat deze organisatie bij uitstek uitgerust zou zijn om de regie te houden op de energietransitie.

Geld als oplossing?

Wat de netbeheerders van het voorstel vinden? Een woordvoerder van de brancheorganisatie, Netbeheer Nederland, zegt dat met extra geld het probleem van het volle stroomnet nog niet opgelost is, al noemt hij het „goed” dat er ook door de pensioenfondsen gekeken wordt naar de energietransitie. Geld is namelijk maar „in beperkte mate een knelpunt”. „Daarnaast hebben we te maken met tekorten aan werknemers, een tekort aan ruimte om te bouwen en tijdrovende procedures en vergunningsverlening.” Die obstakels worden niet weggenomen.

Bij de pensioenfondsen beseffen ze dat ook. Uijen: „Die zaken moet ook worden opgelost. Maar aan geld is echt wel een tekort, dat heeft het kabinet zelf aangegeven. Die schakel kunnen we in ieder geval versterken. En dat lijkt me geen onbelangrijke.”

Zorgen over een mogelijk klimaat-sceptisch volgend kabinet heeft hij overigens niet. „Ook een nieuw kabinet kan zijn ogen niet afwenden van dit probleem. Het lijkt me een kwestie van gezond verstand dat we proberen te voorkomen dat huishoudens en bedrijven straks soms van het net af worden gehouden.”