Hoe Microsofts Copilot vleugels kreeg door het wankele OpenAI

De gewilde techniek van OpenAI zit nu in alle belangrijke Microsoft-producten, van Paint tot Powerpoint. Maar toen crashte OpenAI.

Alles is weer koek en ei tussen Microsoft en OpenAI. Tenminste, als je Satya Nadella mag geloven. De baas van Microsoft greep subiet in na het losbarsten van de interne machtsstrijd bij OpenAI, de bedenkers van ChatGPT.

Voor wie het gemist heeft: de gedreven OpenAI-baas Sam Altman werd vorige week vanuit het niets ontslagen. Nadella bood hem, en diens gehele team, meteen een baan aan, om te voorkomen dat concurrenten hen zouden wegkapen. Voordat Altman zijn toegangspas bij Microsoft kon ophalen, was hij al terug bij OpenAI.

Het gebeurt niet vaak dat de ego’s uit San Francisco zo met elkaar over straat rollen. Alsof zes seizoenen van de hilarische serie Silicon Valley in één week waren gepropt (nog steeds te zien op HBO, een aanrader).

In een vakkundig niets-aan-de-handinterview met Bloomberg liet Nadella weten alles onder controle te hebben. Er glipte wel een zinnetje tussendoor dat zijn ergernis verklapte: „Surprises are bad.” Op verrassingen zit je niet te wachten als je het op één na waardevolste bedrijf ter wereld (beurswaarde 2.700 miljard dollar) leidt, dat zijn toekomst bouwt op het wankele fundament van een briljante, maar onvoorspelbare partner.

De machtsstrijd bij OpenAI legt een kwetsbaarheid bloot die Nadella liever bedekt laat. De techniek van OpenAI, hoe pril ook, zit al in alle belangrijke Microsoft-producten, van Paint tot Powerpoint. De nieuwe versies van deze software kun je vanaf deze maand op je bureaublad verwachten: Copilots, assistenten die je helpen bij alledaagse taken in de Office-kantoorsoftware en besturingssysteem Windows.

Ongeveer anderhalf miljard Microsoft-gebruikers wereldwijd krijgen hulp van copiloten die snel een afbeelding kunnen bedenken, mails opstellen en die je tijdrovende Excel-klusjes uit handen nemen. Onder de motorkap draait de generatieve AI van OpenAI, toonaangevend op dit terrein.

De geest van Gates

Microsoft-oprichter Bill Gates, adviseur van zowel Microsoft als OpenAI, had het al vroeg in de peiling. AI is volgens hem de computer van de toekomst. Hij noemt kunstmatige intelligentie de vierde digitale revolutie: eerst was er de computer zonder scherm, toen de grafische versie (Windows en Mac) en daarna kwam het internet.

Gates slaat voor het gemak even de mobiele revolutie over – Microsoft verloor het op dat gebied van Apple en Google.

Op AI-terrein was Microsoft aanvankelijk ook geen koploper. Het bedrijf werkt al jaren aan kunstmatige intelligentie, maar boekte daar op eigen kracht weinig succes mee. Zo was de digitale assistent Cortana een kort leven beschoren omdat de technologie volgens Nadella ‘oerdom’ was.

De samenwerking met OpenAI gaf Microsoft echter vleugels. Microsoft was er in 2019 als de kippen bij toen OpenAI datacenters nodig had om de loodzware berekeningen uit te voeren voor de taalmodellen die ChatGPT zo slim maken. Brad Smith, de nummer twee in het Microsoft-bestuur, verwoordde het in NRC zo: „Zij hadden een supercomputer nodig, wij konden die voor hen bouwen.”

Zo werd OpenAI de belangrijkste copiloot van Microsoft zelf: een technologie waarmee het aartsconcurrent Google opeens op achterstand kon zetten. Microsofts eigen AI-team werd aan de kant geschoven en alle ballen gingen op OpenAI. Het was een goede gok.

Een moeilijke relatie

Microsoft stak meer dan 11 miljard dollar in een bedrijf met een gespleten structuur: het OpenAI-bestuur heeft geen winstoogmerk, de start-up daaronder wel. Een mogelijkheid om OpenAI over te nemen was er niet, en zo groeide een gecompliceerde relatie tussen een sexy start-up en een techreus van middelbare leeftijd (48 jaar).

Hoe complex? Microsoft is klant en investeerder tegelijk, en ook nog eens concurrent: beide bedrijven verkopen toegang tot dezelfde AI-modellen.

Microsoft heeft dus geen volledige controle over OpenAI’s technologie, maar wel het recht op het intellectuele eigendom, de broncode en belangrijkste afgeleide software. Stel dat Altman daadwerkelijk was overgestapt naar Microsoft, dan zou Satya Nadella helemaal de hoofdprijs hebben gewonnen: én toegang tot de techologie én het talent, én de rekenkracht om nieuwe vormen van kunstmatige intelligentie te ontwikkelen.

Nu Altman terugkeert naar OpenAI, dwingt Microsoft een bestuurswisseling af die het bedrijf meer grip geeft op de glibberige hybride structuur van zijn belangrijkste partner van dit moment. „We zullen ons nooit, nooit meer zo laten verrassen”, zei Nadella tegen Amerikaanse media. De copiloot mag geen ongeleid projectiel worden.

Waarschijnlijk zou een vrijgevochten ondernemer als Altman het sowieso niet lang volgehouden hebben in de bureaucratische kooi van Microsoft. Sleutelen aan een slimme assistent voor Word en Excel is iets anders dan de race naar AGI – artificial general intelligence, kunstmatige intelligentie die de mens in elke intellectuele taak de baas kan zijn. Ook Nadella droomt van AGI maar Microsoft experimenteert vooral met Bing Chat in zijn zoekmachine en browser, producten waarmee het weinig marktaandeel heeft en weinig te verliezen. Voor zakelijke toepassingen, zoals Office, is het afbreukrisico door AI-missers veel groter. Muizenstapjes dus.

AI-strijd draait om chips

Microsoft kijkt verder dan ChatGPT en OpenAI: het wil zich onmisbaar maken door een plek aan te bieden waar iedereen aan generatieve AI kan knutselen. Zo bouwt Microsoft een grote AI-computer waar alle taalmodellen welkom zijn – ook die van Meta bijvoorbeeld.

Azure AI, zo heet het, is een soort garage voor chatbots, draaiend in datacenters waar Microsoft inmiddels ook zijn eigen AI-chips voor bouwt. Daarnaast kocht het honderdduizenden peperdure Nvidia-processors voor AI-berekeningen. De AI-strijd draait om die halfgeleiders: Microsofts marktwaarde is verdubbeld sinds ChatGPT uitkwam, die van Nvidia verdrievoudigde.

Er is zoveel computerkracht nodig dat Microsoft zelfs een deal heeft gesloten met concurrent Oracle. Deze keer papt Nadella niet aan met een prille non-profit, maar met de bijna 80-jarige Oracle-oprichter Larry Ellisson – nog steeds erg fit en erg multimiljardair. Vijfentwintig jaar geleden vochten Oracle en Microsoft elkaar nog de tent uit, nu zien ze samen een kans om geld te verdienen. Daardoor verdwijnen doorgaans alle bezwaren van tafel.

Wie dacht dat Silicon Valley via één non-profitorganisatie de onstuimige opkomst van AI in goede banen zou kunnen leiden, kan dat na de OpenAI-soap definitief vergeten. Big tech heeft het roer weer onder controle, dus alles is weer koek en ei.

Lees verder…….