Advies: politiek, kijk niet meer weg van het probleem van de wegwerpmaatschappij

Je zou het de olifant in de kamer kunnen noemen. Het probleem van de ‘wegwerpmaatschappij’: Nederlanders kopen steeds meer spullen, met veel CO2-uitstoot en milieuschade tot gevolg. Een adviesorgaan voor de Nederlandse regering oordeelt dat het „ontbreekt aan beleidsaandacht” voor het probleem van de wegwerpmaatschappij. In andere woorden: de politiek doet er veel te weinig tegen.

Het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) – dat uitkomt op consumptiefeest Black Friday – dringt aan op maatregelen tegen snelle aankopen (zoals fast fashion) en de neiging van fabrikanten om spullen van slechte kwaliteit te produceren. Beleid gaat nu vaak over verduurzaming, of recycling, maar de wegwerpmaatschappij „is de echte barrière voor de noodzakelijke omslag naar een duurzame economie”, schrijf de Rli.

De raad adviseert vergaande maatregelen. Zoals het op termijn invoeren van heffingen op producten met een hele korte levensduur of schadelijke effecten voor het milieu, zoals gelijmde polyester (oftewel plastic) kleding die snel uit elkaar valt. Ook willen ze dat stuntprijzen voor producten die aanzetten tot impulsaankopen worden ontmoedigd, of zelfs verboden. Verder moet er een verbod komen op het vernietigen van onverkochte voorraden (zoals kleding die niet wordt verkocht door snel wisselende collecties).

Lees ook Kortingenfeest Black Friday negeren? Dat valt echt niet mee

<strong>Black Friday-kortingsaanbiedingen</strong> in winkeletalages in Amsterdam op dinsdag 21 november.

Het advies schetst hoe de wegwerpmaatschappij zo ingebakken raakte in ons economisch systeem. Sinds de jaren zestig is productie steeds meer verplaatst naar lagelonenlanden en werden spullen relatief goedkoper. De Rli berekende dat een zwart-wittelevisie begin jaren zestig voor iemand met een modaal inkomen meer dan een bruto maandsalaris kostte. Nu kan je zes smart kleurentelevisies kopen met één bruto maandinkomen.

Tegelijk gaat diezelfde smart kleurentelevisie gemiddeld minder lang mee dan de zwart-wittelevisie van toen. Spullen worden eerder afgedankt, door nieuwe trends en doordat ze sneller stuk gaan. In de concurrentiestrijd om de goedkoopste producten zijn fabrikanten overgeschakeld naar goedkope materialen en productiemethoden. Denk aan meubels die gemaakt zijn van laagwaardig plaatmateriaal, met schadelijke lijmen aan elkaar geplakt. Inmiddels bestaat 60 procent van de in Nederland verkochte meubels uit fast furniture, aldus de Rli. Zulke meubels worden veelal geproduceerd in China.

Momenteel consumeren we meer dan ooit. De Nederlandse consumptie is sinds 1995 met 58 procent gestegen. De winning van grondstoffen voor al die spullen veroorzaakt lucht-, bodem- en watervervuiling en tast de biodiversiteit aan. Denk aan de winning van grondstoffen als ijzer, aluminium, goud, kobalt en lithium voor mobiele telefoons. Katoen wordt geteeld met giftige bestrijdingsmiddelen en kleding wordt met giftige chemicaliën gekleurd.

Maar juist doordat spullen goedkoop zijn, kunnen ook mensen met een kleine beurs ze betalen. De verkiezingsuitslag deze week heeft weer onderstreept dat niet iedereen milieu op de eerste plek heeft staan, dat bestaanszekerheid belangrijker voor hen is. Wil het rapport deze groep betuttelen?

„Nee, helemaal niet”, zegt André van der Zande, raadslid bij de Rli. Volgens hem kan de serie maatregelen mensen met een kleine beurs juist helpen, omdat spullen nu veel te snel kapot gaan. „Wij willen ervoor zorgen dat we consumeren binnen planetaire grenzen. En die worden meer dan overschreden.”

Zowel in de politiek als in de maatschappij, schrijft de Rli, wordt de „urgentie” voor het aanpakken van de wegwerpmaatschappij onvoldoende gezien. „De omschakeling naar een duurzame en circulaire economie krijgt in het kabinetsbeleid een stiefmoederlijke behandeling en de benodigde afbouw van de wegwerpmaatschappij is überhaupt nog niet in beeld.”

Als het over duurzaamheid gaat, aldus de Rli, noemen politici vaak de kleine, innoverende groene start-ups. Maar: „Verreweg de meeste duurzaam werkende ondernemers zijn niet blijvend succesvol”, zegt Van der Zande. Ze „kunnen eenvoudigweg niet op prijs concurreren met niet-duurzame producten. De bedrijven houden maar een klein aandeel van de markt, terwijl wat wij jaarlijks consumeren en weggooien nog steeds blijft groeien. Dat is de ongemakkelijke waarheid.”

Maar hoe keer je zo’n grote, wereldwijde trend van groeiende consumptie, inmiddels een belangrijk onderdeel van ons economisch systeem? Met een „groot pakket maatregelen, die eigenlijk allemaal tegelijk moeten gebeuren”. De Rli komt met een serie actiepunten. Een selectie daarvan, onderverdeeld in vier pijlers.

1. Duurzaam produceren afdwingen en eerlijk beprijzen stimuleren

De Nederlandse overheid zou zich volgens de Rli hard moeten maken voor een ambitieuze invulling en uitvoering van EU-wetgeving, bijvoorbeeld over dat producten goed repareerbaar moeten zijn. En regels afdwingen dat fabrikanten eerlijker zijn over hoe een product gemaakt is.

Als bedrijven niet kunnen aantonen dat producten zonder (grote) milieuschade zijn geproduceerd, zouden extra belastingheffingen in beeld moeten komen, of zouden de spullen niet meer verkocht mogen worden.

Een andere, interessante aanbeveling: een belastinghervorming waarbij arbeid lager, en het gebruik van grondstoffen hoger wordt belast. Op die manier zou het bedrijfsleven worden gestimuleerd de aarde niet uit te putten.

2. Inzetten op een langere levensduur van producten

De reparatiemarkt moet snel professioneler worden. Een concreet voorstel is het afschaffen van de btw op reparatiediensten, om de branche een lift te geven. Zo heeft de Zweedse overheid in 2017 belastingvoordelen ingevoerd voor onder andere reparaties aan kleding, schoenen, fietsen, koelkasten en wasmachines.

Ook moeten reparateurs toegang krijgen tot reserve-onderdelen van alle elektronicaketens, zodat ze bijvoorbeeld smartphones kunnen repareren. In de auto-industrie mogen erkende reparateurs met reserve-onderdelen van alle merken werken, maar bij de elektronicabranche moeten reparateurs eerst over een (dure) licentie beschikken.

Ook de tweedehandsmarkt zou een impuls moeten krijgen, door het verplichten van tweedehandsaanbod in grotere winkelketens.

3. Stuur op hergebruik en hoogwaardige recycling

Jaarlijks verscheept Nederland honderden miljoenen kilo’s plastic afval naar verre landen zoals Vietnam. Ook kleding belandt vaak in verre landen, en wordt soms gedumpt op illegale vuilnisbelten, waar ze wordt verbrand.

De overheid zou nog sterker moeten inzetten op betere inzameling, sortering en recycling, aldus de Rli.

Lees ook Nederland tegen verbod op het verschepen van plastic afval naar buiten de EU

Werknemers van een afvalverwerkingslocatie in Indonesië sorteren plastic afval. Nederland is de grootste exporteur van afval naar Indonesië.

Bedrijven moeten worden gestimuleerd gerecyclede grondstoffen te gebruiken. Dat kan bijvoorbeeld door de meerkosten ervan in mindering te brengen op de vennootschapsbelasting.

Ook zouden fabrikanten van grote producten verplicht moeten worden hun spullen bij mensen aan de voordeur terug in te nemen. Denk aan afgedankte matrassen en wasmachines. „Wij hebben daar de kennis van logistiek al voor, aangezien we ook in staat zijn om alle spullen binnen 24 uur bij mensen voor de voordeur te krijgen”, zegt Van der Zande.

Er zou ook statiegeld moeten worden ingevoerd voor accu’s en batterijen. De Rli merkt bovendien op dat in steeds meer producten batterijen zitten. Van lichtjes in kinderschoenen tot elektrische zwangerschapstesten. Zulke spullen belanden vaak bij het restafval, in plaats van bij het chemisch afval, omdat mensen nauwelijks beseffen dat het elektronische apparaten zijn.

4. Steun burgers bij het maken van bewuste keuzes en bescherm ze tegen manipulatie

Het advies komt niet voor niets uit op Black Friday. „Eigenlijk is dat één grote manipulatie, van koop nu, koop nu – anders mis je iets belangrijks”, zegt Van der Zande. „Ongelooflijk slimme gedragspsychologen draaien achter de schermen aan allerlei marketingknoppen. Het is heel lastig je daar als consument tegen te verweren.”

De Rli wil dat producten een levensduurlabel en reparatielabel krijgen, met eerlijke informatie over de te verwachten gebruiksduur, en hoe makkelijk het repareren is. In Frankrijk is er al zo’n reparatielabel, dat wordt gebruikt bij onder meer wasmachines, grasmaaiers, laptops en smartphones.

In het uiterste geval zouden stuntprijzen voor producten die aanzetten tot impulsaankopen moeten worden verboden.

En maak met publiekscampagnes duidelijk dat hoe groen een product ook lijkt, iets níét aanschaffen altijd de duurzaamste optie is, aldus de Rli.

Lees ook Olie is al eng, maar plastic wordt pas echt horror

Olie is al eng, maar plastic wordt pas echt horror

Lees verder…….