Grote personeelstekorten of niet, het kabinet ziet meer arbeidsmigratie niet zitten

Nederlands beleid

Meer arbeidsmigratie toestaan om personeelstekorten op te lossen? In politiek Den Haag is hier geen enkel animo voor. Bedrijven moeten zelf creatiever worden. Door onze redacteur

Seniorenwoningen in aanbouw voor mensen met dementie. Voor woningbouwprojecten zijn technici nodig.
Seniorenwoningen in aanbouw voor mensen met dementie. Voor woningbouwprojecten zijn technici nodig.

Foto Sem van der Wal/ANP

Klagen over personeelsgebrek is inmiddels net zo gewoon als mopperen over het slechte weer. Een natuurverschijnsel waar geen oplossing voor lijkt te zijn. Net als in andere Europese landen is de krapte op de arbeidsmarkt in Nederland ongekend hoog. Tegenover elke 100 werklozen stonden in het derde kwartaal 121 vacatures, al was dat wel minder dan de 143 vacatures van het kwartaal ervoor. Overal kampen werkgevers met roosterproblemen, misgelopen omzet en overwerkte personeelsleden.


Lees ook: Duitsland en Frankrijk zetten in op migranten om arbeidstekorten te bestrijden

Maar waar in landen als Duitsland en Frankrijk de klachten van ondernemers de politiek ertoe hebben gebracht om de regels voor arbeidsmigratie sterk te verruimen, is het animo onder Nederlandse politici – van links tot rechts – voor zo’n stap ver te zoeken, zo bleek het afgelopen jaar tijdens alle debatten over de arbeidsmarkt.

Ook in het kabinet niet. „We willen grip hebben op migratie en dus ook grip op arbeidsmigratie”, zei minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, CDA) nog vorige maand in de Tweede Kamer.

Aan voorzitter Ingrid Thijssen van werkgeversorganisatie VNO-NCW ligt het niet. Zij roept waar het maar kan dat de Nederlandse economie vastloopt zonder extra inzet van geschoolde werknemers van buiten de Europese Unie. Vooral voor alle projecten die gedaan moeten worden in het kader van de energietransitie en de woningbouwdoelstellingen zijn technici nodig. Daar had Nederland er altijd al te weinig van, maar dat wreekt zich nu extra, met circa 60.000 openstaande vacatures. VNO-NCW pleit in navolging van Duitsland voor een gerichte ‘vakkrachtenregeling’ waarmee, zo stelt de werkgeverskoepel, bedrijven structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar zouden kunnen invullen.

Ingeburgerd verschijnsel

De werkgeverslobby heeft tot nu toe weinig succes. Bedrijven moeten creatiever worden in het vinden van oplossingen voor hun personeelstekorten, zo is de teneur bij vrijwel alle politieke partijen in Den Haag. Verleid je werknemers om meer uren te maken, zorg voor technische oplossingen die taken kunnen overnemen van mensen, voor minder administratieve handelingen en geef oudere werkzoekenden de kans om aan de slag te gaan. En ook: zorg ervoor dat statushouders, migranten die op dit moment al in Nederland zijn, beter ingezet worden. Van de mensen die sinds 2014 in Nederland aankwamen en daarna een verblijfsvergunning kregen, heeft slechts 42 procent na vijf jaar een baan, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Daar heeft de overheid ook een rol in: nu mogen vluchtelingen het eerste halfjaar na aankomst in Nederland niet werken. Daarna mag dat, zolang ze geen verblijfsvergunning hebben, maximaal 24 weken per jaar. En ook bij de oproep werknemers meer uren te laten maken, is de overheid belangrijk. Zeker voor lagere inkomensgroepen is extra werk vaak niet aantrekkelijk omdat ze dan meer belastingen betalen en toeslagen kwijtraken.

Binnen de Europese Unie is arbeidsmigratie inmiddels een ingeburgerd verschijnsel. Vooral vanuit landen als Polen zijn de afgelopen decennia veel werknemers voor kortere of langere tijd ook in Nederland aan de slag gegaan. Op dit moment zijn er hier zo’n 500.000 arbeidsmigranten. Zonder die instroom zouden de bouwsector, de kassenteelt of de vleesverwerkende industrie niet kunnen draaien. Echter, een recent idee van de Europese Commissie om meer arbeidsmigratie toe te staan vanuit landen als Tunesië, Marokko en Egypte – met de gedachte dat daardoor het personeelstekort in veel lidstaten kan worden verminderd én het probleem van illegale immigratie wordt aangepakt – viel in Den Haag helemaal verkeerd.

Strengere controle

De Nederlandse politiek heeft slechte herinneringen aan eerdere acties van werkgevers om op grote schaal arbeidskrachten over de grens aan te trekken. Dat geldt voor de massale werving van werknemers uit Turkije en Marokko in de jaren zestig en zeventig, maar ook voor de wijze waarop de afgelopen decennia mensen uit Oost- en Centraal Europa aan het werk worden gezet, vaak via bemiddeling van soms ronduit malafide uitzendbureaus. „Ik deel uw zorgen over arbeidsmigratie, over de arbeidsomstandigheden, over de manier waarop wij in een model terecht zijn gekomen waarin de lusten voor de ondernemer zijn, en de lasten voor de arbeidsmigrant en de samenleving”, zei minister Van Gennip tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eind november.

Arbeidsmigranten leven nu vaak in mensonterende omstandigheden, bleek twee jaar geleden al uit onderzoek van Emile Roemer, in opdracht van het kabinet. In het rapport ‘Geen tweederangsburgers’ deed Roemer, inmiddels Commissaris van de Koning in Limburg, een aantal aanbevelingen om misstanden aan te pakken. Veel aandacht is daarbij gegaan naar de rol van malafide uitzendbureaus, die migranten onderbrengen in slechte huizen, daar fors voor laten betalen en vervolgens de werknemer die klaagt direct ontslaan en ook letterlijk op straat zetten. Op dit moment zijn er circa 2.500 uitzendbureaus, zo’n 15 procent van het totaal, die bewust de wet overtreden, zei de baas van de Arbeidsinspectie, Rits de Boer, afgelopen november in NRC. Vanaf 2025 komt er een systeem van certificering, zodat het minder gemakkelijk wordt om een uitzendbureau op te richten. Ook moet de controle strenger worden.

Economische creativiteit

Controle alleen is niet voldoende. Er is ook een verantwoordelijkheid voor de inhurende bedrijven en de gemeenten die wel graag de lusten van het nieuwe distributiecentrum willen hebben, maar wegkijken bij de lasten die in de woonwijk van een andere gemeente terecht komen. De Boer van de Arbeidsinspectie, eerder tegen NRC: „Als gemeenten een besluit nemen over nieuwe bedrijvigheid die zich wil vestigen, moeten zij ook kijken naar alle kosten die dat met zich meebrengt. Voor het onderwijs, de maatschappelijke last voor huisvesting. Als je dat níét meerekent, neem je de verkeerde beslissing. En als je het wel meerekent, zal het er uiteindelijk op neerkomen dat er minder groei op grond van arbeidsmigratie kan zijn.”

Dat is ook de lijn van het kabinet. Ingaan op de wens van de werkgevers om meer arbeidsmigranten toe te laten, geeft bedrijven de mogelijkheid om op loonkosten te blijven concurreren. Dat is niet goed voor de werknemers zelf, maar ook niet voor de economische creativiteit in Nederland. „Op het moment”, zei minister Van Gennip bij de begrotingsbehandeling, „dat arbeid duurder wordt, om hele terechte redenen, wordt het alternatief om te investeren in procesinnovatie, in automatisering, in een andere manier van werken of in robotisering aantrekkelijker.”

Lees verder…….