Hoe de lokale bevolking strijdt voor de bescherming van de uitgestrekte Indonesische mangrovebossen – voor henzelf, én voor het klimaat

Visser in de Balikpapanbaai die voor zijn onderhoud afhankelijk is van het ecosysteem met de mangrove.
Foto Satwika Satria

‘Dat is smullen!” roept de Indonesische milieuactivist Mapaselle (51). De voormalige visser stapt in de boot van Hendra (34) en bekijkt de vangst. Drie mooie krabben en een handvol witte schelpdieren. Glunderend houdt hij de dieren omhoog. „In onze mangrovebossen zwemt de beste vis die je ooit zult eten.” Hendra’s houten boot schommelt tussen de kronkelende mangroveboomwortels, die hoog boven het water van de Balikpapanbaai uitsteken. De mannen komen uit een Kalimantan vissersgemeenschap die het door het verdwijnen van mangrovebossen de laatste jaren steeds moeilijker heeft gekregen. Want door de kap van de bossen is er ook steeds minder vis.

Mapaselle, die net als Hendra één naam heeft, strijdt al twintig jaar voor het behoud van mangrovebossen. En niet alleen omdat hij geniet van een vers gevangen krab op zijn bord. De bossen zijn ook een belangrijk wapen in de klimaatcrisis. Mangrovebossen zijn namelijk een natuurlijke opruimer van broeikasgassen.

In Indonesië groeit maar liefst 3,3 miljoen hectare mangrove. Dat is een kwart van alle mangrovebossen in de wereld. Deze bossen houden volgens berekeningen van de Wereldbank 3,1 miljard ton CO2 vast. Dat is zoveel als 2,5 miljard auto’s in een jaar uitstoten. Daarnaast vormen mangrovebossen een belangrijke buffer tegen kusterosie, veroorzaakt door de zeespiegelstijging en orkanen, en bieden ze bescherming aan talloze zeldzame plant- en diersoorten.

Mapaselle, directeur van een lokale ngo die voor de mangrove opkomt.
Foto Satwika Satria
Foto Satwika Satria
One of the many fishermen who depend on the Balikpapan Bay ecosystem for food and economic sustainability.
Foto’s Satwika Satria
Mapaselle, directeur van een lokale ngo die voor de mangrove opkomt.

De afgelopen twintig jaar is in Indonesië de helft van alle mangrovebossen gekapt om plaats te maken voor palmolieplantages, havens en viskwekerijen. Maar er is een kentering. Onder invloed van de klimaatcrisis heeft het mangrovebos zijn weg naar de Indonesische beleidstafel gevonden. Zo kreeg het Nationale Veengebied en Mangrove Herstelbureau (BRGM) in 2020 opdracht om in vier jaar 600.000 hectare mangrovebos te herstellen, vooral door stekjes te planten. Hoeveel er inmiddels in totaal is geplant, is niet duidelijk. De BRGM liet weten dat ze in 2021 zo’n 35.000 hectare hebben aangeplant. Biologen zijn sceptisch over de aanpak en benadrukken dat het beter is om bestaande mangrovegebieden te beschermen in plaats van nieuwe te planten.

„Het planten gaat vaak mis”, vertelt de Indonesische bosecoloog Rustam (48) aan de telefoon vanuit Samarinda, een stad gelegen in Oost-Kalimantan, ongeveer 100 kilometer ten noorden van kuststad Balikpapan. „Je kunt niet zomaar stekjes in de bodem steken. Een mangrovestekje heeft de moederboom nodig. Als ze de ruimte krijgen, groeien ze vanzelf uit.”

Michelle Ann Miller en Prayoto Tonoto, milieuwetenschappers verbonden aan de Nationale Universiteit van Singapore, publiceerden dit jaar in het blad Sustainability Science een analyse van mangroveplantprogramma’s in Sumatra. Ook zij kraken enkele harde noten. Ze constateren dat er te weinig kennis is bij de betrokken overheidsinstanties. Zo komt het vaak voor dat stekjes vlak voor het regenseizoen in de bodem worden gestoken en bij de eerste regenbuien weer wegspoelen. Ook wordt er te weinig rekening gehouden met de omgeving waarin de mangrove kan gedijen. Volgens recent onderzoek is slechts 30 procent van de aanplantgebieden die door het BRGM zijn aangewezen geschikt voor mangrovebossen.

„Ik heb al heel wat aanplantprojecten gezien. De meeste zijn zinloos”, vertelt de Tsjechische bioloog Stanislav Lhota (47) aan de telefoon vanuit Praag. Al twintig jaar bestudeert hij Indonesische mangrovebossen. Ook hij benadrukt dat er meer aandacht moet komen voor behoud van bestaande bossen. „Het beleid moet zich veel meer richten op bescherming van de natuurlijke watersystemen waarmee de mangrovebossen verbonden zijn. De mangrovewouden hebben veel te lijden onder verstoringen in het ecosysteem, bijvoorbeeld door de bouw van dammen.”

Honderd verschillende soorten

Kennis over de mangrovebossen is essentieel. Want het ene mangrovebos is het andere niet, vertelt Lhota. Indonesië heeft zo’n honderd verschillende soorten mangrovebossen. De ene soort doet het goed dicht bij de zee. De ander bij zoeter water, bijvoorbeeld aan de mond van een rivier. Ze vormen delicate schakeringen tussen land, rivier en zee. „De Indonesische mangrovebossen behoren tot de meest soortenrijke gebieden ter wereld. In elk mangrovebos leven tal van unieke planten, vissen, reptielen, insecten en zoogdieren. Een deel van deze soorten wordt met uitsterven bedreigd, waaronder zeldzame neusapen en rivierdolfijnen.”

De Amazonebossen worden gezien als de longen van de aarde, maar de mangrove is zo mogelijk nog bijzonderder, stelt Lhota. „Bij landbossen vergaan de blaadjes en dan komen er opnieuw biogassen in de lucht.” De wortels van de mangrove staan in een smurrie van modder en rottende blaadjes. Deze rottingsmodder houdt de gassen vast. „Miljoenen jaren lang. Totdat het is versteend. Het gaat dus nooit meer de lucht in.” Ze vormen oneindige opslagmogelijkheden van broeikasgassen.

Bord in de Balikpapanbaai waarop de politie mangrovebos claimt.
Foto Satwika Satria

Ook op andere vlakken zijn mangrovebossen een vernuftig onderdeel van het ecosysteem.

„De mangrove is een natuurlijk waterfilter,” vertelt Lhota. De mangrovewortels halen bacteriën en andere deeltjes die opgeruimd moeten worden uit de rivier, zodat het water zuurstofrijk blijft. De bomen zetten deze natuurlijke afvalstoffen om in voedzame blaadjes. „Krabben zijn dol op deze blaadjes. En zij zijn weer een maaltijd voor vissen.”

‘Geclaimd door de politie’

Aan de oever van de Balikpapanbaai, naast een industrieel terrein, een nikkelsmelterij, springen enkele centimetergrote slijkspringers over het zand. De amfibische diertjes zetten zich af met twee pootachtige vinnen. Hun staart zwiept mee ter aansturing. In het bos erachter is tussen de mangrovewortels een tekstbord gestoken. „Kun je dat nou geloven?” zegt Mapaselle verontwaardigd. Terwijl zijn blote voeten wegzakken in de rottende zwarte modder, grijpt hij om zijn evenwicht te bewaren een mangrovetak. „Dit stuk bos wordt geclaimd door de politie. Wat moeten ze ermee?” Sinds de bouw van de nieuwe Indonesische hoofdstad Nusantara dertig kilometer ten noorden van de baai, is bouwactiviteit in de baai toegenomen, vertelt Mapaselle. Op verschillende plekken is mangrovebos gekapt voor opslaghavens en industrie. „De bossen in de baai zouden volgens de wet beschermd natuurgebied moeten zijn, maar overal verschijnt bebouwing.”

Lees ook Een nieuwe kans voor Indonesiës blauwe ecosysteem

<strong>Vissers bij Surodadi</strong>. Natuurbeschermers en overheid werken er aan herstel van de mangrove. Veel mangrove in Indonesië is verdwenen door aanleg van havens en viskwekerijen.

Bosecoloog Rustam is niet verbaasd over de landclaim. „Corruptie”, stelt hij. In Indonesië, notoir om zijn bureaucratie, is het momenteel niet duidelijk of mangrovebossen horen bij het Ministerie van Bosbouw of bij Maritieme Zaken. Door deze ambiguïteit is er onduidelijkheid over vergunningen en is niet duidelijk wie moet handhaven. En dat geeft ruimte voor onfrisse praktijken. Toch is hij niet pessimistisch. „Er is wetgeving op komst die mangrovegebieden beter moet beschermen. Als de overheid de coördinatie beter op orde krijgt, zal dat ook de naleving op de wet verbeteren.”

Indonesië wil in 2060 klimaatneutraal zijn. Het land staat momenteel in de top tien van vervuilers wereldwijd. Ruim de helft van de Indonesische energievoorziening is afkomstig van de steenkoolindustrie. En de steenkoolproductie neemt, ook vanwege winsten die gemaakt worden met export, voorlopig nog toe. Indonesië wil het afbouwen van steenkoolenergie namelijk zo lang mogelijk uitstellen om industriële groei, onder andere die van de nikkelindustrie voor de batterijproductie van elektrisch vervoer, niet in de weg te zitten.

Om de energietransitie toch een slinger te geven, heeft de Indonesische president Joko Widodo afgelopen september een nationale ‘carbon credit’-beurs geopend. Deze beurs moet Indonesië helpen om de ontwikkeling van duurzame energie te financieren. Maar is er veel kritiek op de effectiviteit van deze ‘duurzaamheidspunten’-handel. De beurs stimuleert greenwashing, stellen experts. Door te investeren in duurzame projecten kun je je eigen vervuiling afkopen, bijvoorbeeld door het planten van bossen. António Guterres, secretaris-generaal van de VN, waarschuwde op de klimaattop van vorig jaar al voor misbruik. Zo is er geen helder puntensysteem en ontbreek toezicht. En dit werkt gesjoemel in de hand.

Foto Satwika Satria
Foto Satwika Satria
Mangrovebos in de Balikpapanbaai.
Foto’s Satwika Satria

En dat gebeurt al. Een deel van de mangrove-aanplant-projecten worden in het kader van duurzaam ondernemen uitgevoerd door bedrijven. Bioloog Lhota ziet veel misstanden. „Bulldozers vegen mangrovebossen weg voor een industriële plantage of een bouwproject. En dan kan zo’n bedrijf die schade zogenaamd compenseren door elders bomen te planten. Het geeft ze alleen maar een vrijbrief om mangrovebos te vernietigen.” Er gaat op deze manier meer kapot dan dat er bos bij komt, stelt hij.

Een groot probleem is dat palmolieplantages en viskwekerijen altijd nog meer winst opleveren dan investeren in ecotoerisme of een lokale duurzame economie, stellen Miller en Tonoto in hun artikel. Slechts 10 procent van de zogeheten duurzame investeringen komt terecht bij lokale initiatiefnemers. En juist de lokale bevolking, vooral vissersgemeenschappen, werkt het hardst aan het behoud van mangrovebossen, stellen ze.

Heilige grond

De boot dobbert in het midden van de rivier in een van de stillere zijarmen waar geen voorraadschepen varen. Mapaselle is teleurgesteld. De zeldzame Irrawaddy-rivierdolfijnen laten zich vandaag niet zien. Na een half uur koerst de schipper de boot naar de oever. Aan de bomen glinsteren gele blaadjes. Het is de Gouden Mangrove. Mapaselle wijst naar de gele gebedsachtige vlaggen die in de bodem zijn geprikt. „Het is een offerplaats”, zegt hij. „Dit bos is heilige grond voor de inheemse Balik- en Pasergemeenschap.”

„Ik mag er niet veel over zeggen, het ritueel zelf is geheim”, vertelt Elisnawati (36) aan de telefoon. Ze is Paser en woont stroomopwaarts in het dorp Pemaluan. „Wat ik wel kan zeggen is dat de Gouden Mangrove de spirituele verblijfplaats is van onze voorouders. Er zijn twee offerplaatsen. De een staat voor de vrouwelijke essentie en de ander voor de mannelijke. Elke keer als we erlangs varen, doen we een offer en vragen we om hulp. De overheid weet hoe belangrijk de mangrove voor ons is. Ze hebben beloofd dat ze het bos met rust laten.”

Ook ecoloog Rustam benadrukt dat lokale gemeenschappen vanwege hun generatielange verbondenheid met de bossen waarin ze leven de beste hoeders zijn. Op de achtergrond klapt een hek dicht. Er klinken vogels. „Hoor je mij nog? Ik loop naar mijn kantoor aan de Mahakamrivier”, roept hij. „Je raadt nooit wat ik aan het doen ben. Ik ben met de inwoners langs de rivier mangrove-stekjes aan het planten. Een project van oliebedrijf Pertamina.” De bosecoloog klinkt opgewekt, maar hij verbloemt zijn kritiek niet. „We proberen met nieuwe mangrove de bossen die bedrijven in dit gebied hebben vernietigd te compenseren en daarmee de visstand te herstellen, zodat de dorpelingen in de toekomst kunnen blijven vissen. Je wilt niet weten hoeveel moeite deze gemeenschap heeft moeten doen om financiering aan te vragen. De mensen zijn blij dat ze eindelijk geld hebben gekregen, maar dit project had natuurlijk niet gehoeven als het mangrovegebied niet was vernietigd.”