Het was een goed jaar voor de boeren – althans op papier

Inkomstenraming 2022 was wat inkomsten betreft een ongekend goed jaar voor de boeren. Wel zijn de verschillen binnen de agrarische sector groot.

Nederland telt zo’n 15.000 melkveebedrijven. Hun inkomsten zijn tussen 2020 en 2022 meer dan verdrievoudigd: van 33.000 naar 115.000 euro.
Nederland telt zo’n 15.000 melkveebedrijven. Hun inkomsten zijn tussen 2020 en 2022 meer dan verdrievoudigd: van 33.000 naar 115.000 euro.

Foto Rob Engelaar/ANP

2022 was een ongekend goed jaar voor de boeren – althans, als je afgaat op hun inkomsten. In 2022 verdiende een boer gemiddeld een ton, volgens een inkomensraming van de Wageningen University & Research (WUR) die maandagmiddag is gepubliceerd. Dit is 18.000 euro meer dan in 2021, en zelfs 34.000 euro meer dan het gemiddelde van de afgelopen vijf jaren.

Maar de inkomensraming vertekent behoorlijk. Binnen de agrarische sector zijn de verschillen groot. Zo hebben melkveehouders en akkerbouwers een goed jaar, maar is het voor de varkenssector en de vleeskuikenshouders doorbijten.

Nederland telt zo’n 15.000 melkveebedrijven. Hun inkomsten zijn tussen 2020 en 2022 meer dan verdrievoudigd: van 33.000 naar 115.000 euro. Want hoewel de energiekosten – zoals brandstof voor de trekker, stroom voor melkapparaten, de koeling en de melkrobot en voerkosten, voornamelijk gras – zijn gestegen, vallen die in het niet bij de melkprijsstijging van bijna vijftig procent.


Lees ookMelkprijs in jaar tijd bijna verdubbeld

Meer vraag naar zuivel

100 liter melk levert zo’n zestig euro op, zegt Harold van der Meulen, senior agrarisch bedrijfseconoom bij de WUR. „Collega’s die al veertig jaar in de sector rondlopen hebben dit nog nooit meegemaakt.” De stijging wordt veroorzaakt doordat de melkproductie wereldwijd terugloopt, en de vraag naar zuilvelproducten zoals kaas en babyvoeding– na een coronadip van twee jaar – juist weer stijgt.

Ook biologische melkveebedrijven profiteren van de hogere verkoopprijzen, al is die stijging veel minder sterk (19 procent) dan bij niet-biologische melk.

Voor varkenshouders is dit het derde mindere jaar op rij. Door de Russische invasie van Oekraïne zijn handelsroutes geblokkeerd en komt er amper graan uit Oekraïne naar Europa. Graan is een belangrijk onderdeel van het veevoer van varkens. De veevoerkosten zijn hierdoor gestegen. Varkenshouders kopen bijna al hun voer in, terwijl melkveehouders een groot deel van hun vee voeren met eigen gras.

Voor zeugenhouders is veevoer zeventig procent van hun kostenpost, zegt Roel Jongeneel, senior onderzoeker aan de WUR. Dit zijn fokvarkens die worden gehouden om jonge biggen te werpen en te zogen. En ook de energiekosten zijn fors gestegen, doordat de Russische gaskraan steeds verder is dichtgedraaid. Met name bedrijven die biggen fokken zijn hiervan de dupe geworden. Jongeneel: „Sommigen van hen draaien 50.000 euro verlies.” Onder pluimveehouders, en dan specifiek zij die vleeskuikens houden, spelen exact dezelfde problemen met oplopende voer- en energiekosten.


Lees ookABN: het uitkopen van boeren is het effectiefst – maar het is wel een dure optie

Kosten door stikstofproblematiek

Jongeneel vindt dat de ontwikkelingen in de sector in het licht van de stikstofproblematiek moeten worden gezien. Zo kunnen melkveehouders zich niet te veel rijk rekenen na dit uitstekende jaar, zegt hij. In die sector moet een flinke omslag gemaakt worden naar een duurzamere, schonere en klimaatbewustere manier van boeren, volgens Jongeneel, en dat kost veel geld.

Zo kunnen melkveehouders dure stalapparatuur kopen waardoor de stikstofuitstoot daalt (hoe groot de daling is, is overigens omstreden). Of ze kunnen op een ‘extensievere’ manier hun bedrijf runnen, waarbij ze minder koeien per hectare houden. Voor een melkveehouder met 100 koeien en 60 hectare grond, zou dat bijvoorbeeld betekenen dat de boer zo’n twintig hectare land bij moet kopen om extensief te zijn. „Dat kost hem zomaar zo’n 1,4 miljoen euro.”

Alleen melkveehouders met een gezonde boekhouding kunnen dat betalen, en dus deze omslag maken. En daar zit hem de crux, volgens Jongeneel. Zowel in de varkenshouderij, als in de pluimveesector, én onder melkveehouders bevinden zich duizenden bedrijven die al jaren worstelen qua inkomsten en in sommige gevallen ook geen opvolger hebben. Dat zijn bedrijven, zegt Jongeneel, waarvan de eigenaar zich achter zijn oren moet krabben als het Rijk weer aanklopt met een uitkoopregeling.

Lees verder…….