Het leven in Odessa gaat door: ‘Een vorm van verzet’

Odessa Poetin waagde zich nog niet aan Odessa. Wel bracht hij de inwoners van de havenstad dichter tot elkaar. Van de eerdere verbondenheid met Rusland is weinig over. Het beeld van tsarina Catharina de Grote is onbeschermd. „Poetin heeft de Oekraïense natie nieuw leven ingeblazen.”

In het Academisch Oekraïens Muziek en Drama Theater in Odessa gaan de repetities bij luchtalarm ondergronds door.
In het Academisch Oekraïens Muziek en Drama Theater in Odessa gaan de repetities bij luchtalarm ondergronds door.

Foto’s Dimitris Michalakis

Maksim Golenko (43) had geen idee wat hij moest doen toen de Russen zijn land binnenvielen. De Oekraïense theaterdirecteur zag zijn acteurs massaal vertrekken. Sommigen vluchtten naar Europa, anderen sloten zich aan bij het leger. Golenko twijfelde. Kon hij nog wel toneelspelen in oorlogstijd?

„Theater is voor mij een manier om extreme emoties uit te drukken”, zegt de directeur van het Academisch Oekraïens Muziek en Drama Theater in Odessa. „Als je die emoties zowel op het podium als in het echte leven moet ervaren, wordt het wel heel zwaar.”

Maar Golenko kon de smeekbedes van zijn achtergebleven acteurs niet negeren. Zodra de eerste schrik voorbij was, bleven ze hem bellen. „Maksim, we móéten samenkomen”, zeiden ze. „Als we niets doen, worden we gek.”

En dus zit Golenko als vanouds te repeteren, samen met zijn acteurs, een pianist en een zangeres. Ze werken aan een stuk over een Oekraïense legerofficier die naar het front wil. Wanneer het luchtalarm gaat, verhuist de ploeg naar de kelder van het theater. Daar staan bedden, waterflessen en een oven. De acteurs kunnen hier rustig doorwerken. De helft van de tijd repeteren ze ondergronds.

Poetin is altijd een domme KGB-agent gebleven

Ook de première moet plaatsvinden in de schuilkelder. Dat lijkt weinig ideaal, maar tot Golenko’s verbazing is de belangstelling enorm. „In deze tijden hunkeren mensen naar cultuur”, zegt hij. „We willen laten zien dat we doorgaan met leven. Het is een vorm van verzet.”

Odessa bereidt zich al weken voor op de oorlog. Begin vorige maand leek die even heel dichtbij te komen, toen de Oekraïense president Zelensky waarschuwde dat de Russen van plan waren de havenstad te bombarderen. Een week later volgden berichten over zeker veertien Russische oorlogsschepen die de kust voor Odessa leken te naderen. Gevreesd werd voor een amfibische landing.

Die bleef uit. De oorlogsschepen vuren zo nu en dan een kruisraket af, maar de meesten daarvan worden onderschept door het Oekraïense luchtafweersysteem. Ook van een mogelijke invasie over land kwam vooralsnog niets terecht. De Russische opmars liep vast op de stad Mykolajiv, twee uur rijden ten oosten van Odessa. Daar wordt al weken hevig gevochten. Volgens de burgemeester zijn 150,000 mensen de stad ontvlucht.

Het Theater voor Muziek en Drama en soldaten in de Deribasovska straat in het centrum van Odessa, 17 maart.
Foto’s Sedat Suna/EPA en Foto Bulent Kilic/AFP

Op elke straathoek een vlag

Intussen heeft Odessa zich tot de tanden bewapend. De stranden van de badplaats liggen bezaaid met landmijnen. Soldaten versperren de toegangswegen tot de stad met zandzakken en betonblokken. Straatnamen en verkeersborden zijn afgedekt met verf om een eventuele Russische bezetters te desoriënteren. Op iedere straathoek wappert een Oekraïense vlag.

Het historische centrum is uitgestorven. De negentiende-eeuwse boulevards zijn afgezet door het leger. De veelal bejaarde mensen die hier nog wonen, moeten zich bij de soldaten identificeren om naar huis te kunnen. Op het terras van een café staat een tank tussen potten met sierplanten. Het monumentale operagebouw, waar je in vredestijd voor 5 euro een kaartje kocht, is gesloten en omringd met witte zandzakken. Het tafereel doet denken aan zwart-witfoto’s van het gebouw uit 1941, toen Odessa belegerd werd door de nazi’s.

In de kiosk naast de opera verkoopt Svetlana Vertsjenko (45) nog altijd sigaretten. Dat doet ze al twintig jaar. Gevraagd hoe het er hier voor de oorlog uitzag, begint ze te huilen. „Je had het moeten zien”, stamelt ze door het raampje van de kiosk. „Het was hier altijd druk. Odessa is een levendige stad, een warme stad. We verwelkomen iedereen. Ik heb geen idee waarom Poetin ons dit aandoet.”

Zo’n driehonderdduizend mensen zijn Odessa ontvlucht, schatten lokale autoriteiten. Dat is bijna een derde van de bevolking. Vertsjenko zag haar klanten bij bosjes vertrekken. Zelf stuurde ze haar dochter, kleindochter en 82-jarige vader al naar Duitsland. Maar haar echtgenoot valt in de leeftijdscategorie (18-60 jaar) van strijdbare mannen. Hij mag het land niet uit. „Daarom ben ik ook maar gebleven. Ik kan hem niet achterlaten.”

Prikkeldraad en Tsjechische egels (obstakels tegen tanks) op het strand van Loesanivka en een geïmproviseerde keuken in de kelder van het Academisch Oekraïens Muziek en Drama Theater.
Foto’s Sedat Suna/EPA, Dimitris Michalakis

Sporten langs de Zwarte Zee

Buiten het afgezette centrum ziet Odessa er anders uit. Veel winkels openen weer hun deuren. Mensen pakken de draad weer op. Ze drinken koffie op de markt en sporten in de parken langs de Zwarte Zee. Soms gaat het luchtalarm af, maar daar zijn de inwoners inmiddels wel aan gewend. De meesten gaan gewoon door met waar ze mee bezig waren.

„De paniek heeft ons allang verlaten”, zegt Katarina (24), een jonge soldaat die de wacht houdt bij een stapel zandzakken. Ze is gevlucht uit het platgebombardeerde Charkov in het oosten van het land en wil liever niet met achternaam in de krant. Haar vader vecht aan het front in Mykolajiv, zijzelf sloot zich aan bij het leger in Odessa. „Deze stad is er klaar voor”, zegt ze. „Voor ieder scenario hebben we een stappenplan.”

Angst heeft plaatsgemaakt voor saamhorigheid. In Odessa geven vreemdelingen elkaar een lift. Op het strand vullen mensen zandzakken voor het leger terwijl een straatmuzikant mee drumt met het nummer ‘It’s my life’ van Bon Jovi. In spontaan opgerichte distributiecentra zamelen vrijwilligers voedsel en kleren in voor vluchtelingen uit de rest van Oekraïne. „Odessa is sterker geworden”, zegt Yana Maslowa, één van die vrijwilligers. „De oorlog heeft ons dichter bij elkaar gebracht.”

Wat ook helpt, is de haat tegen een gedeelde vijand. Op de boekenmarkt verkoopt Igor Joevtjenko naar eigen zeggen meer spotprenten van president Poetin dan ooit. Lachend wijst hij op zijn koopwaar. Op de ene prent staat Poetin afgebeeld als een varken, op de andere als een verwende dwerg met daarboven de tekst: „Je kunt zoveel landen binnenvallen als je wilt, je blijft een kleine motherfucker.”

De spotprenten bestonden al in 2014, toen Rusland de Krim binnenviel. Maar wat echt nieuw is, zegt Joevtjenko, is dat steeds meer mensen in het Russischtalige Odessa hem sinds Poetins inval aanspreken in het Oekraïens. Zelf besloot hij geen nieuwe Russische boeken meer in te slaan. „Poetin kan wel zeggen dat hij ons wil denazificeren”, lacht de koopman. „Maar in plaats daarvan heeft hij ons gederussificeerd!”

In het Academisch Oekraïens Muziek en Drama Theater in Odessa gaan de repetities bij luchtalarm ondergronds door.
Foto’s Dimitris Michalakis

Catharina de Grote

En dat in Odessa, een oud kroonjuweel van het Russische Rijk. De stad werd in 1792 veroverd op de Ottomanen door tsarina Catharina de Grote. Haar standbeeld kijkt nog steeds uit op de naar haar vernoemde boulevard – al heeft het Oekraïense leger de tsarina niet ingepakt in zandzakken.

In de negentiende eeuw groeide Odessa snel uit tot een Sint Petersburg aan de Zwarte Zee. De stad werd een favoriete verblijfplaats van de Russische adel en diende als bestuurlijk centrum van Novaja Rossija (Nieuw-Rusland), de kolonie die Catharina toevoegde aan het keizerrijk. Dat gebied ligt precies in het zuiden van Oekraïne waar nu opnieuw Russische troepen huishouden.

„Poetin wil het oude keizerrijk herstellen”, zegt Andrej Krasnozhon, rector van de Zuid-Oekraïense Nationale Pedagogische Universiteit in Odessa. Volgens de historicus hecht Poetin naast strategische vooral ook ideologische waarde aan Odessa. „Hij ziet zichzelf als de ‘bevrijder’ van de steden die gesticht zijn door Catharina de Grote.”

Dit leger bestaat uit onmensen

Maar Poetin begrijpt niets van geschiedenis, vertelt de historicus vanuit zijn kantoor in de universiteit. Volgens hem genoot Odessa ook binnen het Russische Rijk een grote mate van zelfbestuur. Daardoor bleef de stad altijd een plek van vrijbuiters en smokkelaars, kunstenaars en dissidenten. Een plek waar Grieken, Joden, Turken, Italianen en Russen hun sporen achterlieten. „Die culturele mix is het geheim achter onze vrijheid”, zegt Krasnozhon. „Maar Poetin snapt dat niet, voor hem is alles zwart en wit. Hij is altijd een domme KGB-agent gebleven.”

Poesjkin begreep de stad beter. Zoals de tegenstanders van president Poetin nu massaal Rusland ontvluchten, zo belandde de Russische dichter in 1823 in Odessa nadat hij verbannen was uit het Russische Rijk. De 24-jarige werd op slag verliefd op de havenstad – en op de dochter van de lokale gouverneur.

In het hotel waar Poesjkin verbleef, huist tegenwoordig een museum. Voor de ingang liggen houten platen en stukken karton. Een groep verhuizers is bezig de schatten van de Russische meester in te pakken. Voor het geval hier straks Russische bommen vallen.

„Het museum is gesloten vanwege de oorlog”, zegt curator Tatjana Ostrovska door de kier van de voordeur. Maar gevraagd over haar liefde voor Poesjkin, smelt ze meteen. „Kom maar binnen, heel snel dan.”

Ostrovska en haar collega Irina Didenko rennen door de crème-gele kamers van het museum. Ze willen alles laten zien nu het nog kan. Poesjkins pen, Poesjkins wandelstok, Poesjkins tekeningen, en vooral: Poesjkins gedicht over Odessa. „Ik leefde in het stoffige Odessa, waar de hemel helder en vrij is!”, reciteert Irina uit haar hoofd. „Alles ademt en straalt Europa.”

De vrouwen weten het zeker: als Poesjkin nog leefde, stond hij aan de kant van Oekraïne. „Poesjkin is het tegenovergestelde van Poetin!”, zegt Tatjana. Ze wijst op een paar lijstjes in de expositieruimte. Het zijn foto’s van Poesjkin-standbeelden in Oekraïense steden die nu door de Russen gebombardeerd worden.

Tatjana kan haar tranen nauwelijks bedwingen. Ze is van origine Russisch, maar groeide op in Oekraïne. „Ik voel dubbele pijn omdat ik twee culturen in mijn ziel draag”, zegt ze. „Vroeger praatten we met elkaar. Over Russische problemen, over Oekraïense problemen. Hoe zal dat in de toekomst gaan? Ik ben bang dat de mensen hier binnenkort alles zullen haten wat met Rusland te maken heeft.”

In het Poesjkin Museum zijn stukken beschermd tegen bombardementen.
Foto’s Dimitris Michalakis

Lijken naar het mortuarium

Viasjeslav Nazarov heeft dat stadium allang bereikt. De kolonel dient al bijna dertig jaar in het Oekraïense leger. Toen Poetin in 2014 de Krim annexeerde en daarmee de Oekraïens-Russische oorlog begon, stond Nazarov aan het hoofd van een eenheid die de lijken naar het mortuarium bracht. Sindsdien praat hij niet meer met zijn familie in Rusland.

Nazarov ontvangt in een militair gebouw in Odessa – de exacte locatie mag niet genoemd worden, benadrukt hij streng. Aan een lange vergadertafel met daarachter een rij militaire vlaggen deelt de kolonel zijn laatste inzichten over het strijdtoneel. „De situatie is volledig onder controle”, zegt hij. Het luchtafweersysteem doet zijn werk, vanochtend is weer een Russische kruisraket neergehaald. En in Mykolajiv is het gevaar volgens Nazarov geweken. „De kans dat de Russen Mykolajiv innemen bestaat niet meer”, beweert hij stellig.

Na een bondige militaire analyse vervalt de kolonel al snel in een tirade over zijn haat tegen de vijand. „We hebben te maken met een leger zonder eer”, gromt hij. „Dit leger bestaat uit onmensen die niets heiligs in hun ziel hebben. Het is een leger dat kraamklinieken en weeshuizen bombardeert. Een leger dat zelfs zijn eigen doden achterlaat op het slagveld. Het valt eigenlijk geen leger te noemen. Het is een kudde schapen geleid door die debiel Poetin.”

Nazarov is er zeker van dat de Oekraïense strijdmacht de Russen niet alleen zal tegenhouden, maar ook de gehele Donbas en de Krim zal heroveren. „Ik hoop alleen dat het gezeik voor de zomer voorbij is”, zegt hij. „Dan kan iedereen weer komen genieten van Odessa’s stranden. Behalve de Russen natuurlijk, die zijn hier nooit meer welkom.”

In het Academisch Oekraïens Muziek en Drama Theater in Odessa gaan de repetities bij luchtalarm ondergronds door.
Foto’s Dimitris Michalakis

Maffiabaas werd burgemeester

Nog maar kort geleden zouden weinig mensen uit Odessa zulke taal uitslaan. Volgens een opiniepeiling in september 2021 was bijna 70 procent van de inwoners het eens met Poetin toen hij zei dat Russen en Oekraïners „één volk” zijn. Ook na de Majdan-revolutie van 2014, die de pro-Russische president Viktor Janoekovitsj ten val bracht, hield Odessa zich afzijdig van het Oekraïens nationalisme dat over het land trok. Kort na de protesten werd Hennadi Troechanov, beschuldigd van banden met de Russische onderwereld, verkozen tot burgemeester.

Maar diezelfde Troechanov noemt Oekraïne inmiddels een „Europese staat” en zweert nooit te zullen samenwerken met de Russische bezetter. Leden van pro-Russische partijen in de gemeenteraad stappen massaal op. Pro-Russische kranten in Odessa zien hun leescijfers kelderen.

„In 2014 waren we nog verdeeld, maar dat is voorbij”, zegt Lilia Leonidova. Tot voor kort was ze raadslid namens een pro-Russische partij, nu staat ze kleren in te pakken voor landgenoten die gevlucht zijn voor het Russische leger. „We accepteren allemaal hetzelfde principe: Slava Ukraini! Heroiam Slava!” (‘Glorie aan Oekraïne! Glorie aan de helden!’).

Leonidova veranderde van standpunt toen ze doorkreeg dat Rusland burgers bombardeert. „Daar bestaat maar één woord voor: barbarij”, zegt ze. Vrijwel iedereen uit haar oude partij denkt er volgens haar hetzelfde over. Sterker nog: Leonidova zegt überhaupt niemand meer te kennen die Poetin nog steunt, zelfs niet onder de oudere generatie. „Zij waren eerst vaak nostalgisch over de Sovjet-Unie”, zegt de politica. „Maar nu hoor ik veel bejaarden zeggen: geef me een pistool en ik schiet Poetin met plezier dood.”

En dus lijkt Poetin precies het tegenovergestelde te bereiken van wat hij gehoopt had, stelt de universiteitsrector Andrei Krasnozhon. „Deze oorlog is onze tweede onafhankelijkheidsoorlog”, zegt hij, verwijzend naar een eerste poging aan het eind van de Eerste Wereldoorlog. „Poetin heeft de Oekraïense natie nieuw leven ingeblazen. En hij heeft het zelf niet eens door!”

Het verdere verloop van de oorlog blijft ongewis, erkent Krasnozhon. Volgens hem is het goed mogelijk dat Poetins tegenslagen zich in de komende weken en maanden zullen vertalen in nóg bruter oorlogsgeweld. „Maar op de lange termijn zie ik de kansen van Oekraïne positief in”, zegt de historicus. „Er zullen veel slachtoffers zijn, maar we zullen winnen.”

Een vlooienmarkt in Odessa en schilder Viktor Oliynik (67) aan het werk naast Tsjechische egels.
Foto’s Stepan Franko/EPA en Nacho Doce

Trouw aan het Oekraïense volk

Die overwinning vergt offers, is ook de boodschap van theaterdirecteur Maksim Golenko. Voor zijn ondergrondse repetities koos hij het stuk Sasha, zet het vuilnis buiten van de Oekraïense toneelschrijfster Natalija Vorozjbit. Ze schreef de tekst in 2014, het jaar dat Rusland de Krim binnenviel.

Het stuk gaat over legerofficier Sasja, die vlak voor de oorlog overlijdt aan een hartaanval. Wanneer hij weer op het toneel verschijnt als geest, smeken zijn vrouw Katja en zwangere stiefdochter Oksana hem om terug te keren naar zijn familie. Maar Sasja meldt zich opnieuw aan bij het leger. „Ik heb trouw gezworen aan het Oekraïense volk”, zegt hij voor vertrek.

„Sasja beseft wat de zin van het leven is wanneer hij kan vechten voor zijn land”, zegt Golenko. „In 2014 begrepen maar weinig mensen dat. Nu maken we het zelf mee.”

Met medewerking van Alla Didur

Lees verder…….