Gesprekken over doorstart Lightyear verlopen moeizaam, investeerder meldt zich met reddingsplan

Zonneauto-start-up Het Helmondse Lightyear ging half januari failliet. Er lopen gesprekken over een doorstart, maar door een discussie over patentrechten verlopen die moeizaam.

Het kantoor van Lightyear in Helmond.
Het kantoor van Lightyear in Helmond. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

De gesprekken over een doorstart van zonneauto-start-up Lightyear verlopen moeizaam doordat er discussie is over de patentrechten. Een groep eerdere investeerders heeft pandrechten op de uitvindingen van het bedrijf, maar weet geen overeenstemming te bereiken over een doorstart. Inmiddels heeft zich een nieuwe club financiers gemeld onder leiding van start-upinvesteerder Arnoud Aalbersberg, die hoopt de patentrechten alsnog los te krijgen voor een doorstart. Dit wordt bevestigd door Aalbersberg zelf en door curator Reinoud van Oeijen.

Het Helmondse Lightyear (vorig jaar circa 650 werknemers), dat auto’s met zonnepanelen wilde gaan bouwen, ging half januari failliet. Sindsdien is er veel gepraat tussen de curator, de top van het bedrijf en een consortium van investeerders dat afgelopen september 81 miljoen euro stopte in Lightyear: Invest-NL, coöperatie DELA, familiebedrijf SHV en de investeringsmaatschappijen van Noord-Brabant en Limburg.

Volgens curator Van Oeijen kost alles „meer tijd dan gehoopt”. Hij waarschuwt dat er snel een oplossing moet komen, omdat anders personeel wegloopt. „Naarmate de tijd verstrijkt wordt een aanbod dat een werknemer heeft liggen van een ander bedrijf, steeds aantrekkelijker.” Al direct na het faillissement van Lightyear meldden veel werknemers zich op LinkedIn als werkzoekenden.

De gesprekken draaien voor een belangrijk deel om complexe eigendomsstructuren. In september heeft het consortium in ruil voor de investering het pandrecht gekregen op het intellectuele eigendom van Lightyear: patenten op het gebied van zonnedaken. Die zitten in een andere bv dan de bv die failliet is gegaan. Curator Van Oeijen: „Ik heb daar geen zeggenschap over.”

Het lukt tot dusver niet om met het consortium een doorstart te maken, maar ook niet om de patenten ‘los’ te krijgen om zo met andere investeerders te kunnen praten.

Die zijn er inmiddels wel. Arnoud Aalbersberg, een Nederlandse techinvesteerder die al eerder een lening van een kwart miljoen aan Lightyear verstrekte, werkt aan een plan voor een doorstart, zo bevestigt hij aan NRC. Hij zegt ongeveer tweehonderd eerdere, particuliere Lightyear-investeerders bij elkaar te hebben gebracht en hen te hebben gepeild over een doorstart. Vanuit deze club zou nu 40 à 50 miljoen euro beschikbaar zijn voor een doorstart, aldus Aalbersberg. Het bedrijf zou dan in afgeslankte vorm verdergaan en toewerken naar een automodel voor de massamarkt, zoals altijd al het plan was.

Lightyear-directeur Lex Hoefsloot laat in een korte schriftelijke reactie aan NRC weten blij te zijn met de inspanningen van Aalbersberg en zegt dat alles ervan afhangt „of het IP [intellectual property] vrijgegeven wordt”.

Lees ook dit achtergrondverhaal over het faillissement: Lightyear liep vast in groeispurt

Studentenproject

Lightyear werd in 2016 opgericht na een studentenproject aan de TU Eindhoven. Het wilde elektrische auto’s bouwen met een dak van zonnepanelen, die daardoor langer kunnen rijden voordat de stekker in het stopcontact moet. Over de jaren haalde het meer dan 200 miljoen euro op bij verschillende investeerders, voor een missie die vaak als zeer lastig werd ingeschat: auto’s bouwen geldt als notoir ingewikkeld.

Ook Aalbersberg zegt zich te realiseren dat er uiteindelijk rond een miljard euro nodig zal zijn voor grootschalige productie. Volgens zijn plan kan Lightyear gaan werken aan het ophalen van dit geld als de doorstart is geslaagd.

Het faillissement in januari kwam voor de buitenwereld onverwacht: Lightyear had eind november een eerste model in productie genomen bij een fabriek in Finland. Daar zijn tot dusver slechts een handvol auto’s gebouwd. Het bedrijf zou de afgelopen maanden snel door het opgehaalde geld heen zijn gegaan, onder meer vanwege een sterke groei van het personeelsbestand en hoge productiekosten. Het uitblijven van nieuwe investeringen leidde tot het faillissement.

Lees verder…….