Franse regering wil ‘oorlogseconomie’ om Oekraïne bij te staan

En weer gaat Frankrijk een stapje verder om te laten zien hoe grenzeloos zijn steun aan Oekraïne is. Parijs sloot al een bilateraal akkoord, inclusief een militair steunpakket tot 3 miljard euro, en Macron opperde de mogelijkheid om westerse militairen naar Oekraïne te sturen. Deze week heeft de Franse regering bekendgemaakt dat zij „niet langer uitsluit” Franse wapenproducenten te zullen dwingen om de productie op te voeren, zodat meer wapens en munitie naar Oekraïne gestuurd kunnen worden.

De staat zou deze zogenoemde réquisitions (vorderingen) in het tijdbestek van enkele weken al kunnen opleggen, zei minister van Defensie Sébastien Lecornu dinsdag tijdens een persconferentie. „Het heeft op dit moment niet de prioriteit”, temperde hij daarbij. „Maar ik vertel het u […] zodat er geen verrassingen zullen zijn.” Eerder zei president Emmanuel Macron al dat in de Franse defensie-industrie overgeschakeld moest worden op een „oorlogseconomie”.

De aankondiging past in de scherpere toon die de Fransen aanslaan sinds het einde van het weinig succesvolle Oekraïense tegenoffensief en de stagnerende Amerikaanse steun aan het land. En Parijs wil andermaal laten zien hóeveel het geeft om én aan Oekraïne.

Lees ook Voor de nieuwe Macron zijn er geen grenzen aan de steun voor Oekraïne

De Franse president Emmanuel Macron tijdens een bezoek van de president van Litouwen aan het Élysée, dinsdag

Want daar zijn vragen over: de militaire steun die Frankrijk aan Oekraïne biedt is al maanden een punt van discussie in Europa. Volgens veel aangehaalde cijfers van de Duitse denktank Kiel Institute heeft Frankrijk vanaf het begin van de oorlog in februari 2022 tot begin 2024 maar voor 635 miljoen euro aan militaire steun aan het land gedoneerd – véél minder dan Duitslands 17,7 miljard, en ook minder dan kleine landen als Estland en Litouwen. Hierop wijzen Europese partners fijntjes als Parijs weer eens met gezwollen taal over de oorlog spreekt. Vooral uit Duitsland klinkt venijn: zo zei vicekanselier Robert Habeck onlangs blij te zijn dat „Frankrijk erover denkt hoe de steun aan Oekraïne vergroot kan worden. Maar als ik een tip mag geven: stuur meer wapens”.

‘Cijfers kloppen niet’

Maar volgens Parijs klopt het door het Kiel Institute geschetste beeld niet. Daarvoor geeft het verschillende redenen: zo baseert de denktank zijn classificatie op beloftes, en niet op wat er daadwerkelijk geleverd wordt. „Dan zou Frankrijk in de top vijf staan”, aldus Lecornu eind februari tegenover de Franse krant Midi Libre. Want niet alle landen leveren hun materieel zoals beloofd. Sterker: volgens Oekraïne komt de helft van de beloofde wapens te laat. Zo is pas de helft van de voor 1 maart door de Europese Unie beloofde granaten geleverd. Ook de door meerdere landen beloofde F-16’s zijn nog altijd niet operationeel. Lecornu: „Frankrijk heeft gekozen voor operationele doeltreffendheid: we beloven wat we kunnen leveren, en we leveren wat we hebben beloofd.”

Ook zijn de data van het Kiel Institute niet compleet, zegt Parijs. Zo maakt Frankrijk (overigens net als Polen en Italië) niet alles wat het levert publiekelijk bekend om te voorkomen dat Rusland kan profiteren van die informatie – dit erkent het Kiel Insitute. Ook worden de kosten voor militaire trainingen (Frankrijk traint een kwart van de 30.000 Oekraïense militairen die in de Europese Unie worden getraind) niet meegerekend, net zoals kosten voor het delen van inlichtingen en de toegang tot diensten van satellieten. Bovendien is de militaire steun die via de EU wordt geleverd, en alles wat in 2024 is beloofd, nog niet meegeteld.

Franse minister van DefensieSébastien Lecornu We beloven wat we kunnen leveren, en we leveren wat we hebben beloofd

Verder vindt Parijs dat in de berekeningen van het Kiel Institute te weinig rekening wordt gehouden met de strategische kwaliteit van de geleverde Franse wapens. Zo zou een Franse SCALP-raket à 850.000 euro veel meer uithalen dan een Duitse Leopard 2-tank van ruim 10 miljoen. Deze week nog heeft Oekraïne de SCALP (en de Britse equivalent Storm Shadow) ingezet voor aanvallen op het commandocentrum van de Russische Zwarte Zeevloot. Parijs stelt in dit opzicht dat juist Duitsland meer zou kunnen doen, bijvoorbeeld door óók langeafstandsraketten, van het type Taurus, te sturen. Volgens experts zouden die cruciaal kunnen zijn voor Kyiv.

Lees ook De Taurus-raket kan cruciaal zijn voor Kyiv. Wat maakt het wapen zo gewild?

De Taurus KEPD 350 bij de Duitse fabrikant MBDA in het Beierse Schrobenhausen.

Om te laten zien hoeveel Frankrijk doet, heeft het Franse ministerie van Defensie begin maart een lijst gepubliceerd met alle wapens die het naar Oekraïne heeft gestuurd. Daarin komt de Franse militaire steun niet op 635 miljoen, maar op 2,6 miljard euro, waar nog een bedrag van 1,2 miljard bij opgeteld kan worden als de steun die via de EU loopt wordt meegerekend.

‘Beide kanten hebben gelijk’

De Franse defensie-expert Bruno Tertrais van de militaire denktank FRS zei tegenover de Franse krant Le Journal du Dimanche dat beide kanten gelijk hebben in de discussie. „De berekeningsmethoden van het Kiel Institute zijn erg specifiek. Het is noodzakelijk onderscheid te maken tussen beloofde hulp en daadwerkelijk geleverde hulp, civiele hulp en militaire hulp, en vooral tussen de hoeveelheid en de kwaliteit van de materialen”, vindt hij. „Frankrijk zou misschien meer kunnen doen, maar Duitsland ook tot op zekere hoogte”, zegt hij, wijzend op de terughoudendheid van Berlijn om Taurus-raketten te sturen.

Het Kiel Insitute erkent lacunes in zijn werkwijze maar benadrukt dat ook dat als die er níet waren, de afstand tussen Frankrijk en andere grote economieën groot zou zijn. „In het grote plaatje zou het weinig veranderen”, aldus onderzoeker Christoph Trebesch tegenover nieuwssite Politico.

Of het gat ooit gevuld zal worden is ondanks de beloftes en gezwollen taal uit Parijs maar zeer de vraag: het Franse leger staat er niet goed voor en het begrotingstekort van het land is al hoog (vorig jaar 5,5 procent van het bnp, werd deze week bekend). Een hooggeplaatste ambtenaar zei niet voor niets tegen Politico dat „het belangrijkste principe is dat we onze capaciteiten niet mogen schaden. Met de steun aan Oekraïne hebben we nooit ons eigen leger aan operationele capaciteit ontnomen.” Intussen heeft minister Lecornu Franse denktanks opgeroepen zelf met hun berekeningen te komen over militaire steun aan Oekraïne.

Correctie (28/3): in een eerdere versie van dit artikel werden de Franse staatsschuld (110 procent van het bnp) en het begrotingstekort (5,5 procent van het bnp in 2023) door elkaar gehaald. Dat is hierboven rechtgezet.