Failliet Bed Bath & Beyond laat zien dat de ouderwetse winkel het moeilijk heeft

Iconische winkelketen Bed Bath & Beyond was een begrip in het Amerikaanse straatbeeld. Het was recent nog mikpunt van ‘memebeleggers’.

Aankondiging van een sluiting van een Bed Bath & Beyond-winkel in de staat Idaho.
Aankondiging van een sluiting van een Bed Bath & Beyond-winkel in de staat Idaho. Foto Don & Melinda Crawford/ Getty Images

Het is een soort groot uitgevallen Blokker, een winkelketen van vijf decennia oud waar menig Amerikaan herinneringen aan heeft. Maandag werd bekend dat Bed Bath & Beyond faillissement gaat aanvragen, nadat het eerder dit jaar al aan had gekondigd 400 van de 760 winkels te sluiten.

Bed Bath & Beyond was een iconische zaak in het Amerikaanse straatbeeld. De keten werd groot met lakens en handdoeken, en had de laatste jaren een breder aanbod op het gebied van huishoudelijke artikelen. Denk aan airfryers, potten, pannen en handdoeken – opgestapeld, vaak van vloer tot plafond.

Het onheil hing al een tijdje boven het concern. Het bedrijf ploeterde al jaren en maakte verschillende (mislukte) koerswijzigingen door.

Bij het concern werken nog 14.000 mensen, al een drastische krimp ten opzichte van de 32.000 mensen die er afgelopen zomer nog aan het werk waren. In 2019 werkten er zelfs nog 62.000 mensen en had het rond de 1.500 winkels. Voor eind juni moeten de laatste honderden winkels allemaal dicht zijn.

Het kwakkelende concern werd de afgelopen tijd op de beurs ook nog eens onderwerp van speculerende beleggers. Eerst van grote beleggers die speculeerden op de ondergang van de keten en daarna juist van particuliere ‘memebeleggers’ die in een gezamenlijk offensief de prijs kunstmatig opdreven. Dat ging op een vergelijkbare manier als bij het Game-Stop-avontuur, waarbij beleggers elkaar aanjaagden via Reddit.

Kroonjuweel

Bed Bath & Beyond was een kroonjuweel uit de tijd van de zogeheten ‘category killers’, schrijft CNN. Oftewel grote speciaalzaken die binnen één winkelcategorie domineerden. Denk aan Toys R Us (kinderspeelgoed), Circuit City (elektronica) en Sports Authority (sportartikelen) – allemaal inmiddels failliet. De keten werd opgericht in 1971 en begon klein als Bed ’n Bath. De eerste drie jaar konden de oprichters (Warren Eisenberg and Leonard Feinstein) zichzelf geen salaris uitbetalen. De winkels verkochten vooral huishoudelijke artikelen van merknamen met korting. Het profiteerde in de beginjaren van de populariteit van speciaal ontworpen lakens met verschillende kleuren, daarvoor waren lakens over het algemeen gewoon wit.

We realiseerden ons te laat dat het internet zo’n enorme impact op retail zou hebben

Warren Eisenberg medeoprichter Bed Bath & Beyond

Bed ’n Bath gaf nauwelijks geld uit aan reclame, maar zette in plaats daarvan kortingsbonnen in de krant. Die werden door de jaren heen iconisch. In 1987 werd de naam omgedoopt tot de huidige vanwege het uitdijende aanbod.

De winkelketen gaf winkelmanagers veel autonomie in hoe ze de winkel inrichtten, zodat het aanbod goed aansloot bij de lokale smaak. Ook maakte het geen gebruik van magazijnen, maar verscheepte het nieuwe producten direct naar de winkels.

Die waren op het oog, oneerbiedig gezegd, een zooitje. „We werden ervan beschuldigd de winkels te vol te stoppen”, zei oprichter Warren Eisenberg begin dit jaar tegen The Wall Street Journal. „En daar zat wel iets in. Maar als je naar de winkel kwam om een dekmatras te kopen, was het onmogelijk dat je alleen met een dekmatras naar buiten zou lopen.”

Boot gemist met internet

Vanaf 2012 begonnen de verkopen van de keten te stagneren. „We hebben de boot gemist met het internet”, aldus Eisenberg later tegen The Wall Street Journal. „Als je me [jaren geleden] had gezegd dat sommige van mijn kleinkinderen hun jurken online zouden kopen, had ik gezegd: ‘Mensen houden ervan de deur uit te gaan en te winkelen. Het is een sociaal gebeuren.’ We realiseerden ons te laat dat het internet zo’n enorme impact op retail zou hebben.” Ook de kortingsbonnen hadden hun beste tijd gehad. Amerikanen konden nóg goedkopere lakens of huishoudelijke apparaten vinden op websites als Amazon, of in supermarktketens als Walmart.

In 2003 stonden de oprichters de leiding af, maar ze bleven actief in het bedrijf. In 2019 werden ze door aandeelhouders gedwongen de top van het bedrijf te verlaten, nadat ze waren beschuldigd van nepotisme vanwege het aankopen van de ketens Buybuy Baby en Chef Central, die waren opgericht door hun zonen.

Lees ook: Rechter stemt in met doorstart warenhuisketen Sears

De jaren erna waren onstuimig. Eerst werd volop ingezet op de verkoop van eigen merken van Bed Bath & Beyond, maar in augustus vorig jaar werd die strategie weer omgegooid en kwam er weer een focus op A-merken.

Grote, institutionele beleggers begonnen via shortposities te speculeren op koersdalingen van het bedrijf. Zij doen dat door aandelen op een hoog punt tijdelijk te lenen en door te verkopen, om ze op een lager punt terug te kopen en terug te geven. Ze waren geïnspireerd door de activistische investeerder Ryan Cohen. Cohen had eerder bij GameStop veel aandelen gekocht om zich daarna te gaan bemoeien met de strategie van het bedrijf (nu is hij er president-commissaris).

Beleggers verwachtten een vergelijkbare actie bij Bed Bath & Beyond, maar nadat Cohen de koers daar enorm had opgedreven door veel aandelen te kopen, bemoeide hij zich maar kort met de strategie en verkocht daarna zijn aandelen weer met flinke winst. De koers stortte daarop in elkaar en de particuliere beleggers voelden zich bekocht door hun held.

In tegenstelling tot GameStop was Bed Bath & Beyond niet te redden. De huidig topvrouw Sue Gove omschreef pakkend in een verklaring wat de keten voor mensen heeft betekend. „Miljoenen klanten hebben ons de belangrijke mijlpalen van hun leven toevertrouwd – van gaan studeren, naar trouwen, naar samen een nieuw huis inrichten en een kindje krijgen.

Lees verder…….