Europese rechter verbiedt publieke toegang tot bedrijfsgegevens in UBO-register

Privacy Het UBO-register is bedoeld om witwaspraktijken en de financiering van terrorisme tegen te gaan. Alle bedrijfsgegevens moesten openbaar worden gemaakt. Dat is privacyschending, oordeelt het Europese Hof van Justitie.
Het kantoor van de Kamer van Koophandel in Amsterdam.
Het kantoor van de Kamer van Koophandel in Amsterdam.

Foto Alexander Schippers/ANP

Het Europees Hof van Justitie heeft dinsdag besloten dat het UBO-register niet meer toegankelijk mag zijn voor het brede publiek. Volgens Europese wetgeving moet iedere persoon die meer dan een kwart van de zeggenschap of aandelen over een bedrijf heeft, als Ultimate Beneficial Owner (UBO) worden opgegeven. De Europese rechter oordeelde dat het openbaar stellen van bedrijfs- en persoonsgegevens de grondrechten van bedrijfseigenaren en aandeelhouders schendt.

Het UBO-register werd in 2020 opgezet en is bedoeld om de financiering van terrorisme tegen te gaan en witwassen te bestrijden. Alle Europese ondernemingen moeten zich verplicht melden bij dit register met onder meer hun naam, nationaliteit en woonplaats, waarmee inzichtelijk wordt welke personen eigenaar zijn van welk bedrijf. In Nederland bracht het kabinet het bijhouden van dit bedrijvenregister onder bij de Kamer van Koophandel.


Lees ook: De invoering van het UBO-register bij de Kamer van Koophandel in 2020 ging rommelig

Het hof oordeelt dinsdag, nadat een Luxemburgse vennootschap naar de rechter was gestapt tegen deze registratieplicht, dat er sprake is van een ernstige schending „van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens”. Het is volgens de rechter niet noodzakelijk voor witwasbestrijding dat lidstaten de bedrijfsinformatie voor het grote publiek toegankelijk maken. Het schrappen van het openbare register is een meevaller voor bijvoorbeeld familiebedrijven, waarvan persoonlijke gegevens door derden zo makkelijk zijn op te vragen.

Het UBO-register mag vanaf nu alleen beperkt worden geraadpleegd: voor het opsporen van frauduleuze praktijken en niet meer voor bijvoorbeeld de wetenschap. Overheidsinstellingen zoals de Belastingdienst mogen nog wel bij de gegevens.

Lees verder…….