Kijk mee in de cello die door een trein werd overreden

Deze cello overleefde een aanrijding met een trein in 1929. De cello lag bovenop een auto die werd geraakt. Brooks: “Geen gewonden, maar de cello was zwaar beschadigd. Het was crisistijd en dus werd de cello niet afgeschreven maar gerepareerd.”


Foto Charles Brooks

Interview

Charles Brooks Fotograaf

Tijdens de coronacrisis begon cellist Charles Brooks foto’s te nemen van de binnenkant van muziekinstrumenten. Die blijken veel weg te hebben van luxe-appartementen ontstaan.

In welk instrument fotograaf Charles Brooks zelf het liefst zou wonen? „Dat wordt dan toch de cello. Daar speel ik al twintig jaar op, dat instrument voelt al als thuis voor mij, dus die zou ik best kunnen bewonen.”

De foto’s van instrumenten van Brooks nodigen uit tot dat soort fantasieën. Hij legt ze vast met een speciale sondecamera, zodat we een kant zien die we nog niet kenden: de binnenkant. Cello’s, violen, piano’s en fluiten zien er op zijn beelden uit als kamers, zalen of hallen. „Een beetje zoals appartementen die ik niet kan betalen”, grapt Brooks via Zoom vanuit zijn huis in Auckland, Nieuw-Zeeland.

Zijn serie heet niet voor niets Architecture in Music. Dat zijn foto’s er zo uitzien, komt doordat Brooks heel veel foto’s maakt in één instrument – in sommige gevallen wel achthonderd. Elke keer verschuift hij het brandpunt een heel klein beetje, waarna hij van elke foto het scherpe deel samenvoegt tot één beeld. Dan is elk hoekje scherp en lijkt zo’n klankkast van een cello of piano heel groot.

Een conga van Meinl. Foto Charles Brooks

De fotograaf ging twintig jaar lang de wereld over als concertcellist, waarvan de laatste jaren met het Symfonieorkest van São Paolo, voordat hij zich toelegde op het professioneel fotograferen van musici. „Maar toen de coronacrisis uitbrak, viel dat werk stil en probeerde ik op een andere manier bezig te blijven.” Brooks zag hoe sondecamera’s werden gebruikt om bijvoorbeeld insecten te kunnen fotograferen, maar hij wilde er iets spannenders mee doen en stak ze in de instrumenten om hem heen.

Het resultaat is groots: meer dan zeven miljoen keer stonden zijn beelden alleen al het afgelopen jaar in magazine en kranten. „They strike a chord with people”, zegt hij lachend. „Ik moet stoppen met die woordgrappen. Maar het geeft een kick om berichten te krijgen van Zuid-Afrika tot Dubai tot Brazilië, overal. En nu Nederland, wat ik tof vind omdat jullie een paar van de beste orkesten ter wereld hebben, en dan ook nog het Concertgebouw. Het was altijd mijn droom om daar eens te spelen, dat is nooit gelukt. Maar wie weet, misschien gebruiken ze wel een van mijn foto’s, dat zou een troostprijs zijn!”


Bekijk ook de fotoserie: Zijn instrumenten zien eruit als appartementen

Niet alle instrumenten zijn even spannend. Er zijn nogal veel instrumenten die niet veel meer zijn dan een lange buis, soms niet eens met gaten, vertelt Brooks. Maar andere verrassen juist enorm, zoals de didgeridoo. „Ik was bij een klant om een saxofoon te fotograferen, en toen pakte hij er een didgeridoo bij. Ik dacht, ik heb in Australië gestudeerd, ik ken die dingen wel. Ik verwachte sporen te zien van ruw gebeiteld handwerk. Maar toen ik de lens erin stak, zag ik een geweldig soort grot, met allerlei fantastische kleuren. Het bleek dat didgeridoos niet met de hand worden gemaakt, maar dat de holte wordt gemaakt door termieten. Ik zou er graag meer fotograferen, want ze zien er allemaal totaal anders uit.”

Steinway Model D Grand Piano 2.

Charles Brooks

Napoleon

Het gaat Brooks voor een groot deel om het verhaal. Zo wil hij graag nog eens de cello fotograferen die is beschadigd door Napoleon Bonaparte. „Dat is het instrument dat ik het liefst nog eens zou fotograferen. Het is een Stradivarius-cello. Napoleon zag hem tijdens een concert en ging daarna backstage om de cellist, Jean-Louis Duport te bedanken. Hij pakte de cello en zei, ‘nou laat maar eens zien hoe je op zo’n ding speelt’, is het verhaal. En daarop stak hij de sporen van zijn laarzen diep in de zijkanten van de cello, waarop die beschadigde. Dat is allemaal netjes gerepareerd, maar ik weet zeker dat je daar aan de binnenkant nog overblijfselen van moet zien. Dat zou ik heel graag fotograferen.” Waar die cello is gebleven nadat de laatste eigenaar, de legendarische cellist Mstislav Rostropovitsj overleed, dat weet Brooks niet. „Er is niets meer van gehoord na 2008.”

De Stradivarius-cello is een van de beste instrumenten ooit gemaakt en er zijn er nog maar een stuk of vijftig van. „We kijken naar Stradivari-instrumenten en luisteren ernaar en we weten welke geweldige musici erop hebben gespeeld, maar er zijn nog meer verhalen. Zo is er een cello die in 1929 werd aangereden door een trein. Die lag bovenop een auto, die vast kwam te zitten in het treinspoor. Die trein is recht door de auto heen geploegd. Geen gewonden, maar de cello bovenop was zwaar beschadigd. Het was crisistijd en dus werd de cello niet afgeschreven maar gerepareerd. Misschien omdat het een ongebruikelijke reparatie was, heeft iedereen die eraan heeft gewerkt z’n handtekening achtergelaten. Die cello staat helemaal vol handtekeningen helemaal tot in 1988, allemaal Nieuw-Zeelandse luthiers die voor een deel een beetje vergeten waren.”

Als hij de cello van Duport eenmaal in handen zou krijgen, moet Brooks voorzichtig te werk gaan. „De belichting is een groot deel van het werk, want sonde-lenzen vangen niet zoveel licht. Je moet bijzonder sterke lampen boven het instrument hangen, en dat is niet zonder gevaar want die lampen worden heel erg heet. Bij het nemen van die honderden foto’s, kan ik er soms maar twee of drie achter elkaar nemen voordat de lampen weer even moeten afkoelen. En een Stradivarius van 10 miljoen, die wil je niet koken.”

Je zou het haast niet durven. „Nee, maar zou je niet al die gereedschapssporen van de Stradivarius-familie willen zien? Al die kleine details, de ongelukjes die de instrumenten hebben gehad, het stof van talloze beroemde concertzalen dat zich erin heeft verzameld. Te kunnen zien wat er in de loop van de eeuwen met ze is gebeurd vind ik fascinerend, en ook nog van historisch belang.”

Lees verder…….