Europa reageert te traag op klimaatverandering, blijkt uit onderzoek

Europese overheden reageren veel te traag op de snel toenemende risico’s van klimaatverandering. Zonder verdere actie kunnen sommige van die risico’s – waaronder hittestress en afname van landbouwopbrengsten – de komende decennia „een kritiek niveau” bereiken, en later deze eeuw „een catastrofaal niveau”. Dat stelt het Europees Milieuagentschap in de eerste klimaatrisico-analyse voor de EU. Het rapport is deze maandag gepubliceerd.

Voor elk van vijf sectoren (volksgezondheid, voedsel, infrastructuur, ecosystemen, en economie en financiën) onderzocht het agentschap 36 risico’s, waaronder hittestress, overstromingen, gevaar van branden voor de bevolking en de natuur, financiële instabiliteit, afname van landbouwopbrengsten, afname van toerisme, verstoring van de energievoorziening en verlies van biodiversiteit.

Het meeste risico

Het agentschap benadrukt dat niet alleen klimaatverandering de ernst van de risico’s bepaalt. Klimaatverandering vervlecht zich met andere factoren, zoals sociale ongelijkheid, niet-duurzame landbouw, vervuiling en landgebruik (waar bijvoorbeeld wel en niet gebouwd wordt). Daarom pleit het Europees Milieuagentschap voor een holistische, geïntegreerde aanpak waarbij veel beleidsgebieden betrokken zijn.

Uit de analyse komen drie geografische gebieden naar voren die het meeste risico lopen. Ten eerste Zuid-Europa, met name door de groeiende impact van hitte en droogte op de landbouw, buitenwerk, zomertoerisme en branden. Ten tweede laaggelegen kustgebieden, die kwetsbaar zijn voor overstromingen, erosie en verzilting, mede door de versnellende zeespiegelstijging. En ten derde de zogeheten buitengebieden van de EU, die gevaar lopen omdat ze zo afgelegen zijn, een zwakke infrastructuur hebben en vaak afhankelijk zijn van slechts enkele economische activiteiten. Dit zijn (sub)tropische eilanden en kustgebieden, zoals de Azoren, La Réunion en Sint Maarten.

Kwetsbaar zijn volgens het agentschap ook gebieden die afhankelijk zijn van toerisme, landbouw, visserij of bosbouw, waaronder berggebieden zoals de Alpen, en grote delen van Noord-Europa. Datzelfde geldt voor gebieden met veel werkloosheid, armoede en emigratie (vooral Centraal-Oost-Europa) en dichtbevolkte gebieden.

Schaduw en verkoeling

Voor de sector ‘volksgezondheid’ zijn er extra risico’s door onder meer erger wordende hittegolven en branden. In de zomer van 2022 zijn er naar schatting 60.000 tot 70.000 mensen vroegtijdig overleden door hitte. Beleid zou zich volgens het agentschap meer moeten richten op kwetsbare groepen, zoals ouderen. In steden zou er bijvoorbeeld meer groen moeten komen, voor schaduw en verkoeling.

Ook woedden er in 2022 en vorig jaar extreme branden in onder meer Griekenland, Portugal en Italië, met tientallen doden. In Nederland riepen onderzoekers afgelopen januari al op tot meer maatregelen tegen natuurbranden.

Ook de sector ‘economie en financiën’ loopt gevaar. Financiële instellingen moeten al wel een klimaatstresstest uitvoeren, maar houden daarbij bijvoorbeeld geen rekening met gecombineerde effecten van risico’s (zoals hitte én droogte). Europese solidariteitsfondsen zijn nu al overschreven als gevolg van kostbare gebeurtenissen, zoals overstromingen en natuurbranden.

Van de vijf onderzochte sectoren lopen ecosystemen het meeste risico. Zo hebben zee- en kustgebieden door de opwarming nu al te maken met mariene hittegolven, verzuring en uitbreiding van zuurstofloze gebieden. Maar ook hier bepaalt niet alleen klimaatverandering de ernst van de situatie. Ook de mate van overbevissing en vervuiling zijn bijvoorbeeld van invloed.

Slimmer, sneller en breder

Het agentschap adviseert de EU en de lidstaten meer te doen om de natuur te beschermen. De net aangenomen Europese Natuur- en herstelwet helpt hierbij, maar er is volgens het agentschap meer nodig.

Dat geldt ook in bredere zin. Er gebeurt al het nodige, maar het is te weinig, te traag, aldus het agentschap. Zo heeft de Europese Commissie begin 2021 een ‘adaptation strategy’ aangenomen – een strategie om zich slimmer, sneller en breder aan te passen aan klimaatverandering. Maar de doelen ervan zijn vaag, en inzet van lidstaten is vaak vrijwillig, oordeelt het agentschap.

Het Europees Milieuagentschap heeft de analyse uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Die werd aangespoord zo’n analyse uit te voeren door het Europees Parlement dat in september 2022 een resolutie aannam om onderzoek te doen naar de risico’s van klimaatverandering, met name door droogte, branden en andere extreme weersfenomenen.