‘Er is op deze Documenta geen sprake van antisemitisme, maar van islamofobie’

De Australische kunstenaar Richard Bell in het Van Abbemuseum in Eindhoven.


Foto Merlin Daleman

Interview

Richard Bell Kunstenaar

Het werk van de Australiër Richard Bell is een blikvanger op de Documenta. „Als je antisemitische kunst weghaalt, haal dan ook kunst uit musea die racistisch is of vrouwonvriendelijk.”

‘Wat er nu op de Documenta in Kassel gebeurt, is geen antisemitisme maar islamofobie”, zegt de Australische kunstenaar Richard Bell (1953). Hij is een paar dagen in Eindhoven voor de opening van Dwarsverbinding: Richard Bell in het Van Abbemuseum. Het is zijn eerste solo-expositie in Europa, zij het op kleine schaal. Behalve enkele schilderijen omvat de tentoonstelling ook een film waarin hij vanaf de ruïnes van zijn ouderlijk huis in Charleville, Queensland vertelt over het gebrek aan rechten voor Aboriginals. Dat hij staat op de resten van het huis dat de overheid sloopte zonder het gezin een alternatief te bieden, benadrukt zijn boodschap.

Wie meer werk van Bell wil zien, kan naar Documenta 15 waar in het Fridericianum schilderijen en een sculptuur te zien zijn. Ook plaatste hij op het grote plein in Kassel een ‘Aboriginal Embassy’. In die tent worden gesprekken gevoerd en films getoond over hoe de rechten van Aboriginals altijd met voeten zijn getreden.

Na Eindhoven keert hij weer terug naar Kassel en wil daar blijven „zolang als me wordt toegestaan”. De vrees die hieruit spreekt, is omdat in Duitse media wordt geopperd dat deze Documenta-editie gesloten moet worden, omdat het hele evenement antisemitisch zou zijn.

Dictatuur

Dat vorige week het metersgrote drieluik People’s Justice van het Indonesische undergroundcollectief Taring Padi – over de slachtoffers van de dictatuur onder president Soeharto, waarop onder andere een Israëlische soldaat met varkenskop is afgebeeld – werd weggehaald, heeft de onrust niet weggenomen. Bondskanselier Olaf Scholz heeft laten weten voor het eerst in dertig jaar Documenta niet te bezoeken. Vanuit verschillende hoeken werd om het aftreden van de directie van Documenta gevraagd. Wat Der Spiegel betreft gaat dat niet ver genoeg: er moeten ook koppen van politici in Berlijn rollen – het aftreden van staatsminister van cultuur Claudia Roth is volgens het weekblad niet meer dan logisch: „Het uitnodigen van het Indonesische kunstcollectief ruangrupa moet tot op het hoogste niveau consequenties hebben.”


Lees ook: Wat maakt deze Documenta zo anders, zo revolutionair?

In deze editie van Documenta gaat het om het perspectief van het Zuidelijk Halfrond en het Midden-Oosten, om de keerzijden van kapitalisme, macht en racisme. De kracht van het collectief speelt er een grotere rol dan het individuele ‘genie’. Dat juist deze Documenta zo veel weerstand oproept, is wrang. Richard Bell: „Als dit Indonesische collectief niet was gevraagd om Documenta samen te stellen, hadden we ons werk niet kunnen tonen. Westerse curatoren hadden ons nooit uitgenodigd. De reacties die er nu komen, zeggen veel over Duitsland. Wereldwijd zijn er veel werken racistisch, anti-Aziatisch, vrouwonvriendelijk. Die worden overal getolereerd en niemand neemt er aanstoot aan. Als je redeneert vanuit antisemitisme, moet je ook vrouwonvriendelijkheid en racisme benoemen. En als je consequent bent, moet je die werken ook uit musea halen. Maar dat kan niet, want dan wordt het in sommige musea erg leeg.”

Bell werkt vanuit het in 2004 opgerichte kunstcollectief ProppaNow in het Australische Brisbane. „We richten ons op rechten voor Aboriginals. Niemand van ons heeft landrechten. Australië is Aboriginal land, dat was het altijd en dat zal het altijd blijven. Dat is waar het in mijn werk ook om gaat.”

In Bells werk zijn duidelijke politieke boodschappen te lezen. Op zijn schilderijen staan demonstranten afgebeeld met protestborden waarop slogans staan als ‘We Want Land, Not Handouts’ of ‘I Am a Man’. Zo gaat hij in op (land)rechten voor Aboriginals en de gevolgen van kapitalisme op zowel het geopolitieke vlak, maar ook op de kunstmarkt. Dat laatste is bijvoorbeeld terug te vinden in het werk met de leus: ‘Aboriginal Art, It’s a White Thing’. Hij geeft hiermee aan dat Aboriginal kunst gretig wordt verkocht, maar nog altijd wordt benaderd vanuit het Europese perspectief en dat Aboriginal kunstenaars er geen zelfbeschikking over hebben. „Als een gulzige artiest verslindt de Westerse kunst gewillig alle offers die op haar pad komen”, schreef Bell in zijn essay Bell’s Theorem.

Dat op de Documenta kunstcollectieven centraal staan, is wat hem betreft enorm belangrijk. „Het collectief is de basis van kunst, zowel in het verleden als het heden. Neem de impressionisten: ook zij waren een collectief. Dat in het Westen doorgaans weinig oog is voor het collectief is omdat kunstenaars kapitalisten zijn. Kapitalisme vraagt om een individuelere benadering. Bij een collectief gaat het om een groter belang, en om het overbrengen van een boodschap.”

Om de boodschap ging het bij Bell vanaf het begin dat hij kunstenaar werd. „Ik begon als activist, maar kunst was een middel om dingen te zeggen zonder gearresteerd te worden. Met kunst kan je grenzen oprekken. Dat is ook wat er nu gebeurt op de Documenta: daar kan je ervaren wat het is om vanuit een collectief te werken. De kunst is niet alleen op het visuele gericht, maar ook op het meedoen.”

Kapitalistisch zwijn


Lees ook: 9 Tips: Wat mag je niet missen op Documenta 15?

De reacties op de Documenta baren hem niet alleen zorgen, maar hij vindt ze ook typerend: „In kunst kunnen we ons vaak herkennen. We zien een wereld die we gewend zijn, of vrienden, familie, gemeenschap in de kunst. Als ik naar Amerikaanse of Europese kunst kijk, dan gaat dat niet voor mij op. Ik herken me niet in wat er wordt afgebeeld. Op de Documenta is dat nu een keer andersom, daar moeten bezoekers bereid zijn om dingen te zien en te ervaren die ze niet herkennen, ze moeten hun verbeelding gebruiken. Wat er met de bezoeker gebeurt, is wat wij altijd hebben gedaan, al die jaren: ons verhouden tot kunst die niet overeenkomt met onze beleving.”

Een kleine westerse handreiking doet Bell wel op de Documenta. Eén kunstwerk refereert nadrukkelijk aan het urinoir uit 1917 dat aan Marcel Duchamp werd toegeschreven en dat ondertekend is met R. Mutt. Bell ondertekende zijn urinoir met R. Bell, en plaatste er ballonnen bij. Eentje ervan is een varkentje. „Deze pisbak met ballonnen toont de westerse kunst: opgeblazen, overdreven en glimmend, waarbij het varkentje staat voor het kapitalistische zwijn dat de kunstmarkt bestiert.”

Het essay van Bell uit 2002 heeft inmiddels een update gekregen, maar veel optimistischer is hij niet geworden. Er zijn wel veranderingen als het gaat om de rechten van Aboriginals in Australië, maar of ze ten goede zijn, is de vraag die Bell stelt. Er is weinig hoop dat de Aboriginals in Australië ooit controle terugkrijgen over een belangrijk deel van hun cultuur. ‘There is no hope’, sloot hij zijn essay af in 2002. In de geupdate versie voor het Van Abbemuseum komt hij tot een kleine aanpassing: ‘Hope less. Do more’. Zo geeft hij aan dat kunst tot verandering kan leiden: „Als ik dat niet zou geloven, dan zou ik geen kunst maken”, zegt hij lachend. „Het kost alleen tijd. Verandering komt niet zomaar. We kunnen wachten, we zijn Aboriginals, we weten hoe we moeten wachten.”

Dwarsverbinding: Richard Bell is t/m 4/9 in het Van Abbemuseum in Eindhoven. De Documenta duurt nog t/m 25/9.

Lees verder…….