Epkes opa turnde op dak van de boerderij

Recensie

Biografie Epke Zonderland Olympisch goud, sportarts, knuffelbeer. Toch is zijn levensverhaal geen goednieuwsshow. Epke werd geplaagd door ziektes en blessures.

Epke Zonderland op de rekstok tijdens een training op de Olympische Spelen van Tokio.
Epke Zonderland op de rekstok tijdens een training op de Olympische Spelen van Tokio.

Foto Robin van Lonkhuijsen / ANP

Hij erfde de lenigheid van zijn opa Herre. Die liep op zijn handen over de nok van de boerderij – van uilenbord naar uilenbord. Hij erfde het doorzettingsvermogen van zijn vader Huite. Die reed drie keer de Elfstedentocht. Zijn twee oudere broers waren ook verdienstelijke turners. Maar niemand in de Friese sportfamilie was zo acrobatisch als zondagskind Epke Zonderland, bijgenaamd The Flying Dutchman.

Epke dus, zijn voornaam is voldoende. Hij bracht sportminnend Nederland in vervoering met zijn gouden rekstok-oefening op de Spelen van 2012 in Londen. Hij was ook drievoudig wereldkampioen en viervoudig sportman van het jaar. En bovenal: nationale knuffelbeer. Want iedereen hield en houdt van Epke, met zijn blonde lokken en blozende wangen.

Epke – van top tot teen heet de door de gepensioneerde Volkskrant-journalist John Volkers geschreven biografie. Het is een vrij compleet levensverhaal, waarin de sterke familieband en de nuchtere houding van de hoofdpersoon naar voren komen. Geen onthullend, wel een doorwrocht boek.

Zo heeft Epke, afgestudeerd als arts tenslotte, interessante observaties over het turnlijf. Hij zegt: „De spier moet intelligent blijven. Wij zijn niet getraind om een beetje lomp met heel veel gewichten rond te sjouwen.” Zijn begeleider Bert Otten, hoogleraar aan de medische faculteit in Groningen: „Epke kan instinctief improviseren.”

Yuri van Gelder

Epke toont empathie voor zijn Brabantse tegenpool Yuri van Gelder, de ringspecialist die na zijn wereldtitel in 2005 niet bestand bleek tegen de roem en weelde. Hij werd betrapt op het gebruik van cocaïne, waaraan hij verslaafd bleek, ging naar een afkickkliniek in Schotland, keerde terug aan de ringen, maar werd tijdens de Spelen van Rio in 2016 naar huis gestuurd na een avondje stappen en een gemiste ochtendtraining. „Echt dood en doodzonde. Yuri was de eerste van ons die doorbrak naar de internationale top”, zegt de empathische Epke.

Hij laat zich voorzichtig uit over andere misstanden in de turnsport. Hij neemt het min of meer op voor de van grensoverschrijdend gedrag beschuldigde coaches, waarbij moet worden aangetekend dat die in het vrouwenturnen (lees jonge meisjes) actief zijn of waren. Bij de mannen is het leeftijdsverschil tussen coach en turner (jonge mannen) sowieso veel kleiner. „Jemig, heftig hoor”, laat Epke optekenen. „Ik vind het een beetje dubbel dat al die coaches zijn afgemaakt terwijl overschrijdend gedrag niet eens is bewezen of nog moest worden bewezen.”

Over zijn eigen ervaringen in de trainingszaal: „Ik heb zelf geen wantoestanden meegemaakt. De coaches stonden met passie in de zaal. Natuurlijk hoorde je ze wel eens tekeer gaan. Ik noem dat meer schreeuwen dan vloeken en schelden. Moet je daar iemand mee voor het gerecht laten komen?”

Over de voor – en nadelen van een professionele aanpak, zegt Epke: „Met topsport loop je nu eenmaal meer risico. Als je nooit pijn voelt, kom je niet verder. Je zoekt meer de grenzen op. Nee, het plezier staat niet altijd voorop.” Hij had als voordeel dat hij uit een (oplettende ) turnfamilie komt. „Veiligheid bestaat door openheid tussen de driehoek turner, trainer en ouders. Als een turner niks durft te zeggen, zit je in een onveilige wereld.”

Hij citeert commentator Hans van Zetten – bekend om zijn historische ‘En hij staat!’ na Zonderlands gouden oefening in Londen, in 2012: „Turnen heeft een koninklijke uitstraling, maar vereist spartaanse methoden.” Van Zetten stopte in 2020 bij de NOS, nadat bekend was geworden dat hij in een eerdere functie als bondscoach het wangedrag van sommige trainers had genegeerd én de vrouwelijke klokkenluiders/slachtoffers had beticht van rancune.

Dezelfde Van Zetten had in zijn commentaarhokje in de O2-Arena een vooruitziende blik, toen hij vlak voor Epkes sportieve hoogtepunt tegenover een miljoenenpubliek zei: „De komende minuut gaat het leven van Epke veranderen.” En hoewel hij volgens velen nog even bescheiden is als vóór 7 augustus 2012, is zijn leven vanzelfsprekend veranderd. Hij is „iets minder spontaan en baldadig”, sinds hij BN’er is. Hij is getrouwd en vader van intussen drie kinderen – zijn jongste is begin deze maand geboren toen het boek al naar de drukker was.

‘Zitten is het nieuwe roken’

De grootste verandering is zijn fysiek. Was hij vóór Londen 2012 vrijwel nooit ziek of geblesseerd, daarna protesteerde het lichaam veelvuldig en langdurig. „Er zijn twee Epkes: eentje voor 2012 en eentje erna”, verklaart zijn coach Daniël Knibbeler in het boek. „De eerste was een feest om mee te werken. De tweede een soms niet op te lossen puzzel.”

Tien jaar lang trotseerde Epke zijn fysieke klachten. Hij behaalde nog een paar wereldtitels, maar op de Spelen van 2016 en 2021 bleef hij ver verwijderd van een nieuwe gouden plak. Een verwaarloosde bijholteontsteking hield hem lang aan de kant. Na de Spelen van Tokio nam hij vorige zomer afscheid. Intussen is hij als sportarts werkzaam in Groningen. De jonge dokter waarschuwt de luie lezer: „Zitten is het nieuw roken.”

Lees verder…….