Elizabeth Day was verslaafd aan vrienden hebben: ‘Ik wil geen bedelvriend meer zijn’

Vrienden hebben is fijn. Toch? Het is gezellig: je hoeft je niet te vervelen. Het sterkt je zelfvertrouwen: kennelijk waarderen anderen je gezelschap. En het is gezond, zoals deskundigen sinds de pandemie verkondigen: sociaal isolement is schadelijk, mentaal en fysiek. Wie lang wil leven, dient zijn vrienden te koesteren.

Auteur en podcastmaker Elizabeth Day houdt van haar vrienden, ze is innig bij hen betrokken en leunt op hen voor steun en advies. Toen ze in maart 2020 tijdens de eerste lockdown opeens van ze werd afgesneden, voelde ze zich ontregeld. Maar een nadere blik op haar agenda leverde ook een ander, ongemakkelijk inzicht op: ze had wel érg veel mensen in haar leven verzameld. Uitputtend veel. Ze accepteerde iedere uitnodiging, reeg de afspraken aaneen en leek het onderscheid tussen echte vrienden en kennissen te zijn kwijtgeraakt. Ze leek wel verslaafd – verslaafd aan het hebben van vrienden. Ze moest van koers wijzigen – maar hoe?

Days zelfonderzoek leverde, net als eerder in de bestseller How To Fail (2019), een vloeiend geschreven, toegankelijk boek op: Friendaholic. Daarin laat ze ook anderen aan het woord over wat vriendschap voor hen precies betekent, van de tienjarige Wilkie tot een tachtigjarige gay activist. De oorsprong van Days eigen, oeverloze behoefte aan het maken van nieuwe connecties vindt ze in haar jeugd. Als Engelse leerling op een middelbare school in het getroebleerde Noord-Ierland van de jaren tachtig viel ze genadeloos buiten de groep. Haar volwassen leven mondde uit in een soort inhaalslag op de eenzaamheid van toen.

„Aardig gevonden worden door anderen was voor mij van levensbelang”, licht Day op een vrijdagmiddag in een videogesprek vanuit haar huis in Londen toe. „Of ik mezélf ook aardig vond, deed er minder toe. Ik kende mezelf niet. Daarmee bewees ik het idee van vriendschap onbewust een tegendienst, want wat ik mensen te bieden had, was niet authentiek, niet helemaal eerlijk. En door al mijn sociale verplichtingen had ik ook niet de tijd om een stap terug te zetten en mezelf beter te leren begrijpen. Dat is onderdeel van dit syndroom.”

Denkt u dat er bepaalde risicofactoren zijn voor vriendschapsverslaving? Single zijn bijvoorbeeld, geen gezin hebben?

„In mijn geval speelde dat zeker mee, in de periode na de scheiding van mijn eerste man. Mensen gaan er als je single bent vaak van uit dat je zeeën van tijd hebt. Toen mijn vrienden kinderen kregen, werd ik voortdurend uitgenodigd om naar hun huizen te komen en kinderdingen bij te wonen, terwijl ik wel degelijk een eigen leven had en misschien wel helemaal niet geconfronteerd wilde worden met andermans happy home. Het duurde lang voordat ik dat patroon in de gaten kreeg.

„Vrouwen van onze generatie hebben doorgaans als kind geleerd om braaf en meegaand te zijn en anderen voor te laten gaan – en dat vergroot weer de kans dat je jezelf uitvlakt en al je grenzen overschrijdt om maar aan de eisen van je omgeving te kunnen voldoen. Ik heb tot nu toe alleen maar van vrouwen reacties van instemming en herkenning gekregen op dit boek – maar ik word vooral gevolgd door vrouwen, dus dat zegt niet alles.”

Hoe zit het met mannen? Is er een verschil?

„We leven gelukkig in een tijd waarin strikte grenzen tussen genders vervagen, maar uit onderzoek is gebleken dat cis heteromannen tussen hun dertigste en hun vijftigste in hoog tempo vriendschappen verliezen. Ze hebben dan vaak een relatie en kinderen en missen de vaardigheid voor smalltalk, de kleine sociale interacties waar vrouwen goed in zijn – wat volgens mij ook sterk met maatschappelijke verwachtingen te maken heeft.

„Ik denk dat mannen zich vaak eenzamer voelen dan ze durven toegeven. Ik ken zeker mannelijke friendaholics, in de zin dat ze niet alleen kunnen zijn. Ze gaan van feest naar feest, bijvoorbeeld, ze zoeken constant vermaak. Grote groepen en vluchtige relaties zijn gemakkelijk om in te schuilen zonder echt gekend te worden.

„Aan de andere kant: mijn echtgenoot heeft nauwelijks vrienden, en hij is daar helemaal content mee. Hij heeft drie kinderen uit zijn eerste huwelijk, hij heeft een eigen bedrijf, en hij heeft een relatie met mij. Daarbuiten is er niet veel tijd over, en hij vindt het prima zo. Fascinerend, ik begrijp er niets van.”

Het hoofdstuk over ‘ghosting’ was pijnlijk herkenbaar. U ontmoet Becca in de sportschool en raakt innig met haar bevriend, totdat ze u opeens weer uit haar leven wist. Het deed me terugdenken aan de vrienden die zonder nadere toelichting uit mijn eigen leven verdwenen. Waarom loopt het vaak zo, denkt u?

„Ik denk dat we bang zijn om te zeggen wat we denken, of er de taal niet voor hebben. Ghosting kennen we ook uit de datingwereld, maar als een liefdesrelatie uitgaat, ligt er een heel pakket aan frasen en rituelen klaar. Je omgeving weet wat ze moet doen om je te troosten, er zijn eindeloos veel kunstwerken waartoe je je kunt wenden. Voor het einde van een vriendschap geldt dat allemaal niet. Daarover schaam je je vooral, je internaliseert het zwijgen van de ander als kritiek en zoekt de oorzaak bij jezelf. Het is geen onderwerp van gesprek.

„Maatschappelijk gezien ligt de focus vanouds op romantische liefde. Het wetenschappelijk onderzoek naar vriendschap is dungezaaid – wat er is, heb ik voor mijn boek gelezen – en er verschijnen pas sinds kort boeken, films en series met vriendschap als leidraad. Friends en Sex and the City waren in dat opzicht baanbrekend, maar ook daar waren de personages uiteindelijk allemaal op zoek naar een partner.

„Ik ontmoette Becca in een tijd dat ik op drift was, verloren. Ik lag in scheiding, ik moest verhuizen, ik veranderde van baan. Becca wierp zich juist op dat moment op als gids. Ze was ontzettend belangrijk voor me. Maar door het schrijven over ons ben ik ook gaan inzien dat wat voor mij tekenen van innige verbondenheid waren, door een ander als verstikkend geïnterpreteerd zouden kunnen worden. En toen ik weer uit mijn dal kwam en het beter met me ging, onderstreepte dat voor Becca het feit dat haar eigen situatie niet veranderde. Dat maakte het voor haar misschien pijnlijk om met mij om te blijven gaan.

„Ik kan er nu met liefde op terugkijken en onze vriendschap loslaten. Maar dat heeft jaren gekost. Ik was sneller over mijn scheiding heen dan over Becca.

„Mijn vriendin Sharmaine leerde me een Jamaicaanse uitdrukking die hierbij past: een ‘beg friend’, een bedelvriend. Ik wil nooit meer een beg friend zijn.”

Trekt u zelf inmiddels geen ‘beg friends’ aan?

„Ik ben me er zeer van bewust dat er mensen zijn die me tien jaar geleden niet zagen staan, en nu opeens wel. Ik prik beter door hun intenties heen. Ik weet wie ik ben en wie mijn dierbaarste vrienden zijn. Tegen werk-gerelateerde contacten kan ik aardig en beleefd doen in de volle wetenschap dat we nooit heel close zullen worden. Maar je bent friendaholic voor het leven; ik mis nogal eens de waarschuwingssignalen. Als ik twijfel over iemand, vraag ik het aan Emma [psychotherapeut Emma Reed Turrell, Days beste vriendin].

Je bent friendaholic voor het leven; ik mis nogal eens de waarschuwingssignalen

„Mijn literair agent en mijn manager beschermen me ook. Ze weten dat ik moeite heb om grenzen te stellen en kunnen dus namens mij ‘nee’ zeggen – ik heb dat nodig, ook om mijn schrijftijd te beschermen. Het succes van de How To Fail-podcast is een ongelooflijk geschenk, maar het kost meer creatieve energie dan ik ooit had kunnen denken. Dus maandag is mijn schrijfdag, dan ben ik out-of-office en beantwoord ik niets.”

Ondernemer en auteur Mo Gawdat vertelde in gesprek met u dat hij elke drie maanden zijn hele sociale netwerk doorkamt, zakelijk en privé, en dan openlijk bepaalde contacten beëindigt. Is zulke eerlijkheid iets om na te streven, denkt u?

„Ik behoor niet tot de mensen die het nobel vinden om iemand te beledigen en dan te zeggen: ‘Nou, ik ben tenminste eerlijk, want ik zeg het je in je gezicht’. Maar er zijn manieren om liefdevol helderheid te verschaffen in onze relaties. Die plicht hebben we, en aardig zijn en duidelijk zijn sluiten elkaar niet uit. Het stellen van grenzen kan een contact ook verdiepen: als ik eerder de moed heb gehad om ‘nee’ te zeggen, heeft mijn ‘ja’ ook veel meer betekenis. Dan committeer ik me werkelijk.

„De Amerikaanse activiste Rachel Cargle vertelde toen ik haar interviewde dat ze vond dat niet iedereen het recht had op haar vriendschap. Ze ziet zichzelf als zeer waardevol en een connectie met haar als een privilege, een eer – iemand moet een plaats in haar leven verdienen. Voor een friendaholic is dat een duizelingwekkend idee.”

Lees verder…….