Eerst het feest, dan de koers in bocht zeven van de Alpe d’Huez

Reportage

Alpe d’Huez De Alpe d’Huez wordt steeds meer een internationale berg. Maar het feest blijft er voor veel fans belangrijker dan de Tour.

De Britse etappewinnaar Thomas Pidcock komt op weg naar de top van de Alpe d’Huez door de ‘Nederlandse bocht’.
De Britse etappewinnaar Thomas Pidcock komt op weg naar de top van de Alpe d’Huez door de ‘Nederlandse bocht’.

Foto Marco Bertorello / AFP

Ze zijn een uitzondering op de regel op deze warme donderdag. Een groep van tien vrienden uit Zeeland verzamelt zich net na 13 uur onder een blauwe partytent. Afgesproken werk, hun blikken zijn vanaf nu gericht op het meegebrachte televisiescherm. De gekte in bocht zeven, bekend als de Nederlandse bocht op de Alpe d’Huez, mag dan langzaam toewerken naar de climax, de groep wil de twaalfde etappe van de Tour de France wel volledig volgen.

Zeker nu, tijdens een van de aantrekkelijkste edities in jaren, helemaal voor de tv-kijker. Maar waar veel wielerliefhebbers bij voorbaat uitkeken naar deze bergetappe, waarin het peloton drie cols van de buitencategorie over moet, daar staat in bocht zeven deze dag het feest centraal. Een miniversie van Koningsdag, op een paar honderd meter asfalt op een Franse berg. Op de Franse nationale feestdag zelfs dit keer, quatorze juillet.

Koelboxen, strandstoelen, uitklaptafels, alles is omhoog gesleept. Sommige fans hebben op maandag al hun tentje opgezet in de bocht, anderen komen in de loop van de ochtend bezweet aan.

NRC

De barbecuegeur verspreidt zich rond het middaguur. Tussen de slokken bier door, krijgen de hordes amateurs die omhoog fietsen een aanmoediging als ware het profs. Vooral kinderen en vrouwen ontvangen een fysieke of verbale duw in de rug. Het werkt, want bijna iedere renner, hoe kapot ook na zeven kilometer klimmen, komt met een lach de bocht uit.

Publiek als attractie

Het publiek in bocht zeven is zelf de attractie, en dat weet het. Zelfs de profs, die gaandeweg de dag dichterbij komen, hebben een bijrol. Zij kunnen alleen niet, zoals veel amateurs wel doen, hun telefoons uit hun shirt halen om het enthousiasme in de bocht vast te leggen.

Ook als het peloton inmiddels lang en breed uit startplaats Briançon is vertrokken, draait alles om het feest. Zelfs na de etappe van woensdag, een schouwspel vol verrassingen. Alleen een paar Engelsen laten hun dubbele tong horen, als iemand zegt dat de Britten Thomas Pidcock en Chris Froome in de kopgroep zitten. Nederlandse fans hopen vooral op een landgenoot in de kopgroep. De naam van Bauke Mollema klinkt vaak, al lijkt dat vooral te komen doordat zijn naam ritmisch goed past.

Bocht zeven is het laatste belangrijke Nederlandse wapenfeit op de berg die steeds internationaler wordt. Je vindt er op de weg naar boven een Noorse hoek, veel Duitse driekleuren en Australische vlaggen – ook in bocht zeven. Groepjes Franse jongeren trekken een oranje shirt aan en voegen zich, luidruchtig, tussen de Nederlanders. Een groep van vier Britten uit Manchester reist in totaal vier dagen om het feest in the Dutch corner deze donderdag bij te wonen.

Nederlandse berg

Het bevestigt allemaal de waarde van de Alpe d’Huez voor de Tour de France. De Alpentop als grootste wielerstadion ter wereld. Maar dat de berg nog altijd toegeëigend wordt door Nederlanders, komt vooral door die ene bocht. Niet door de resultaten. In 1989 was Gert-Jan Theunisse de laatste Nederlander die won bovenop L’ Alpe. Veel van de aanwezige fans maakten dat niet in levenden lijve mee. Joop Zoetemelk won er ook, twee keer zelfs, net als Peter Winnen.

Het blijft een bocht waar je als Nederlandse wielerliefhebber een keer geweest moet zijn, vindt Geerd Kroeze uit Nunspeet. Hij is met een deel van zijn gezin – niet iedereen vindt fietsen leuk – al vroeg op een stukje gras in de bocht gaan zitten. Ook Erik van Gorkum uit Arnhem zag de beelden van de haag van wielerfans op televisie en wist dat hij hier een keer langs de kant moest staan. Hij heeft net op de klim zijn broer gelost, maar de twee vinden elkaar weer bij bocht zeven.

Het is een mix van debutanten en vaste Huez-gangers, zowel in het peloton als in het publiek; zij die zich verbazen over langsrennende, bijna naakte volwassen mannen en zij die op dat moment niet opkijken maar gewoon hun zoveelste blikje bier openen. Zij die precies weten waar ze moeten staan als de reclamekaravaan langskomt om de wielerpetjes en andere accessoires op te vangen, en zij die dan nog snel de weg willen oversteken.

NRC

Dat de Touretappe deze dag een wat minder spectaculaire variant is dan de bergrit van woensdag, ontgaat bijna iedereen in bocht zeven. Hier volgen de hoogtepunten elkaar rap op. En is er even niets te vieren, dan wordt een nieuw nummer ingezet. Het urenlange wachten op het peloton, dat eerst nog de Col du Galibier en de Col de la Croix de Fer over moet, is geen straf.

En toch, als de televisiehelikopters boven de berg vliegen, neemt de spanning toe. Agenten, onder wie twee Nederlandse, houden het publiek strak achter een touwtje. Net na de bocht, op een wat steiler stuk, is dat eigenlijk geen doen, blijkt al snel. Als ritwinaar Thomas Pidcock als eerste bocht zeven doorkomt, schuiven de twee zijdes naar elkaar. Taco van der Hoorn wordt er bijna vastgeklemd. Voor sprinter Fabio Jakobsen is de haag van fans het laatste zetje wat hij nodig heeft om ook nu niet buiten te tijd te finishen.

Lees verder…….