Een profclub waarin het alleen om vrouwen draait – ‘Als je ergens geld in steekt, kun je het systeem veranderen’

De beste voetbalclub van Europa, alleen voor vrouwen, spelend in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Dat is de ambitie van Hera United, een initiatief van kinderboekenschrijfster en voetbalfanaat Marieke Visser. Investeerders geloven in het plan, dat het Nederlandse vrouwenvoetbal radicaal moet veranderen. Maar of het ook de noodzakelijke steun krijgt van voetbalbond KNVB en zijn leden valt te bezien.

Het idee voor een profclub voor vrouwen ontstond iets minder dan een jaar geleden, vertelt Visser in een klein kantoor in het Olympisch Stadion. Op 24 mei om precies te zijn, de dag dat bekend werd dat de geplande huldiging van de Ajax-vrouwen op het Leidseplein niet doorging. Ajax was dan wel kampioen geworden van de Vrouwen Eredivisie, de mannen hadden zo’n matig seizoen achter de rug dat de directie de viering afblies vanwege een „gebrek aan vreugdestemming bij en rondom Ajax”.

Uiteindelijk hebben de mannen prioriteit bij Ajax, hoe goed de vrouwen het ook doen, besefte Visser. Datzelfde geldt voor de andere 11 profclubs in Nederland met een vrouwentak. In de strijd om budget, aandacht, faciliteiten en begeleiding, leggen de vrouwen het altijd af tegen de mannenteams. „Er viel een kwartje”, zegt Visser. „Ik dacht: kan ik geen eigen profclub beginnen, waarin het alleen om vrouwen draait?”

Dat zoiets mogelijk is, wist Visser omdat ze bekend was met Angel City FC, een club die drie jaar geleden is opgericht in Los Angeles en nu uitkomt in de Amerikaanse profcompetitie NWSL. Angel City FC had vorig jaar een omzet van omgerekend 29 miljoen euro en zou volgens Amerikaanse media inmiddels 165 miljoen waard zijn. Aanjagers van die snelle groei: de steun van rijke investeerders, gelikte marketing, inclusief een docuserie op streamingsdienst HBO en de betrokkenheid van beroemdheden als actrice Natalie Portman.

Investeerders enthousiasmeren voor een Nederlandse variant op Angel City FC bleek eenvoudiger dan gedacht, vertelt Visser. Funda-oprichter Marijn Pijnenborg, ook aanwezig bij het gesprek, was „na een kop cappuccino” enthousiast, net als Heleen Dura Van Oord, zakenvrouw van het jaar in 2013.

Samen met vier mede-investeerders zijn zij aandeelhouders en financiers van Hera United. Hoeveel geld ze precies in het project steken, willen ze niet zeggen. Maar het budget van de club zal in de beginjaren vergelijkbaar zijn met een mannenteam in de Keuken Kampioen Divisie, zegt Visser. Ofwel: tenminste 4,5 miljoen euro, ruim twee keer zoveel als de begroting voor de Ajax-vrouwen.

Andere namen in het kernteam van Hera United (de naam verwijst naar de Griekse godin die volgens de mythe op de berg Olympus woont): journalist Barbara Barend, ondernemer Esther Pool-Kamp en media-expert Susan van Geenen.

De ambities zijn groot. Hera United wil het liefst in seizoen 2025-2026 meedraaien in de top van de Vrouwen Eredivisie. Maar beginnen in de Eerste Divisie is een „voor de hand liggend scenario”, zegt Visser, als je wil toetreden tot het betaald voetbal. Vanaf volgend seizoen kunnen clubs degraderen uit de Eredivisie. Voor de uit te breiden Eerste Divisie, die nu nog vooral uit beloftenelftallen en een team van Sparta Rotterdam bestaat, zijn clubs nodig.

Het streven is een team te formeren met „een paar gezichtsbepalende spelers”, bijvoorbeeld ervaren Nederlandse speelsters die nu in het buitenland actief zijn, aangevuld met jong talent. Iedereen krijgt tenminste een minimumlooncontract, zegt Visser. Op korte termijn wordt een modaal inkomen gegarandeerd. „Met een paar uitschieters.”

Dat betekent dat Hera United de komende jaren flink verlieslatend zal zijn, erkent Pijnenborg. De inkomsten in het Nederlandse vrouwenvoetbal zijn – anders dan in de Verenigde Staten – op dit moment verwaarloosbaar. De teams moeten de komende vijf seizoenen genoegen nemen met zendtijd – tv-rechten van de Vrouwen Eredivisie zijn meeverkocht met de ‘mannenrechten’, maar zonder dat de vrouwenteams daar een vergoeding voor krijgen. Ook sponsorinkomsten zijn heel beperkt, reden dat sommige speelsters nog tegen een onkostenvergoeding op het veld staan, wat weer tot gevolg heeft dat het niveau van de Nederlandse competitie achterblijft bij de toplanden.

Precies die „vicieuze cirkel”, zoals Visser het noemt, wil Hera United doorbreken. „Als je ergens geld in steekt, kun je het systeem veranderen”, zegt investeerder Pijnenborg. De gedachte is dat door Hera United, dat ook een jeugdopleiding voor ogen heeft, de kwaliteit van de competitie als geheel omhoog gaat en dus aantrekkelijker wordt voor kijkers, sponsors en investeerders. Ook geloven de initiatiefnemers dat veel winst te behalen valt in de marketing van het vrouwenvoetbal.

Omdat „alles om vrouwen draait” en geen geld wegvloeit naar een mannenteam, zegt Visser, zal er ook meer aandacht zijn voor zaken die in het internationale vrouwenvoetbal sterk in de belangstelling staan, zoals voorstekruisbandblessures en de menstruatiecyclus. Bij sommige grote clubs, zoals Washington Spirit in de VS, worden daarvoor innovatielabs opgezet.

Bang dat bestaande clubs in de Vrouwen Eredivisie Hera United als een bedreiging zien – bijvoorbeeld vanwege de hogere salarissen – zijn Visser en Pijnenborg niet. Het doel is niet de Eredivisie „leeg te roven”, zeggen ze. Ze hopen vooral te inspireren. Visser: „Als we de cirkel doorbreken profiteert het hele vrouwenvoetbal ervan.”

Volgens Mark Boetekees, general counsel van de KNVB, kan Hera United zichzelf als buitenstaander niet in de Eredivisie parachuteren. In de Eredivisie kom je alleen dankzij sportieve prestaties op een niveau lager, zegt hij. Daarvan afwijken levert onterechte bevoordeling op. Ook in de Eerste Divisie kunnen commerciële partijen zich niet zo maar „inkopen”, zegt hij.

De KNVB heeft twee externe adviseurs ingehuurd om te onderzoeken wat haalbaar is. Boetekees: „Statuten zijn nooit statisch. Die kunnen worden aangepast. Maar dat vergt wel een besluit van de bondsvergadering. En: gedegen onderzoek. Is er een noodzaak om de statuten aan te passen en zo ja: hoe? Daarbij rekening houdend met internationale voetbelregelgeving en verenigingsrecht.”

Op de vraag wat ze gaat doen als de KNVB geen groen licht geeft, zegt Visser: „Dat kan ik me niet voorstellen. Deze beweging valt niet tegen te houden. Speelsters worden er alleen maar beter van. We hebben de wind in de zeilen.”