Econoom Isabella Weber: ‘Het prijsplafond beloont spaarzaamheid’

Econoom Isabella Weber: „Je hebt een instrument nodig dat de prijs in bedwang houdt waar de vraag niet flexibel is, en de prijs flexibel houdt voor alles wat daarboven uit komt.”


Foto Gordon Welters

Interview

Europese energiecrisis Toen econoom Isabella Weber in 2021 al voor een gasprijsplafond pleitte werd ze weggehoond. Nu wordt de maatregel overal in Europa omarmd.

Eind 2021 maakte de Duitse econoom Isabella Weber een shitstorm los onder collega-economen omdat ze in een bijdrage in The Guardian voor prijsplafonds had gepleit om stijgende inflatie tegen te gaan. Onder economen een onorthodox standpunt; Nobelprijswinnaar Paul Krugman noemde het op Twitter „dom” – waarvoor hij zich inmiddels heeft verontschuldigd.

Nu worden overal in Europa varianten van een gasprijsplafond ingevoerd. Weber kwam vanuit de VS, waar ze professor is aan de Universiteit van Massachusetts in Amherst, naar Berlijn om deel uit te maken van de ‘Gaskommission’, de commissie die in opdracht van de regering de Duitse ‘Gaspreisdeckel’ (‘gasprijsdeksel’) vormgaf. Webers voorstel, dat een paar maanden geleden nog werd weggehoond, wordt nu als onontkoombaar gezien – hoewel regeringen het nu veelal zien als noodzakelijke maatregel om de koopkracht van burgers op peil te houden.

„Eind vorig jaar was de oorlog nog niet begonnen”, zegt Weber (Nürnberg, 1987) in een café in Berlijn, „maar in de VS schoten de prijzen voor levensmiddelen en energie omhoog.” Webers onderzoek concentreert zich op de uitwerking van grote, structurele economische omwentelingen op prijsstabiliteit, bijvoorbeeld de overgang van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie, of die van een oorlogseconomie terug naar een gewone economie. Haar boek, How China Escaped Shocktherapy, werd door de Financial Times opgenomen in een lijst van interessantste boeken van 2021. „Stel dat na een oorlog moet worden overgeschakeld van de productie van tanks naar de productie van auto’s. Omdat die omschakeling lang duurt schiet de prijs van auto’s omhoog. Zoiets zagen we ook toen de lockdowns werden opgeheven: van een economie die door maatregelen sterk was ingeperkt, gingen we terug naar ‘normaal’. De vraag ging omhoog, maar het aanbod stokte door allerlei toeleveringsproblemen, dus gingen de prijzen omhoog.”

Foto Gordon Welters

Waarom is een prijsplafond een goed idee in zo’n situatie?

„Als de prijzen van essentiële goederen omhoog schieten door schaarste, werden in het verleden vaak prijsplafonds ingezet om die prijzen in bedwang te krijgen. Zoals we nu ook zien zijn de gasprijzen moeilijk te controleren door simpelweg de rente te verhogen. Als je de rente naar boven bijstelt, onderdruk je de dynamiek in de hele economie, terwijl het toch vooral gaat om die gasprijs. Zonder gas kunnen veel sectoren niet functioneren, en ook veel huishoudens kunnen maar tot op zekere hoogte besparen. Je kunt de verwarming laag draaien, maar geheel zonder verwarming is bij bepaalde temperaturen wel een erg grote ontbering. Dus de vraag blijft op een zeker niveau, terwijl de gasprijzen extreem hoog zijn. De prijs wordt erg willekeurig. Daarom heb je een instrument nodig dat de prijs in bedwang houdt daar waar de vraag niet flexibel is, dus bijvoorbeeld voor basisonderhoud in huishoudens, en dat de prijs flexibel houdt voor alles wat daarboven uit komt.”


Lees ook: Duitse regering trekt 200 miljard euro extra uit voor energiecompensatie

In het Duitse gasprijsdeksel is dat zo geregeld, dat vanaf maart 2023 het gasprijsplafond geldt voor 80 procent van het verbruik van 2022. Voor alles wat daarbovenop wordt verbruikt, betaal je de marktprijs. Zo beloont dit gasprijsdeksel spaarzaamheid. Omdat het prijsplafond niet voor maart 2023 geïmplementeerd kan worden, krijgt iedereen ongeveer één maand verbruik van 2022 vergoed in december. Het prijsplafond duurt tot het voorjaar van 2024.

Waarom wordt door veel economen zo allergisch gereageerd op het idee van een prijsplafond?

„Het is een principieel probleem: vrijwel alle hedendaagse economische scholen berusten op de flexibiliteit van de prijzen, te beginnen bij het punt waar vraag en aanbod elkaar treffen, wat eigenlijk het eerste gebod van de economische wetenschap is. Dus als je zegt dat dat punt vast moet worden gezet, zeg je in feite tegen economen: jullie instrument werkt niet.”


Lees ook: Ergernis tussen lidstaten over trage EU-reactie neem toe, wordt de energietop ‘een robbertje vechten’?

De kritiek in Duitsland op het gasprijsdeksel is dat het te veel ‘met het gietertje’ is: iedereen wordt gecompenseerd, ook diegenen die het niet nodig hebben. De uitleg is dat dat niet anders kon door tijdgebrek. Het IMF eist ‘gerichte en tijdelijke’ maatregelen, waaraan het Duitse pakket dus niet voldoet. Heeft dat brede gebaar misschien toch nog een positief effect, namelijk dat er vertrouwen wordt gekweekt?

„De hoge gasprijzen treffen niet alleen mensen in de bijstand of die met de laagste lonen. Het probleem is dat tot ver in het maatschappelijke midden de mensen problemen krijgen hun rekeningen te betalen. 40 procent van de Duitsers heeft geen spaargeld en komt direct in de problemen als er op de energierekening een naheffing van 1.500 euro komt. Dat mensen hun rekening niet kunnen betalen, dat verhuurders de energieleverancier niet kunnen betalen, en dat die vervolgens omvallen: die angsten zijn reëel. Ik vind het belangrijk dat burgers met dit pakket zekerheid hebben dat basisbehoeften zoals verwarming en warm water voor een stabiele prijs beschikbaar blijven. Met een eenmalige betaling, waar veel economen aan vast blijven houden, kunnen burgers hogere prijzen betalen. Maar mogelijk zorgt een eenmalige betaling ook voor hogere prijzen en voor meer inflatie.”

In Duitsland komt ruim 20 procent van de toegevoegde waarde uit de industrie. Is het daarom dat Duitsland los van Europa opereerde voor het gasprijsplafond?

„Het klopt dat Duitsland veel afhankelijker is van de industrie dan veel andere Europese landen; in Frankrijk is het bijvoorbeeld 13 procent. Maar nee, ik vind niet dat Duitsland los moet opereren, en ik zou ervóór zijn dat op Europees niveau iets vergelijkbaars wordt gedaan als in Duitsland: dat het deel van de markt waar flexibiliteit nodig is, dus bijvoorbeeld voor lng [vloeibaar gas], flexibel blijft, en dat andere delen van de markt moeten worden gestabiliseerd door gecoördineerde Europese maatregelen.”

Lees verder…….