Diplomatiek memo van Nederlandse ambassade: Israël gebruikt ‘onevenredig geweld’

Israël gebruikt in Gaza „onevenredig geweld” en voert doelbewust aanvallen uit op de „civiele infrastructuur”, zoals bruggen, wegen en wooncomplexen. Deze aanpak verklaart het „hoge aantal doden in Gaza” en vormt volgens critici „een schending van internationale verdragen en oorlogswetten”.

Dat staat in een vertrouwelijk memo van de Nederlandse ambassade in Tel Aviv, dat is ingezien door NRC.

Het memo is opgesteld door de Defensieattaché op de ambassade, die met een militair team de situatie rond Gaza intensief volgt. Volgens de rapportage heeft de Israëlische politieke en militaire top geen duidelijke strategie en is de Israëlische wens om definitief af te rekenen met Hamas „een militair doel dat vrijwel onmogelijk te behalen is”.

De bevindingen in de vertrouwelijke rapportage staan in groot contrast met openbare uitspraken van het Israëlische leger van de afgelopen weken, dat beweert zoveel mogelijk te doen om Palestijnse burgerdoden te voorkomen. Volgens het door Hamas gecontroleerde Palestijnse ministerie van Volksgezondheid zijn in Gaza sinds het begin van de oorlog al ruim 11.000 doden gevallen. Dit weekend nog kreeg Israël hevige internationale kritiek vanwege de lucht- en grondaanvallen rond het Al-Shifa-ziekenhuis.

Lees ook ‘Mensen die het Al-Shifa-ziekenhuis willen ontvluchten worden beschoten’

Mannen checken de lichamen van mensen die zijn omgekomen bij een bombardement dat een school trof waar ontheemde Palestijnen verbleven, op het terrein van het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad op vrijdag.

Nietsontziende militaire aanpak

Demissionair premier Mark Rutte (VVD) zei vorige week woensdag na een gesprek met de Israëlische premier Netanyahu dat Israël „moet laten zien dat wat zij doen ook proportioneel is” en binnen de grenzen van het internationaal recht moet handelen. Rutte wil, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Franse president Macron, niet oproepen tot een staakt-het-vuren.

Uit het memo blijkt dat Nederland weet dat Israël bewust kiest voor een nietsontziende militaire aanpak die leidt tot grote aantallen burgerslachtoffers. Toch wordt het Israëlische optreden door Rutte en demissionair minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (CDA) niet publiekelijk veroordeeld.

D66-lijsttrekker en demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat Rob Jetten zei zondag in Buitenhof dat hij vindt dat Rutte nu wel moet oproepen tot een staakt-het-vuren, maar D66 lijkt daarin binnen het demissionaire kabinet alleen te staan.

De beslissingen van het Israëlische oorlogskabinet en legerleiding zijn volgens het ambtelijk memo ingegeven door wraakgevoelens. „De emotie en woede klinken door in briefings van de IDF [het Israëlische leger]”, staat in het bericht. Deze emoties zouden een rol spelen bij het verruimen van de geweldsinstructies voor de Israëlische militairen en bij de Israëlische interpretatie van het oorlogsrecht.

Dahiya-doctrine

De IDF, zo schrijft de ambassade, probeert bij het grondoffensief de verliezen aan eigen kant zo veel mogelijk te beperken („zero risk”) en gebruikt daarom sneller dodelijk geweld („shoot to kill”). Bovendien ziet de ambassade dat de IDF „elementen” van de zogeheten Dahiya-doctrine toepast. Deze strategie, die voor het eerst werd toegepast bij de oorlog in Libanon in 2006, heeft „de intentie om bewust enorme vernietiging aan de infrastructuur en civiele centra” aan te richten, waarbij grote aantallen burgerslachtoffers voor lief worden genomen. Het doelbewust vernietigen van burgerdoelen is in strijd met het oorlogsrecht, zo meldt het memo.

Het gebruik van grof geweld moet de afschrikking van Israël, dat militair kwetsbaar leek door de aanval van Hamas, herstellen. Volgens het memo wil Israël met zijn offensief in Gaza „credible military force etaleren om Iran en haar proxies [zoals Hezbollah] te laten zien dat ze nergens voor terugschrikken”. Die houding maakt de kans op regionale escalatie eerder groter dan kleiner, vreest de Defensieattaché.

Ambassade neemt berichten over Israëlische plannen om Palestijnen te verplaatsen naar Sinaï-woestijn wél serieus

Omdat de Israëliërs weinig expliciete steun voelen van bondgenoten, op de Verenigde Staten na, zou dit kunnen leiden „tot meer extreme acties en het mogelijk aangrijpen van het noordelijke front [een preventieve Israëlische oorlog tegen Hezbollah]. dan tot gehoopte vredesonderhandelingen”.

Eind oktober zei Rutte in een Kamerdebat dat Israël het recht heeft om de terroristische dreiging te elimineren: „Het vermogen van Hamas om aanvallen uit te voeren, moet verdwijnen.” Volgens de ambassade is „een duidelijke militaire overwinning op Hamas” echter niet te realiseren. Aan Israëlische zijde bestaat bovendien geen overeenstemming over het einddoel van operatie Zwaarden van ijzer. „Het huidige optreden is first and foremost ingegeven door de behoefte een genadeklap uit te delen aan Hamas”, zo staat in het memo: „Het gevoel dat overheerst is dat er daarna wel verder wordt gekeken.”

Zelfs als Hamas bijna volledig wordt uitgeschakeld, zal de ideologie van de fundamentalistische beweging voortleven, staat in het memo. „Hier is geen militair antwoord op mogelijk, dit is een politiek vraagstuk.”

Saoedi-Arabië en Qatar

De Nederlandse Defensieattaché is ook bezorgd over uitgelekte Israëlische plannen om de ruim twee miljoen Palestijnen in Gaza, al dan niet tijdelijk, gedwongen te verplaatsen naar de Egyptische Sinaï-woestijn. Israëlische media schreven onlangs over een beleidsdocument waarin deze optie werd genoemd, wat bij Palestijnen de vrees aanwakkerde voor een etnische zuivering. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemde het plan „hypothetisch”, maar de Nederlandse ambassade neemt het wel degelijk serieus. Onder het kopje ‘Thinking the unthinkable’ staat dat in Israël „verschillende mensen – onder wie parlementsleden, adviseurs en militairen – deze optie niet afdoen als extreem, maar als reëel.”

In het memo staat dat een van de scenario’s voor een Gaza zonder Hamas is dat een internationale troepenmacht de kuststrook gaat besturen. Die zou hoofdzakelijk uit Arabische landen kunnen bestaan, waaronder Saoedi-Arabië en Qatar. In het memo staat: „De vraag is wat er nog van Gaza over is na het militaire offensief en wat deze troepenmacht gaat overzien.”

Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil niet inhoudelijk reageren op het memo, maar benadrukt dat het gaat om slechts één van een „veelvoud van bronnen” die worden gebruikt bij het opstellen van beleidsadviezen aan de minister. „Nederland is zeer bezorgd over de ernst en de schaal van het conflict”, zo laat het ministerie weten: „Verdere burgerslachtoffers aan beide zijden moeten zoveel mogelijk worden voorkomen.”

Lees ook Anatomie van een humanitaire crisis: Gaza in kaart gebracht

Palestijnen die hun huizen in Gaza zijn ontvlucht vanwege de Israëlische bombardementen, wachten tot voedsel wordt uitgedeeld in een door de VN gerund opvangkamp. in Khan Yunis, in het zuidelijke deel van Gaza.