‘Draagbaar’ is nu een statement

Mode Niet voor in de kast, niet voor dat ene feestje: praktischer ontwerpen kenmerkten de modeweek in Parijs.

De nieuwe voorjaarsshow van Hermès.
De nieuwe voorjaarsshow van Hermès. Foto Jack Day

Het gebeurt maar eens in de zoveel seizoenen dat er een nieuw, jong talent opduikt met een collectie die volslagen eigen, vernieuwend én goed in elkaar gezet is. Al na twee minuten rondkijken in de statige Parijse showroom van Marie Adam-Leenaerdt werd duidelijk dat de 26-jarige Belgische ontwerper al die hokjes moeiteloos afvinkt.

Ze ontwierp de ultieme vakantiecollectie. Spandex badpakken bouwde ze om tot asymmetrische tops. Er waren lange jurken met prints van golvend blauw zwembadwater.

Al haar kleren staken slim in elkaar. Zo bleek in een zwarte jurk een rok verstopt te zitten, waardoor -ie op drie verschillende manieren gedragen kan worden. Doordacht, maar bovenal begeerlijk en draagbaar.

Daarmee zette ze de toon voor de rest van de negen dagen durende modeweek in Parijs, waar tientallen ontwerpers afgelopen week hun voorjaarscollecties voor 2024 presenteerden. Want als die collecties iets met elkaar gemeen hebben, dan is het wel draagbaarheid.

Weinig opsmuk. Weinig avondjurken. De luxe winkels zullen komende lente vol liggen met kleren die je gewoon elke dag aan kunt. Modeontwerpers kunnen inmiddels niet meer om de enorme vervuiling die hun industrie teweegbrengt heen. Het lijkt niet het juiste moment om kleren te ontwerpen die het grootste deel van de tijd in de kast liggen te wachten op dat ene feestje. Onalledaagse ontwerpen die vorig seizoen populair waren – onderbroekjes vol glitterstenen, kleren bezaaid met veren – zijn verdwenen. Het tijdperk van het minuscule tasje waar hooguit een lippenstift in past, lijkt ook voorbij, in de meeste tassen paste minstens een laptop. Ook al zo praktisch: bijna alle schoenen waren plat.

Kleren die gewoon in de wasmachine kunnen, noemde Dries Van Noten het. De Belgische ontwerper die bekendstaat om zijn met de hand geborduurde stoffen liet nu veel katoenen kledingstukken zien die je elke dag op straat tegenkomt: trenchcoats, korte broeken, blazers, chino’s. Door ze de ene keer oversized uit te voeren en de andere keer juist piepklein, voelde het fris en modern.

Marie Adam-Leenaerdt, Dries Van Noten en Dior Foto’s Alessandro Garofalo, Alessandro Lucioni

Zachtere kant

Want de nieuwe collecties zijn ook weer geen quiet luxury, het modewoord van het afgelopen jaar dat verwijst naar de compleet onopvallende maar peperdure kleren die veel mensen dragen naar het voorbeeld van de personages in Succession. De kleren van nu zijn wél draagbaar, maar niet per se simpel.

Bij Dior zagen sommige kleren eruit alsof ze al tig rondjes in de wasmachine achter de rug hadden. Er waren gebreide jurken die steken misten en broeken met rafelranden. Aan een linnen jas met kleine gaatjes was driehonderd uur gewerkt om dat effect te bereiken – de prijs loopt dan ook in de duizenden euro’s. Een groot deel van de collectie was uitgevoerd in zwart en wit, overigens de twee vaakst voorkomende kleuren van het seizoen.

Een vrolijk stemmende tendens op de modeweek in Parijs: veel kleren voor bij het zwembad

Bij Hermès liepen de modellen door een decor van hoge pluimen gras op leren sandalen met een wandelschoenenzool – een soort super-de-luxe Teva’s. De kleren waren sexyer dan normaal, vooral de kleine behaatjes die als tops gedragen werden. Hermès’ lange leren jassen zijn een bredere trend die ook bij andere mode huizen te zien was.

Nicolas Ghesquière van Louis Vuitton, liefhebber van sculpturale kleren die niet altijd even geschikt zijn voor het echte leven, liet zich van een zachtere kant zien. Met als resultaat één van zijn draagbaarste collecties. Veel lange rokken gecombineerd met oversized leren jasjes en riemen die nonchalant laag op de heupen hangen.

Uitgerekend de ontwerper die bekendstaat om sprookjesachtige kleren die absoluut niet voor dagelijks gebruik bedoeld zijn, nam afscheid: Sarah Burton houdt het na dertien jaar aan het roer bij Alexander McQueen voor gezien. Op de laatste dag van de modeweek kondigde Kering, het luxeconglomeraat waar het modehuis deel van uitmaakt, haar opvolger aan: Seán McGirr. Online leidde die keuze meteen tot woede. Met zijn komst zijn nu de creatief directeurs van de zes grote modehuizen van Kering allemaal witte mannen.

Hermès, Louis Vuitton en Chanel Foto’s Filippo Fior, Giovanni Giannoni

Hét gesprek van fashion week was de aangekondigde terugkeer van Phoebe Philo, de vrouw die draagbare, maar never-nooit saaie kleren zo ongeveer uitgevonden heeft. De geliefde ontwerper is al bijna zes jaar weg bij modehuis Céline, maar deze week was er in Parijs nog een speciale pop-up- shop met alleen maar tweedehands Céline-kleren van haar hand. In 2021 kondigde ze haar eigen merk aan, maar de lancering werd al twee keer uitgesteld. Zaterdag werd er op eens een mail rond gestuurd: de eerste collectie verschijnt op 30 oktober.

Gigantisch volume

Een vrolijk stemmende tendens die niet alleen bij Marie Adam-Leenaerdt te zien was: kleren voor bij het zwembad. Bij zowel The Row, het merk van Mary-Kate en Ashley Olsen, als Chanel liepen modellen met handdoeken om hun schouders. Ook waren er bij Chanel badpakken te zien en jasjes van gestreepte badstof. Het overgrote deel van de modellen droeg teenslippers. Maar ook de klassieke mantelpakjes hadden zo’n relaxed, ongevoerd silhouet dat je ze prima op vakantie zou kunnen dragen. Nooit eerder zat er in een collectie van Virginie Viard, sinds 2019 de opvolger van Karl Lagerfeld, zoveel lol en speelsheid.

Een hoogtepunt was de show van het Spaanse modehuis Loewe. Jonathan Anderson is een van de ontwerpers van het moment die de meeste risico’s durft te nemen. Deze keer liepen de modellen tussen grote zilver- en goudkleurige sculpturen van de Amerikaanse kunstenaar Lynda Benglis door, terwijl ze kleinere varianten van die sculpturen als armbanden en oorbellen droegen. Er waren cocon-achtige capes van grof breiwerk, met goudkleurige knopen zo groot als een vuist. Jassen die zogenaamd per ongeluk achter een tas bleven steken, waardoor de billen van de modellen ontbloot werden. En broeken die – net als in Loewe’s recentste mannencollectie – zó hoog in de taille zitten dat ze doen denken aan Steve Urkel uit de jaren 90-serie Family Matters. Een verrassend, maar wederom hartstikke draagbaar nieuw silhouet.

Loewe, Duran Lantink en Undercover Foto’s Isidore Montag, Undercover

Wie ook met een heel nieuw silhouet op de proppen kwam, was Nederlander Duran Lantink, die vrijwel uitsluitend met afgedankte of gerecyclede materialen werkt en voor het eerst onderdeel van het officiële schema in Parijs is. Hij wilde vooral experimenteren met de vorm van klassieke kledingstukken, vertelde hij na afloop. Spijkerjasjes, little black dresses, gestreepte overhemden: hij blies ze allemaal op tot gigantische, bolle kledingstukken. Van vintage Levi’s maakte hij een gewatteerde Speedo.

Klinkt misschien ludiek, maar het zat technisch indrukwekkend goed in elkaar. En net als je bijna dacht: nu weet ik het wel met die giga-volumes, kwam er opeens een delicate witte jurk gemaakt van traditionele mutsjes uit het Zeeuws Museum voorbij. Of een perfect geconstrueerd bomberjack gemaakt van zwemvesten.

Maar nergens klonk zoveel ‘wauw’ als tijdens de finale van het Japanse Undercover. Door een pikdonkere zaal liepen drie modellen met rokken waarin terrariums verwerkt zaten met bloemen, planten en levende vlinders (die na afloop onmiddellijk vrijgelaten werden, werd plechtig beloofd). Niet álles hoeft praktisch te zijn.

Lees verder…….