Column | Prins Bernhard Fonds moet blijven

Marcel van Roosmalen

Koningin Wilhelmina keek weg van de Jodenvervolging en prins Bernhard heeft tot zijn dood in 2004 gelogen over zijn NSDAP-lidmaatschap. Zelfs journalistieke hyena’s als Pieter Broertjes en zijn adjudant Jan Tromp van de Volkskrant die hij in zijn laatste weken ontving schreven braaf op dat hij met de hand op de Bijbel kon verklaren nooit lid te zijn geweest van de partij van Adolf Hitler. Flip Maarschalkerweerd, oud-directeur van het Koninklijk Huisarchief, lichtte de kaart in 2019 uit het persoonlijk archief van de prins en maakte dat deze week publiek. In 1996 had de historicus Gerard Aalders ons al een kopie van de NSDAP-lidmaatschapskaart getoond.

Bij het Prins Bernhard Cultuurfonds wisten ze net als iedereen al bijna dertig jaar dat de naamgever fout was, maar ze hebben tot het uiterste gewacht om ongemakkelijke conclusies te trekken. Net als al die organisaties die zonder vraagtekens geld van het fonds accepteerden. Woensdag was er dan opeens de korte mededeling dat ze bij het fonds alles intern op een rijtje gaan zetten. Om een parallel met de Tweede Wereldoorlog te trekken: aan iedereen die daar in de raad van toezicht zit had je in die tijd dus niets. Mijn devies zou zijn: uit de buurt blijven, daar niet aankloppen. Ze kleven dusdanig aan hun status en functies dat ze het koningshuis niet onnodig hebben willen grieven. Pas nu de kop ze in een plas bloed op een zilveren schaal wordt getoond willen ze toegeven dat het beest dood is.

Met prins Bernhard had ons land de verzetsheld die het verdiende: voor de oorlog fout, na de oorlog goed

Ze gaan zich beraden. Het Prins Bernhard Cultuurfonds zal dan wel het Cultuurfonds worden. Ik pleit er op deze plaats graag voor om alles te laten wat het was. Zij zijn wat hij was. Het was nooit een probleem dat prins Bernhard zich tot cultuur verhield als zout tot sneeuw. Als hij ergens in het regenwoud per ongeluk een stuk cultuur had zien lopen zou hij het voor de zekerheid van dichtbij door de kop hebben geschoten.

Met prins Bernhard had ons land de verzetsheld die het verdiende: voor de oorlog fout, na de oorlog goed. Het sprookje is ons zo vaak verteld dat een deel van de bevolking er echt in is gaan geloven. Slimme marketing om de namen van de royals te koppelen aan goede doelen, de onbewuste boodschap: al het goede komt van boven. Laat het Prins Bernhard Cultuurfonds maar voor altijd het Prins Bernhard Cultuurfonds heten. Als een blijvende herinnering aan iedereen die tegen beter weten in bleef geloven in het sprookje van de prins – ‘de schavuit’ – met de anjer in wiens naam cultuur werd verspreid.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….