Doorlopend krediet. De verleiding van uitgesteld betalen

Kredietverlening Problematische schulden, daar was doorlopend krediet ook goed voor. Toezichthouder AFM besloot dit krediet daarom te ontmoedigen. Maar de consument blijft op zoek naar ‘flexibel’ geld.

Woonboulevard Alexandrium in Rotterdam.
Woonboulevard Alexandrium in Rotterdam. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Doorlopend krediet was decennialang veruit de populairste leenvorm. De afgelopen jaren is dat onder druk van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) snel veranderd. Alleen is de behoefte aan ‘flexibel’, die het doorlopend krediet vervulde, niet verdwenen. Een verschuiving vindt plaats naar andere kredietvormen, zoals het snel groeiende achteraf betalen.

Met doorlopend krediet gaf de bank een klant de mogelijkheid tot een bepaalde limiet geld te lenen. Voordat de AFM de aandacht richtte op de risico’s hiervan, was circa driekwart van alle consumentenleningen een doorlopend krediet.

Guido Rodenburg, van vergelijkingssite Independer, verklaart de populariteit: „De flexibiliteit om continu te kunnen opnemen was heel fijn en makkelijk. Als je spullen wilde aanschaffen, kon dat en vervolgens betaalde je elke maand een vast bedrag aan rente en aflossing. Dat voorzag in een behoefte.”

De keerzijde was dat veel consumenten risico liepen om in financiële problemen te komen, vooral als hun situatie veranderde, bijvoorbeeld door ontslag of pensionering. Rodenburg: „Gaat het inkomen hard naar beneden, dan is het de vraag of iemand de maandlasten nog kan betalen. De lening is aangegaan in een bepaalde financiële situatie, maar het is de vraag of die tien jaar later nog passend is. Daar ontstonden problemen.”

Dat was niet alleen theorie: „Ik heb situaties voorbij zien komen van klanten die met pensioen gingen en nog doorlopend krediet hadden openstaan. Zij kregen te maken met duurder levensonderhoud en stijgende huur, hadden tegelijk hoge kosten voor het krediet en hielden geen geld meer over om van te leven.”

Speerpunt

De AFM maakte voorkomen van dit soort problemen in 2016 tot speerpunt. De toezichthouder nam geen formele maatregelen, zoals boetes opleggen, maar spoorde kredietaanbieders wel aan in actie te komen om problemen te voorkomen. Die reageerden veelal door geen doorlopend krediet meer aan te bieden. Lopende leningen werden omgezet in een persoonlijke leningen. Het bedrag dat nog openstaat, moet bij zo’n ‘PL’ dan geleidelijk worden afgelost. Opnieuw opnemen kan niet meer.

Lees ook: Hoe is het om in de schuldsanering te zitten? ‘Het is therapeutisch voor me geweest. Ik ben verantwoordelijker geworden’

Maar met het verdwijnen van het doorlopend krediet is niet automatisch de behoefte aan extra bestedingsruimte verdwenen, denkt gedragseconoom Fred van Raaij. „Veel consumenten zagen het niet als een lening, maar als toestemming van de bank om meer te besteden dan je hebt – vooruitlopend op het volgende maandsalaris. De vraag verschuift. Er is nog steeds de mogelijkheid om alvast geld uit te geven door te betalen met een creditcard of gebruik te maken van uitgesteld betalen.”

Dat laatste ziet ook Jorrit Drenth van vergelijkingssite Homefinance. Een deel van de consumenten die vroeger doorlopend krediet hadden, kiest nu een persoonlijke lening. Maar er is ook een groep die behoefte heeft aan een flexibele leenvorm. „De ontwikkeling in betalen achteraf is enorm. Hiermee creëert de consument voor zichzelf weer flexibiliteit: hij kan zelf kiezen wanneer hij een rekening betaalt. Met het afschaffen van het product is de klantvraag niet verdwenen.”

Het gaat daarbij niet alleen om kleine aankopen online, ook voor grotere betalingen zijn er genoeg mogelijkheden om flexibel te lenen. „Een voorbeeld is In3, een website waarbij de consument in maximaal drie termijnen een grote aankoop zoals een bed kan betalen. De dienst levert tot 3.000 euro krediet.”

Uit AFM-onderzoek onder duizend consumenten die online aankopen hadden gedaan, bleek vorig jaar dat 40 procent achteraf betaalde. Het van oorsprong Zweedse Klarna is de aanbieder die de consumenten het vaakst noemden. De inkomsten – commissies en rente – die dit bedrijf uit Nederland haalt, waren vorig jaar dubbel zo hoog als in 2019.

De AFM denkt dat de flexibiliteit die achteraf betalen biedt deze snelle opmars deels verklaart. Voor 16 procent van de consumenten die achteraf betaalden, is de belangrijkste reden om daarvoor te kiezen dat ze zelf het betalingsmoment kunnen bepalen. Voor 7 procent geldt dat ze te weinig geld op hun rekening hebben om een aankoop te kunnen doen.

Andere risico’s

Consumenten lopen met achteraf betalen niet het risico langdurig met de lening te blijven zitten, zoals bij doorlopend krediet. Wel zijn er andere risico’s. Zo kan het ontbreken van een check bij kredietregistratiebureau BKR door de kredietverlener leiden tot ‘schuldenstapeling’. Veel betaalbedrijven, zoals Klarna en In3, werken volgens Drenth niet met een centraal register. „Consumenten kunnen zo vrij eenvoudig op meer plaatsen schulden aangaan zonder dat partijen dit van elkaar weten.” Juist groepen die al financieel kwetsbaar zijn, gaan zo extra schulden aan die ze eigenlijk niet kunnen dragen.

De AFM ziet, net als bij doorlopend krediet, ook risico op ‘schuldgewenning’. De toezichthouder denkt dat achteraf betalen de gewoonte uitholt van Nederlanders om meteen te betalen of eerst te sparen en dan pas iets te kopen. Een zorgelijke ontwikkeling, vindt een AFM-woordvoerder, „zeker in tijden waarin mensen mogelijk op zoek gaan naar manieren om hun uitgavenpatroon in stand te kunnen houden”.

Heeft de AFM rekening gehouden met een waterbedeffect toen ze in 2016 besloot het doorlopend krediet aan te pakken? Veel financieel kwetsbare consumenten zoeken toch naar manieren om de spullen te kopen die zij graag willen hebben, meent de woordvoerder. Komen er nieuwe betaalproducten op de markt die buiten het bereik van de AFM vallen, dan zal die volgens de woordvoerder altijd kijken of alsnog regulering nodig is.

Dat laatste is al gebeurd voor achteraf betalen. In Europees verband is afgesproken dat het moet gaan vallen onder dezelfde regelgeving als andere consumentenkredieten. Daar zal dan wel weer een andere kredietvorm voor bedacht worden, vermoedt de AFM. „Wij waren en zijn ons ervan bewust dat commerciële bedrijven altijd manieren zoeken om hun dienstverlening uit te breiden en daarmee geld te verdienen.”

Lees verder…….