Deze ondernemers keerden wél terug naar Suriname: ‘De bereidheid elkaar te helpen is hier groter dan in Nederland’

Van links naar rechts: Ruth Sinkeler, Natalie Heerenveen, Sheran Henan en Farousha Rellum. Zij keerden terug naar Suriname om met hun opgedane kennis bij te dragen aan hun thuisland.

Van links naar rechts: Ruth Sinkeler, Natalie Heerenveen, Sheran Henan en Farousha Rellum. Zij keerden terug naar Suriname om met hun opgedane kennis bij te dragen aan hun thuisland.

Foto Mona van den Berg

Braindrain Veel Surinaamse jongeren die in Nederland studeren, keren niet terug naar hun geboorteland. Spijtig, vinden deze vier Surinaamse ondernemers. „Het is zo jammer als alle kennis en kunde in het buitenland zit.”

Iedere zomer vertrekken honderden Surinaamse jongeren na afronding van hun middelbare school naar Nederland, om te studeren. En iedere zomer zijn dat er weer meer dan het jaar daarvoor. Dat veel van hen na hun studie in Nederland blijven en niet terugkeren naar Suriname, heeft zijn weerslag op het land, zegt econoom Tina Dulam, die economie studeerde aan de Surinaamse Anton de Kom Universiteit en nu als universitair docent werkt voor de Universiteit Utrecht. „De meeste jongeren die naar het buitenland gaan om te studeren, zouden het liefst terugkeren vanwege vaderlandsliefde, het klimaat en familie. Maar dat weegt niet altijd op tegen de kansen die een land met een betere economie biedt.”

Dulam schreef in 2015 haar proefschrift Brain Drain or Brain Gain: the case of Suriname aan de Rotterdamse Erasmus School of Economics. Dat Surinamers na hun studie in Nederland vaak niet terugkeren, komt bijvoorbeeld omdat zij hier een beter salaris kunnen krijgen of betere doorgroeimogelijkheden hebben binnen een baan, zegt Dulam. „Die factoren gaan zwaarder wegen als de economische situatie in het thuisland verslechtert.” De afgelopen jaren kende Suriname een inflatiecijfer van gemiddeld 55 procent per jaar.

Vorig jaar studeerden 1.125 Surinamers in Nederland, vijf keer zoveel als in 2006, blijkt uit cijfers van Nuffic, een internationale onderwijsorganisatie. Na vijf jaar is 65 procent van de Surinaamse afgestudeerden nog in Nederland. Het gemiddelde onder internationale studenten ligt met 24 procent veel lager. En dat terwijl Suriname de jongeren goed kan gebruiken. Dulam: „Jongeren die terugkeren nemen vaak nieuwe kennis, vaardigheden en spaargeld mee. Dat draagt bij aan de ontwikkeling van het land.”

Degenen die wel terugkeren, kiezen daar om die reden vaak bewust voor. NRC sprak vier van hen.

Sheran Henar (36)

‘We verbeteren de gezondheid van vrouwen in Suriname’

Sheran Henar: „Ik denk dat het belangrijk is dat meer jonge Surinamers die in Nederland gaan studeren, daarna terugkeren.” Foto Mona van den Berg

„Toen ik op mijn achttiende naar Nederland vertrok om geneeskunde te studeren in Amsterdam, riep ik al dat ik uiteindelijk terug wilde naar Suriname. Daarna werkte ik in het Nederlandse Amstelland Ziekenhuis als basisarts op de afdeling gynaecologie. Ik moest me nog specialiseren, en de behoefte aan artsen in Suriname was zo groot dat ik uiteindelijk besloot dat daar te doen. Ik verhuisde terug en begon aan de specialisatie gynaecologie.

„Voor die tijd woonde ik bijna tien jaar lang in Nederland. Ik heb toen wel eens gedacht: misschien blijf ik hier toch. Ik had mijn studententijd hier gehad, vrienden gemaakt, een leven opgebouwd. Een verhuizing naar een ander continent is dan een grote stap. Maar Suriname is mijn thuis, ik ben er opgegroeid en mijn ouders wonen er.

„Nadat ik mijn specialisatie had afgerond, begon ik samen met een klein team van vrouwen She Women’s Health. Daarmee willen we de gezondheid van vrouwen in Suriname verbeteren. Dat doe ik vooral door gynaecologische en verloskundige zorg te bieden, ik ben als zelfstandig gynaecoloog verbonden aan het Sint Vincentius Ziekenhuis in Paramaribo. Daarnaast voorzien we vrouwen van informatie over verschillende aspecten van vrouwelijke gezondheid. Op sociale media posten we informatie over bijvoorbeeld zwangerschap, menopauze, gezond leven. In de toekomst willen we ook kennissessies gaan organiseren.

In Nederland kun je carrière maken, maar hier kan ik verschil maken

„Ik denk dat het belangrijk is dat meer jonge Surinamers die in Nederland gaan studeren, daarna terugkeren. Het is zo jammer als alle kennis en kunde in het buitenland zit. Ik begrijp de afweging in Nederland te blijven: als het belangrijk voor je is om financieel heel goed te zitten en carrière te maken, is de westerse wereld aantrekkelijk. Maar hier in Suriname kunnen we echt een verschil maken. Suriname blijft een land in ontwikkeling, er is een tekort aan artsen en middelen. Dat maakt het werk soms uitdagend, want je bent vaak op zoek naar vervanging voor middelen die er niet zijn. Ik houd van die uitdaging. En los daarvan: het is hier heerlijk wonen, met de prachtige bossen en zonder die lange winters.”

Ruth Sinkeler (51)

‘Ik droomde er altijd van om te wonen en werken waar ik geboren ben’

Ruth Sinkeler: „Ik droomde er altijd al van om als volwassene in Suriname te wonen en te werken waar ik geboren ben.” Foto Mona van den Berg

„Tot acht jaar geleden woonde ik nog in Nederland, waar ik voor een groot deel ben opgegroeid en gestudeerd heb. Hoewel dat heel fijn was – ik houd bijvoorbeeld enorm van Amsterdam – had ik in de winter last van neerslachtigheid. En de laatste periode merkte ik dat mensen in Nederland harder waren geworden. Ik had het idee dat er meer negativiteit was. Meer racisme en discriminatie. Ik werd moe van alle discussies daarover.

„Ik droomde er altijd al van om als volwassene in Suriname te wonen en te werken waar ik geboren ben. Nadat ik een dierbare had verloren en een periode ziek was, had ik veel tijd om na te denken. Ik realiseerde me dat het leven zomaar over kon zijn. Nog geen jaar later zat ik in het vliegtuig naar Suriname.

„Inmiddels heb ik een eigen bedrijf in Paramaribo, CLIP Training & Consultancy. We geven trainingen in leiderschap en communicatie. En we faciliteren voor bedrijven in Nederland en de Verenigde Staten de uitbesteding van administratieve taken . Door de grote personeelstekorten is het voor die bedrijven moeilijk de juiste mensen te vinden. Wij leveren gekwalificeerd personeel dat vanuit Suriname werkt. We proberen voornamelijk vrouwen en jongeren in te zetten, om ze te helpen hun financiële positie te verbeteren.

„Veel jonge Surinamers die op zoek zijn naar uitdagingen, vertrekken naar het buitenland. Ik zeg: we houden de mensen hier en laten ze voor buitenlandse werkgevers werken. Zo verdienen zij hun salaris in euro’s of Amerikaanse dollars. Ze krijgen dan bijna drie keer zoveel geld als ze zouden krijgen met een salaris in Surinaamse dollars. Dat geld geven ze vervolgens lokaal uit, wat weer goed is voor de Surinaamse economie.

Ik vind ondernemen in Suriname erg prettig. Je kunt hier echt leunen op je netwerk. De zakelijke gemeenschap is klein, daardoor ken je al snel veel mensen. Als je dingen gedaan wil krijgen, kun je altijd om advies en hulp vragen. Die bereidheid is bij ondernemers onder elkaar veel groter in Suriname dan in Nederland, merk ik. In Nederland zijn ondernemers anoniemer. Dat is ook logisch, in een land met 17 miljoen inwoners. Hier zijn we met 600.000. De lijnen zijn kort.”

Farousha Rellum (41)

‘Ik werd volwassen in Nederland, maar mijn hart lag in Suriname’

Farousha Rellum: „In het begin merkte ik dat veel bedrijven in Suriname de toegevoegde waarde van een fiscalist niet zagen.” Foto Mona van den Berg

„Na mijn middelbare school vertrok ik vanuit Suriname naar Nederland om fiscale economie te studeren. Tot die tijd had ik altijd bij mijn moeder in Suriname gewoond. In Suriname groei je heel beschermd op, met wat minder vrijheid dan als jongere in Nederland. Soms belde ik vanuit Nederland mijn moeder in Suriname en vroeg: mama, mag ik een pizza bestellen?

„Uiteindelijk heb ik twaalf jaar in Nederland gewoond. Ik heb in Nederland veel ervaring opgedaan, onder meer bij Deloitte. Maar bij de bedrijven waar ik werkte, voelde het alsof je als medewerker een nummertje was. Ik wist dat mijn hart in Suriname lag. In 2013 ging ik terug.

In de eerste jaren werkte ik bij een lokaal kantoor en daarna als fiscalist bij KPMG Meijburg Dutch Caribbean, maar dat kantoor vertrok in 2017 uit Suriname en het Caribisch gebied. Ik wilde niet meer terug in loondienst, en kon de klanten van KPMG in Suriname toen overnemen, voornamelijk multinationals die actief zijn in de Surinaamse olie- en gasindustrie. Zo ben ik mijn eigen bedrijf in fiscale, juridische en financiële dienstverlening begonnen: Rellum and Partners. We helpen zowel lokale als internationale bedrijven. In 2020 richtte ik mijn tweede bedrijf Palulu Financial Outsourcing Services op, waarmee we klanten van Nederlandse accountantskantoren helpen met hun financiële administratie.

Bij Nederlandse bedrijven voelde het alsof je als medewerker een nummertje was

„In het begin merkte ik dat veel bedrijven in Suriname de toegevoegde waarde van een fiscalist niet zagen. Vanuit de Surinaamse overheid werd amper gehandhaafd of bedrijven wel aan hun fiscale plichten voldeden. De laatste jaren doet de Surinaamse belastingdienst dat actiever en is er vanuit lokale ondernemers meer vraag naar fiscalisten. Inmiddels hebben we acht mensen in dienst, allemaal vrouwen.

Door ook met internationale klanten te werken, krijgen we buitenlandse valuta’s het land in. Daarmee importeren we kapitaal naar Suriname, wat goed is voor de economie. Ik vind het een fijn idee op die manier bij te dragen aan mijn land.”

Natalie Heerenveen (51)

‘Een eigen tandartspraktijk in een ontwikkelingsland is lastig, alle instrumenten moeten van elders komen’

Natalie Heerenveen: „Ik ben trots op de vrouwelijke ondernemers van Suriname.” Foto Mona van den Berg

„Toen ik 19 jaar oud was, verhuisde ik naar Nederland om tandheelkunde te studeren. Daarna werkte ik als waarnemend tandarts. De drang om terug te gaan naar Suriname was er altijd, ook bij mijn man, die idealistisch is ingesteld. We wilden teruggaan om bij te dragen aan de opbouw van het land. En het is de plek waar ik opgroeide, ook na zestien jaar in Nederland zag ik het als mijn thuis.

„In Suriname heb ik eerst een eigen tandartspraktijk gehad. Een eigen praktijk hebben in een ontwikkelingsland is best lastig: alle instrumenten moeten uit het buitenland komen, dat is duur. En ik was een ‘sociale tandarts’: ik gaf korting aan mensen die het volledige tarief niet konden betalen. Ik vond het belangrijk me ook voor hen in te zetten, maar financieel bleef er weinig over.

„Ik voelde dat ik iets anders wilde, maar ik wilde wel blijven ondernemen. Op mijn 42ste begon ik met een tweejarige opleiding tot schoonheidsspecialist, en op 8 maart 2021 ben ik met ons spaargeld een ‘wellness café’ gestart, Wellness Café Bloom in Paramaribo. Dat was op Internationale Vrouwendag: ik vind het belangrijk met mijn bedrijf de positie van vrouwen in Suriname te versterken door werkgelegenheid te creëren. Mannen zijn ook welkom, maar vrouwenemancipatie is een belangrijk uitgangspunt voor mij. Ik begon alleen, inmiddels werken er twintig vrouwen in het wellness café: fysiotherapeuten, schoonheidsspecialisten, massagetherapeuten, studenten en ondersteunend personeel.

Ik vind het belangrijk met mijn bedrijf de positie van vrouwen in Suriname te versterken door werkgelegenheid te creëren

„Ik ben trots op de vrouwelijke ondernemers van Suriname. We zoeken graag contact met elkaar om ervaringen uit te wisselen. Het is niet altijd even makkelijk: je moet veel ballen in de lucht houden als vrouw, want vaak zorg je ook voor je gezin. En ondernemen in een ontwikkelingsland betekent vaak improviseren: bepaalde structuren die ik gewend was in Nederland missen hier. In Nederland zijn overal instanties voor. Je bent hier meer op jezelf aangewezen. Maar daar word je uiteindelijk ook beter van als ondernemer: het maakt je zelfredzamer.”

Foto’s Mona van den Berg

Lees verder…….