De westerse coalitie achter Oekraïne worstelt met haar beloften

De westerse vrienden van Oekraïne hebben hun verbondenheid met Kyiv twee jaar geleden in een slogan op rijm gezet. Ze steunen Oekraïne in de oorlog tegen Rusland met wat ook maar nodig is, voor zolang als het nodig is. „Whatever it takes, for as long as it takes.”

Het is een goeie slogan: vastberaden, upbeat, vol belofte. Het is ook maar een halve waarheid. Het Westen levert niet ‘wat ook maar nodig is’. Wapenleveranties, bijvoorbeeld, gaan schoksgewijs en mondjesmaat afgemeten aan de behoeften van Oekraïne. Angst voor provocatie en zorgen over de eigen verdediging vertraagden de besluitvorming. En zelfs nu Oekraïne een schreeuwend tekort aan munitie heeft, permitteert de Europese Unie zich nog een ‘Europe-First’-debat over de vraag of Europees geld wel gebruikt mag worden om granaten voor Oekraïne buiten de EU in te kopen. Moet Europees geld niet naar Europese bedrijven gaan?

Het Westen ging gaandeweg steeds zwaarder materieel leveren. Van granaten naar houwitsers, naar raketten, naar tanks en vliegtuigen. Maar het duurde allemaal zó lang dat Rusland de frontlinie kon veranderen in een moeilijk te nemen vesting. Het gaat er niet om dat je het goede doet, zei NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg onlangs, het gaat erom dat je het nú doet.

Ook is de slogan niet overal even populair. Niet iedereen in de Oekraïne-coalitie doet zijn best. Er zijn koplopers, zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Denemarken draagt een groot deel van zijn artillerie over aan Kyiv. Nederland geeft, zo lijkt het, elke maandag wel een F16 weg. Maar Frankrijk, Italië en Spanje hinken achteraan.

Geslonken voorraden

Whatever it takes’ wordt ook steeds moeilijker. Twee jaar geleden was het relatief eenvoudig om snel wapens en munitie uit de opslag te halen. Nu zijn die voorraden geslonken. Er worden weliswaar nieuwe productielijnen geopend, maar het aanjagen van de wapenindustrie kost veel tijd.

Het aanvankelijke optimisme van de slogan vervliegt. Een jaar geleden was alle hoop gevestigd op een Oekraïens offensief. Inmiddels is dat stilgevallen langs de frontlijn van zo’n 1.300 kilometer, dat is van Amsterdam tot Barcelona. Sinds de inname van Avdiivka, twee weken geleden, zet Rusland zijn opmars in die regio voort.

Het aanvankelijke optimisme van de slogan Whatever it takes, for as long as it takes vervliegt

Intussen zit Vladimir Poetin ogenschijnlijk vast in het zadel. Zijn gevaarlijkste politieke tegenstander, Aleksej Navalny, stierf in een Siberisch strafkamp. Jevgeni Prigozjin kwam kort na zijn mislukte ééndagsopstand om het leven. Na twee jaar oorlog, talloze sanctiepakketten en een internationaal arrestatiebevel stuurde Poetin Trump-adept Tucker Carlson tijdens een vraaggesprek simpelweg het bos in. Poetin had in dat optreden niet de air van een loser.

Aan het begin van het derde jaar na de massale invasie dringt door dat de Russische agressie nog heel veel meer van het Westen gaat eisen. Ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Duitsland en Polen constateerden dat de internationale verhoudingen gedomineerd worden door „ambivalentie, onvoorspelbaarheid, onzekerheid en instabiliteit”.

Lees ook Vlak achter de vuurlinie willen Oekraïners alleen maar dat het vechten stopt. ‘Er sterven hier honderden mensen per dag’

Treinstation verwoest door een Russische raket in Kostiantynivka.

Woensdag vroeg het afvallige republiekje Transnistrië, formeel onderdeel van Moldavië, om economische steun in Moskou. In het door niemand erkende mini-staatje aan de grens tussen Moldavië en Oekraïne wonen 220.000 Russen en er zijn 1.500 Russische militairen gestationeerd. De regering in Chisinau probeert Moldavië zo snel mogelijk onder te brengen in de EU. Moskou-gezinde krachten in het land proberen dat te verhinderen. Het ‘hulpverzoek’ is een klassiek voorbeeld van Russische hybride oorlogsvoering aan de grenzen van Europa.

Nervositeit

Er hangt nervositeit in de lucht. Frankrijk belegde maandag inderhaast een vergadering van de ‘Oekraïne-coalitie’. Het beraad ging over concrete steun, maar trok vooral aandacht door de opmerking van gastheer Emmanuel Macron dat de inzet van westerse militairen niet geheel uit te sluiten valt. Daarmee overschreed hij een grens die al twee jaar door westerse leiders strikt in acht wordt genomen. De NAVO en een hele reeks bondgenoten verklaarden haastig dat er ook nu helemaal geen plannen zijn om militairen te sturen. De Duitse vice-kanselier Robert Habeck zei fijntjes dat hij blij was dat Frankrijk naar manieren zocht om Oekraïne te helpen, „maar als ik een suggestie mag doen: stuur meer wapens”.

Wat bedoelde Macron nu precies? Het gaat er niet om militairen naar de loopgraven te sturen, heette het in Parijs. Macrons minister van Buitenlandse Zaken, Stéphane Séjourné, zei zich wel goed voor te kunnen stellen dat Europese militairen ter plekke helpen met cyberbeveiliging, het ruimen van mijnen, wapenproductie en trainingen. Overigens suggereerde de Duitse kanselier Olaf Scholz, mogelijk per ongeluk, dat er al Britse militairen in Oekraïne zijn voor instructies bij het gebruik van Britse langeafstandsraketten.

Macrons taboebreuk viel niet overal slecht. „Deze tijd vereist politiek leiderschap, ambitie en de moed om buiten vast kaders te denken”, zei de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken, en Gabrielius Landsbergis, een havik in Rusland-kwesties. De vergadering in Parijs was wat hem betreft een goed begin.

‘Uiterste optie’

De Nederlandse Commandant der Strijdkrachten, Onno Eichelsheim, vermoedde dat Macron aan Poetin duidelijk wilde maken dat niets uitgesloten is. „Je moet alle opties op tafel leggen”, zei hij tegen Reuters. „Dit is de uiterste optie en ik denk niet dat de NAVO-landen al daartoe bereid zijn. Maar je weet nooit wat er op den duur gebeurt.”

Het is makkelijk om de opmerkingen van Macron af te doen als typisch Macron. De president heeft immers een reputatie als het gaat om aandacht trekken met ontregelende opmerkingen – zo noemde hij de NAVO al eens „hersendood”. Er zullen na zijn opmerkingen geen militairen bij Polen de grens oversteken, maar Macrons verbale escalatie is wel weer een bewijs dat de oorlog niet de goede kant op gaat.

De oorlog komt ook psychologisch dichterbij. Was het Westen eerst supporter aan de zijlijn, inmiddels ligt de vraag op tafel hoe bang het Westen zélf moet zijn voor Poetin. Luitenant-admiraal Rob Bauer, hoofd van het militair comité van de NAVO, was een van een reeks topmilitairen die Europa in de afgelopen weken ervan probeerde te doordringen dat vrede niet vanzelfsprekend is. Het zou helemaal geen gek idee zijn als huishoudens weer eens nadenken over de aanschaf van een noodpakket, zei hij. Europese generaals willen dat er nagedacht wordt over een conflict in Europa ergens in de komende tien jaar. Is Europa daar dan klaar voor?

Slecht voorbereid

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky zei onlangs op de veiligheidconferentie in München dat Oekraïne ten tijde van de invasie in 2022 mentaal enigszins was voorbereid op oorlog omdat de Russische agressie toen al acht jaar aan de gang was. Hij waarschuwde westerse leiders: „Ik denk dat geen land in Europa nu voorbereid is op een invasie. Wij zijn niet beter dan jullie. Wij hebben jaren aan voorbereiding gehad.”

Lees ook ‘Poetin is maffia, Rusland een maffiastaat. Het Westen moet Poetin behandelen als Bin Laden’

Eerbetoon in Sint Petersburg aan de Russische oppositieleider Aleksej Navalny, die op 16 februari in gevangenschap overleed.

Er wordt inmiddels serieus rekening mee gehouden dat de defensie-uitgaven in het Westen de komende jaren nog verder moeten stijgen. Kandidaat-NAVO-topman Mark Rutte zei dat Nederland in de toekomst meer aan defensie moet uitgeven dan de huidige NAVO-norm van 2 procent. Een norm, overigens, die onder zijn regie in Nederland niet is gehaald. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen voorziet een aparte Commissaris voor defensie-industrie en een EU-defensie-kantoor in Kyiv. Volgende week presenteert de Commissie op de valreep nog een plan voor de Europese defensie-industrie. Inmiddels wordt naar rijke pensioenfondsen en de Europese Investeringsbank (EIB) gekeken om wederopbouw van de Europese defensie-industrie te financieren. Als het om wapenproductie gaat valt in Brussel steeds vaker der term ‘oorlogseconomie’.

Nucleair conflict

Poetin greep Macrons verbale provocatie meteen aan om terug te slaan. Wie zich met militairen in het conflict mengt, riskeert een nucleair conflict, waarschuwde hij donderdag. „[Ze] moeten zich realiseren dat we ook wapens hebben die doelen op hun grondgebied kunnen bereiken. Dit brengt een conflict met nucleaire wapens en de vernietiging van de beschaving dichterbij. Begrijpen ze dat niet?”

Nu whatever it takes moeilijker wordt, rijzen ook twijfels over as long as it takes. Tijd was altijd al in het voordeel van Poetin. Een verbond van democratische staten heeft het altijd moeilijker om het oog op de bal te houden dan een met repressie geoliede dictatuur.

Politiek draagvlak in het Westen wordt lastiger. Populistisch rechts in Europa staat op winst in de peilingen voor de Europese verkiezingen. In Nederland won een partij de verkiezingen die graag tegen Rusland aan schurkt en die de verdediging van Nederland belangrijker vindt dan die van Oekraïne, zoals deze week nog in de Eerste Kamer bleek toen de PVV tegen Oekraïne-steun stemde.

Europese regeringen die Oekraïne wel van harte steunen beginnen in te zien dat de oorlog tot steeds moeilijkere keuzes leidt. Het geld dat we aan Oekraïne uitgeven gaan we ergens anders missen, zei de Duitse kanselier Scholz.

Dat juist hij wijst op de gevolgen is niet vreemd: de Duitse regering is gehouden aan strenge begrotingsdiscipline. Als extra schulden geen optie zijn moet je dus óf de belasting verhogen of elders in de uitgaven snijden. In Scholz’ SPD is wel geopperd daarom een vermogensbelasting in te voeren. De Duitse liberalen zoeken het in het bevriezen van sociale uitgaven. Vroeg of laat raakt elke Europese hoofdstad verzeild in dat debat.

Trumps provocaties

In het Amerikaanse Congres blokkeert intussen een minderheid van Trumpaanhangers al maanden onmisbare steun (ter waarde van 60 miljard dollar). De blokkade laat zien wat er kan gebeuren als Donald Trump de presidentsverkiezingen zou winnen. Hij is geen fan van steun aan Oekraïne en veroorzaakt nu al met provocatieve opmerkingen onrust in de NAVO.

Ook op het slagveld heeft Poetin de tijd mee. De Australische militair strateeg Mick Ryan betoogde dat de oorlog gewonnen wordt door innovatief vermogen. Oekraïne is wendbaar en heeft technisch vernuft. Rusland is traag, maar heef het vermogen een hele economie in dienst te stellen van de oorlogsinspanning. Het is die eigenschap die het verschil zal maken, aldus Ryan in Foreign Affairs.

Daar staat tegenover dat het voor Rusland geen zegetocht is. Oekraïne heeft 50 procent van het door Rusland ingenomen gebied heroverd, het heeft de Russische vloot verjaagd uit het westelijk deel van de Zwarte Zee. Rusland heeft grote verliezen geleden, en de aanvoer van granaten uit Noord-Korea en drones uit Iran duidt niet op een goed draaiende oorlogsindustrie en is eigenlijk een teken van zwakte.

Als whatever it takes almaar uitdijt en as long as it takes steeds moeilijker wordt, moet het Westen dan niet op zoek naar een ándere strategie?

De Amerikaanse senator J.D. Vance (Republikein, Ohio), die wel eens is genoemd als running mate voor Trump, wil zo snel mogelijk naar de onderhandelingstafel. Oekraïne kan niet genoeg militairen op de been brengen en het Westen is niet in staat om de munitie te leveren die nodig is om Rusland te verslaan, stelt hij.

Onderhandelen

‘Onderhandelen’ klinkt al sinds het begin van het conflict als het nuchtere en rationele alternatief. Maar de problemen zijn immens. Om te beginnen is er niemand om mee te onderhandelen. Gezien Trumps aversie tegen steun voor Oekraïne wordt de kans klein geacht dat Poetin vóór de Amerikaanse verkiezingen in november écht wil onderhandelen. Bovendien is hij nu net weer aan de winnende hand.

Toch, schreef de Bulgaarse Europa-kenner Ivan Krastev in de Financial Times, moet het Westen nu al nadenken over wat de westerse ondergrens in onderhandelen zal zijn. Het mag niet zo zijn dat Poetin en zijn politieke aanhang in het Westen zich straks als vredespartij manifesteren en het Westen geen antwoord heeft.

Krastev stelt dat Oekraïne een soevereine democratie moet worden die in veiligheid haar toekomst in het Westen  kan  zoeken. Daartoe moet Oekraïne lid worden van de NAVO. Het verlies van grondgebied – tijdelijk of permanent – moet dan mogelijk op de koop toegenomen worden. De vraag is dan natuurlijk of Poetin dat slikt. Hij begon de oorlog immers formeel omdat hij zich bedreigd voelde door Oekraïens mogelijke NAVO-lidmaatschap.

Anderen vinden elke gedachte aan onderhandelen te vroeg. Rusland is uit op de vernietiging van Oekraïne. Een pauze in de gevechten zou Moskou alleen maar de kans geven te hergroeperen en vroeg of laat weer toe te slaan, aldus de Amerikaanse Ruslandkenner Angela Stent. Dan is wel de vraag of het Westen überhaupt in staat is om Poetin op de knieën te krijgen.

Anderzijds: een overwinning van Poetin, of iets wat daarop lijkt, is onverteerbaar gezien het leed dat Oekraïne heeft geleden. Bovendien is winst voor Poetin een afgang voor het Westen en een stimulans voor andere landen om eens iets te proberen.

Voorlopig houdt het Westen vast aan zijn slogan van het eerste uur. Macron herhaalde het maandag nog maar eens: „We zullen doen whatever it takes om te garanderen dat Poetin deze oorlog niet wint.”