Metershoog standbeeld van keizer Constantijn staart weer naar de Eeuwige Stad

De Colossus van Constantijn wordt hij genoemd, het kolossale standbeeld van zo’n dertien meter hoog dat eerder deze maand is onthuld in de tuin van Villa Caffarelli, een parkje vlak naast de Capitolijnse musea. De Capitolijn, ook wel Capitool genoemd, is de heuvel van Rome waarop ook het stadhuis van de Italiaanse hoofdstad ligt, aan het fraaie zestiende-eeuwse plein ontworpen door Michelangelo.

Constantijn, keizer van Rome in de vierde eeuw na Christus, stond het christendom toe, waardoor die godsdienst zich zou verspreiden door het Romeinse Rijk. Hij verplaatste ook de hoofdstad van Rome naar Byzantium, dat Constantinopel werd en tegenwoordig Istanbul heet.

Lees ook Hoe een keizer het christendom maakte

<strong>Jona Lendering</strong>: „Tot in de vijfde eeuw waren er christenen die heidense godsdiensten niet per se afwezen.”

Na een eeuwenlange afwezigheid tuurt Constantijn weer naar de Eeuwige Stad, met een blik die strak in de verte staart. In de ene hand draagt hij een scepter en in de andere een wereldbol. De manier waarop hij wordt voorgesteld, lijkt op die van een god – vermoedelijk zelfs op de oppergod Jupiter – en drukt het ontzag uit waarop de keizer rekende bij zijn onderdanen. Sommige Romeinse keizers werden vast net zo graag aanbeden als de goden zelf.

De tuin van Villa Caffarelli, waar het standbeeld van Constantijn nu staat, ligt naast de plek waarop ooit de Tempel van Jupiter Optimus Maximus stond, met daarin een standbeeld voor Jupiter. Mogelijk is dat beeld later gebruikt om de Colossus uit te houwen of stond het in ieder geval hiervoor model.

Jong en oud lopen het tuintje binnen om het metersgrote beeld van de keizer te bekijken. Vooral kinderen vergapen zich eraan en kijken in pure adoratie omhoog, naar het autoritaire hoofd van de keizer. Een jongetje trekt aan de broekspijpen van zijn vader en vraagt in het Engels om meer uitleg bij wat hij ziet.

Kitscherige replica

Maar de volwassen kijker ziet al van afstand dat dit weliswaar knap gemaakt is, maar toch een duidelijke en ietwat kitscherige replica van het origineel.

Van het oorspronkelijke standbeeld zijn nog tien marmeren brokstukken bewaard, waaronder Constantijns hoofd, zijn rechterarm en voeten. Die stukken werden in de vijftiende eeuw teruggevonden bij de basilica van Maxentius – geen kerk maar een centrum voor rechtspraak – op het Forum Romanum. Het standbeeld, dat Constantijn na 312 voor zichzelf liet maken, geldt als een van de belangrijkste voorbeelden van de laat-antieke beeldhouwkunst. Wat ervan rest, wordt vandaag op de binnenplaats van de Capitolijnse musea geëtaleerd. Het hoofd alleen is al 2,6 meter groot.

Ondanks dat grote hoofd en die grote voeten blijft het moeilijk voor te stellen welke imposante indruk het volledige beeld op de oude Romeinen moet hebben gemaakt. Daarom reconstrueerde de Factum Foundation, een non-profitorganisatie uit Madrid die digitale replica’s maakt van werelderfgoed, het standbeeld op ware grootte. Het project, dat digitale technologie combineert met traditioneel ambachtswerk, is een samenwerking tussen de dienst die het archeologisch en cultuurhistorisch erfgoed van de stad Rome beheert, de Factum Foundation, en de Prada Foundation, de cultureel-educatieve tak van het beroemde modehuis uit Milaan. Het prijskaartje van de reconstructie is niet meegedeeld.

Van het originele standbeeld zijn nog tien fragmenten bewaard, waaronder Constantijns hoofd en zijn voeten, te zien in het Palazzo dei Conservatori.
Foto Tiziana Fabi/AFP

3D-printer

Eerst werden de brokstukken grondig bestudeerd. Het project begon met de archeologische hypotheses dat het oorspronkelijke beeld dat van een zittende keizer moet zijn geweest, en dat het uit verschillende materialen bestond. Constantijns hoofd en ledematen waren van wit marmer, de over het lichaam gedrapeerde stof was vermoedelijk van verguld brons.

De onderdelen van de replica zijn met een 3D-printer geprint en bestaan uit gipspoeder, stucwerk, hars, polystyreen en bronspoeder. Aan de binnenkant rust het beeld op een makkelijk te monteren en te verwijderen aluminium steun, terwijl het origineel van binnen mogelijk uit bakstenen, hout en metalen staven bestond.

burgemeester van RomeRoberto Gualtieri Het beeld van Constantijn helpt beter te begrijpen wie wij, Romeinen, in feite zijn

Bij de onthulling van het standbeeld zei burgemeester Roberto Gualtieri dat de zoektocht naar sporen van de Oudheid in Rome nooit stopt. Als recent voorbeeld van die onophoudelijke ontdekkingstocht verwees hij naar het pas geopende museum ‘Forma Urbis’ (de vorm van de stad). Op de grond van de museumzaal ligt een grote landkaart, waarop de resterende stukjes en stukken zijn aangebracht van wat ooit een grote marmeren plattegrond van Rome is geweest. Het geheel ziet eruit als een gigantische puzzel, goed beschermd onder een dikke laag glas, waarop bezoekers naar hartenlust kunnen rondwandelen en speuren.

Gualtieri vermeldde in één adem ook de prestigieuze uitbreiding van het Romeinse metronetwerk, in het hart van de oude stad. De resten van het oude Rome die tijdens de graafwerken worden gevonden, krijgen straks een plek in het nieuwe metrostation van Piazza Venezia, dat zo tegelijk metrohalte én ondergronds museum wordt. Het zal nog jaren duren voordat die titanenarbeid beëindigd is. Maar net als bij die projecten, zei de eerste burger van Rome, „helpt ook de reconstructie van het beeld van Constantijn om het verleden beter te vatten, en zo ook nog beter te begrijpen wie wij, Romeinen, in feite zijn”.