De Trump-kiezer laat zich niet peilen

‘Het zou eenvoudig moeten zijn”, zegt Don Levy, „want deze verkiezing hebben we al een keer gepeild. We weten wat we toen goed en fout hebben gedaan.” Hij is directeur van het Siena College-onderzoeksinstituut, de meest accurate verkiezingspeiler in de Verenigde Staten.

Samen met The New York Times onderzoekt Levy met grote regelmaat hoe Amerikanen denken over de economie, migratie, abortus en, vooral, de (im)populariteit van hun politieke leiders. Presidentsverkiezingen zijn daarbij een zenuwslopend hoogtepunt. Want peilingen polsen en duiden niet alleen, ze beïnvloeden het publieke sentiment ook. Als een verkiezingsuitslag heel anders uitpakt dan de peilers voorzagen, zoals in 2016 en 2020, wordt ze dat kwalijk genomen.

„De publieke belangstelling voor wat wij doen is nog nooit zo groot geweest, maar de bereidheid om deel te nemen nog nooit zo laag. Dat maakt ons werk ingewikkelder dan ooit”, zegt Levy. De moeilijkheid, zo zeggen hij en Charles Franklin, hoofdpeiler van Marquette University, zit hem vooral in het vangen van de Trumpstemmer. „In het algemeen is de respons lager dan vroeger, maar specifiek onder Trump-kiezers worden wij gezien als onderdeel van het establishment waar zij zich tegen afzetten”, zegt Franklin. Levy’s peilers bellen bewust niet namens de Times.

Franklin en Levy willen eerst benadrukken dat peilingen in maart géén voorspellende waarde hebben voor een verkiezing in november. Landelijke percentages zijn illustratief, maar de verkiezingen worden uiteindelijk in slechts een handjevol staten beslist. Op dit moment is één ding duidelijk: Biden heeft een groot probleem. Kiezers zien hem als een veel minder geschikte keuze dan in 2020, vooral vanwege zijn hoge leeftijd. Terwijl zij Trump – inmiddels vervolgd in vier strafzaken – „achteraf rooskleuriger afschilderen dan ze deden toen hij aan de macht was”, constateert Franklin.

Siena’s laatste onderzoek toont dat Trump (47 procent) op dit moment landelijk zou winnen van Biden (43 procent). In februari schatte Marquette University Trump in op 51 procent en Biden op 49 procent. Ook in Wisconsin, de bepalende swing state waar Franklin nu een decennium peilt, gaat Trump nipt aan kop.

Het is uiterst ongebruikelijk dat reeds in maart bekend is wie de Republikeinse en Democratische presidentskandidaten zijn. Al voor Super Tuesday leek onvermijdelijk dat Joe Biden en Donald Trump het weer tegen elkaar opnemen. Na de trits aan voorverkiezingen die zij afgelopen dinsdag bijna allemaal wonnen, stapten hun meer en minder roemruchte uitdagers, onder wie oud-VN-ambassadeur Nikki Haley, uit de race.

Lees ook Nikki Haley verlaat de Republikeinse race, maar niet het politieke toneel

Nikki Haley kondigde woensdag aan dat ze haar campagne staakt en zich terugtrekt uit de Republikeinse race.

Zeker zo bijzonder is dat een zittende president, de incumbent, opnieuw zijn voorganger tegenover zich vindt. Een man die binnen zijn eigen partij en qua publieke bekendheid dezelfde status heeft. Ook uniek: nooit eerder waren beide kandidaten zó impopulair bij kiezers. Hoe gaan peilers, die Trumps electoraat al twee keer onderschatten, daarmee om?

Vooral door hun stinkende best te doen om meer waarschijnlijke Trump-stemmers te bereiken, zeggen ze. Ze hebben hun methodes en quota voor een bepaald soort kiezers – witte mannen met alleen een middelbare schooldiploma in specifieke regio’s – aangepast. Want in zowel 2016, toen Trump tegen bijna alle peilingen in won van Hillary Clinton, als in 2020, toen hij veel nipter van Biden verloor dan voorzien, waren die onderpeild.

Deze kiezers zijn geen typische Republikeinen, want in de tussentijdse verkiezingen van 2018 en 2022 werd de hun succes eerder overschat. „Trump activeert een specifieke kiezer die wij slecht bereiken”, zegt Franklin. Levy gelooft niet in „verlegen Trump-stemmers. Als er al een stigma bestond om op hem stemmen, is dat allang verdwenen.”

Overcompenseren

Zijn zij niet bang met hun inspanningen de Trump-stem te overdrijven? Uit een recente inventarisatie van de Financial Times bleek dat Trump het in de Republikeinse voorverkiezingen veel slechter deed dan gepeild. Democraten speculeren over ‘geheime anti-Trump-stemmen’ van Republikeinse vrouwen die zelfs hun man niet vertellen dat ze Biden verkiezen.

Levy en Franklin geloven daar niet in en noemen primary-peilingen notoir onbetrouwbaar. Het polsen van stemmen voor Trump blijft moeilijker dan van stemmen tégen hem. „Mijn grootste angst is dat we ook dit jaar weer te maken hebben met een nonresponse bias, niet dat we overcompenseren”, zegt Levy.

Wat beide peilers het meest verbaast, is „de donkere stemming in het land”, zoals Franklin het noemt. „Ook Democraten zijn somberder dan je op basis van economische data zou verwachten.” Levy ziet dat „Trumps ‘Amerikaanse rampspoedvariabelen’: misdaad, immigratie, inflatie en nationale veiligheid resoneren bij een fors deel van het electoraat.”

Biden heeft het meest te vrezen van de neergang van zijn eigen populariteit

Eén ding weten ze zeker: hoewel dezelfde namen op het stembiljet zullen staan als in 2020, wordt deze verkiezing daarvan geen herhaling. Gezien de impopulariteit van beide kandidaten lijkt de verkiezing van 2016 beter vergelijkingsmateriaal, toen veel kiezers Clinton noch Trump wilden.

Het is dan ook niet de enthousiaste achterban van Trump die Biden moet vrezen, maar de neergang van zijn eigen populariteit. Linksige kiezers die ongemotiveerd zijn om op hem te stemmen kunnen thuisblijven of een alternatieve kandidaat verkiezen, net als in 2016. „Omdat we nog niet eens weten in welke staten die buitenstaanders wel en niet mee kunnen doen, kunnen peilingen daar nu écht niks zinnigs over zeggen”, zegt Franklin.

Lees ook Vluchtheuvels voor de proteststemmer die geen zin heeft in Trump of Biden

Vluchtheuvels voor de proteststemmer die geen zin heeft in Trump of Biden