De ontdekking van Saramaccan Sound: de verborgen muziek aan de Suriname Rivier

Talloze keren buigt de Suriname Rivier vanaf Aurora tot Paramaribo. En iedere kromming is slechts een begin, zo blijkt uit de titel Where The River Bends Is Only A Beginning, het eerste album van Saramaccan Sound. De groep bestaat uit de halfbroers Robert Jabini en Dwight Sampi. Het album werd opgenomen door de Amerikaanse producer Ian Brennan in Aurora in het district Sipaliwini. Het dorp ligt hemelsbreed 170 kilometer ten zuiden van Paramaribo, in de praktijk is het een lange autorit met daarna een tocht over de rivier.

Het album van Saramaccan Sound maakt deel uit van de serie Hidden Music van het Duitse muzieklabel Glitterbeat. Ian Brennan reist voor deze serie de wereld over om muziek op te nemen die anders geen podium krijgt. Brennan strijdt tegen wat hij de mythe van de muziekmeritocratie noemt: het idee dat je het in de muziekwereld wel redt op de kwaliteit van je werk. Terwijl duizenden artiesten uit Londen of New York aandacht krijgen, worden hele landen genegeerd, stelt hij. Zelf kreeg hij faam als producer van Tassili, een album van Tinariwen, een band uit de Sahara, dat een Grammy Award won. Brennan nam tientallen albums op, onder andere in de Komoren, met gevangenen van de Zomba gevangenis in Malawi, een collectief van albino’s in Tanzania en met Rode Khmer-slachtoffers in Cambodja.

Brennan is zich bewust van de gepriviligeerde positie die hij inneemt door als westerling een gebied in te trekken en daar muziek vast te leggen voor een westers muzieklabel. „Transparantie is het belangrijkste”, zegt Brennan via de telefoon vanuit Italië waar hij met zijn vrouw, de fotografe Marilena Umuhoza Delli woont. Ze werken samen. „We willen andere stemmen laten horen. We begonnen ooit met opnemen in Rwanda waar de moeder van Marilena vandaan komt. Daarna gingen we naar Malawi waar ze ook familiebanden heeft. Ik ben geen etnomusicoloog en dat wil ik ook niet zijn. Ik wil vastleggen wat mensen willen uitdragen. De harmonie van stemmen vind ik mooi. Bij Robert Jabini en Dwight Sampi vonden we twee stemmen die hun hele leven al samen zingen en goed bij elkaar passen.”

Robert Jabini van Saramaccan Sound.
Foto Marilena Umuhoza Delli

Veranda

Brennan kwam met een globaal plan aan in Suriname, legde contact met enkele muzikanten en besloot pas ter plekke wat hij wilde opnemen. Hij maakte in het land meerdere opnames van meerdere groepen die het album niet haalden. „Soms zijn dingen bijzonder om te zien, maar komt dat minder goed over als opname.”

Veel van wat hij aanvankelijk opnam van Saramaccan Sound is niet op het album gekomen. „Pas toen we de spullen hadden ingepakt en de heren op de veranda van hun huis verder speelden, hoorde ik de mooiste muziek. Ze klonken veel ontspannener, misschien ook omdat het heel laat was en ze wat hadden gedronken. Ik heb alle spullen weer uitgepakt en dat opgenomen. Er zaten nummers tussen die ze ter plekke bedachten.”

Pas toen de heren op de veranda van hun huis verder speelden, hoorde ik de mooiste muziek

Aurora, waar de opnames plaatsvonden, is een dorp bevolkt door Sara-maccaners. Ze behoren tot de marrons, afstammelingen van slaafgemaakten die in de 17de eeuw vluchtten van de plantages en de strijd aangingen met plantagehouders. In 1762 tekenden de Saramaccaners een vredesverdrag met de Nederlandse kolonisten. De Saramaccaanse taal, die ook op het album te horen is, is een mengeling van verschillende Afrikaanse dialecten en talen, met Portugees en Engels. „Toch zal een Portugees geen woorden herkennen en ik heb geen woord Engels herkend”, zegt Brennan.

De nummers op het album gaan vooral over de rivier, zo begreep Brennan via een tolk. De muzikanten Jabini en Sampi spreken beiden geen Engels of Nederlands. De rivier speelt een grote rol in het dagelijks leven van de dorpelingen en die afhankelijkheid maakt de bewoners kwetsbaar, blijkt ook wel uit (vertaalde) songtitels als ‘Villages Swallowed By The Floods’ en ‘Sweet River (The Government Drowned Our Village for the Dam)’.

Frank Jabini is theoloog en zet zich via verschillende (onderwijs)stichtingen in voor ontwikkeling van de Saramaccaners. Daarnaast is hij een neef van de twee zangers van Saramaccan Sound. „Door de bouw van de Afobakadam in 1960 ontstond het Brokopondostuwmeer en liepen veel dorpen van marrons onder water”, legt hij telefonisch uit vanuit Suriname.

Die dam is gebouwd om energie op te wekken voor de bauxietindustrie. Nog steeds worden er in het gebied rond Aurora veel grondstoffen gewonnen, aldus Frank Jabini. „Een groot deel van de bewoners profiteert daar niet van. Op veel plekken is zelfs geen elektriciteit. Maar ze lijden wel onder de veranderingen in de rivier. Bij te hoog water komen gebouwen aan de rivier, zoals de scholen, onder water te staan. Maar er zijn ook problemen met heel laag water waardoor al het vervoer in het gebied, dat over de rivier gaat, stil komt te liggen.”

Dwight Sampi van Saramaccan Sound.
Foto Marilena Umuhoza Delli

Klimaatverandering

Voor Ian Brennan was de problematiek met de rivier iets wat hij op andere plekken in de wereld ook was tegengekomen. „Bij opnames heb ik vaker te maken gehad met groepen die zowel lokaal te lijden hadden onder hun eigen regering en globaal onder de klimaatverandering. Vaak moeten mensen plaatsmaken voor industrie en overheden houden al helemaal niet van nomadische volken. Die landelijke tegenwerking is een bedreiging voor verschillende culturen. Maar bij Saramaccan Sound zag ik een grote trots voor hun cultuur en de strijd om het niet verloren te laten gaan.”

Erkenning van de Saramaccaanse minderheid is in Suriname nog steeds niet vanzelfsprekend. Frank Jabini: „In 2007 hebben we daar een rechtszaak over gewonnen. Maar in de praktijk gebeurt het niet. Onze bestuurders worden niet erkend als aanspreekpunten, we worden niet gekend in de activiteiten die in het gebied worden ontplooid en onze kostgrond (landbouwgrond), die soms al eeuwen aan ons behoort, wordt soms afgenomen. Dat zal met politiek te maken hebben, maar het is al onder de derde regering nu dus ik weet niet welke belangen daar spelen.”

De rivier speelt een grote rol in het dagelijks leven van de dorpelingen

Zoals het Saramaccaans vol invloeden zit, zo hoor je in de muziek van Saramaccan Sound de invloeden van de hymnes die de christelijke missionarissen meenamen naar het gebied. Naast de zang en gitaar van de broers ruimde Brennan op het album plek in voor opnames aan de rivier met een oorspronkelijke drumgroep. ‘Death Rites Riverside’ heet het nummer waar krekels onderdeel uitmaken van het geluid. „De dorpelingen hebben voor ons een ritueel aan de rivier uitgevoerd dat we mochten opnemen. In de buitenlucht aan zo’n rivier opnemen heeft geluidstechnisch wel wat nadelen, maar die wegen niet op tegen de vele voordelen van bij dat moment zijn.” Brennan vervolgt binnenkort zijn wereldreis. Er staat nog een reeds opgenomen album uit een Rohinga vluchtelingenkamp op stapel om te verschijnen. Inkomsten staan er voor Brennan en zijn vrouw niet tegenover: „Dat wordt alleen maar moeilijker. De muzieklabels die dit aandurven verdienden er al nooit iets aan, maar nu gaan er ook nog veel over de kop vanwege streaming. Wij betalen de muzikanten uit eigen zak en bekostigen dat uit andere werkzaamheden zoals lesgeven.”

Brennan hoopt dat zijn werk navolging krijgt, want zelfs festivals die zich richten op niet-westerse muziek ziet hij vaak de makkelijke weg kiezen. Zo was het optreden van Saramaccan Sound vorig jaar zomer op het Britse Womad Festival de eerste keer in het veertigjarige bestaan dat er een Surinaamse band geprogrammeerd stond. En dan moest Robert Jabini nog alleen komen, omdat Dwight Sampi geen visum kreeg.

Brennan: „Festivals kiezen vaak de groepen die een geprivilegieerde positie innemen in een land. Je kunt ook voor de gemarginaliseerde groepen kiezen. Dat is lastiger met visa en vaak zijn het ook mensen die geen woord Engels spreken. Maar je laat wel de mensen horen die anders niet te horen zijn. En juist zij verdienen een podium.”

Saramaccan Sound (Suriname), Where The River Bends Is Only The Beginning is verschenen op cd en als digitaal album bij het Glitterbeat label.