De Mazda CX-60 is een pakezel zonder ziel en balans

Recensie


Auto

Autotest Naast de worstelaarsgestalte van de Mazda CX-60 voelt zich haast fragiel.


Foto Merlijn Doomernik

Ik zag de CX-5 altijd als kroon op het droomhuwelijk tussen het Japanse Mazda en de kleine Nederlandse pensionadobourgeoisie. Al wat in Holland, man of vrouw, kortpittig maar langlevend en vitaal ‘van Drees trekt’, rijdt die auto. Alle smakeloze boomer-complimenten slaan op hem. Lekker groot, waar voor je geld, sportieve uitstraling: voor een ABP-dubbeltje op de eerste rang, genieten maar. Caravan erachter en ’s lands wederopbouwers zijn klaar voor hun door Omroep Max onthutsend accuraat verfilmde heldenepos We zijn er bijna! Die camper- en kampeerdersserie, een onbedoeld meesterwerk, leert je meer over de vaderlandse leegheid dan het verzameld werk van W.F. Hermans, wiens vuur en stijl die afgronden met een misleidend sprankje hoop verlichten. In ernst: de CX-5 is een uitstekende, in zijn verdoemde soort geïnspireerde suv. Maar het kon nog groter en verdomd, ik heb de eerste Mazda-senioren al zien toeslaan.

De CX-60 is een enorme plugin hybride suv met een 2,5 liter benzinemotor, 136 pk elektrokracht en een accu van 17,8 kWh, die hem elektrisch meer dan 60 kilometer ver moet brengen. Dat gaat met een gewicht van twee ton niet vanzelf, bewijst de bittere praktijk. De opgegeven tijd van 5,8 seconden voor de gang naar 100 voelt als 8,5. Misschien is zo’n groot en zwaar batterijpakket wat overdone. Ik gok dat een batterijloze CX-60 met dezelfde benzinemotor even zuinig was geweest, maar de powerbank drukt op papier natuurlijk prettig de emissiewaarden. En zijn mannelijke opdracht was nu eenmaal groot en sterk zijn. Naast zijn worstelaarsgestalte voel ik me haast fragiel.

Ambachtelijke frutsels

Ik krijg een witte met het uitrustingsniveau Takumi mee, voor 61 mille de duurste van het stel. Zeer schappelijk voor wie weet wat BMW en Audi rekenen voor hun obese dromen. Het interieur is fraai en stijlvol als in alle Mazda’s, vol ambachtelijke frutsels uit de Rijke Japanse Handwerktraditie. Een stikselornament op het dashboard knipoogt volgens Mazda naar musubu, de Japanse kunst van het ‘binden’. Het witte nappa lederen meubilair heeft stoelkoeling voor en stoelverwarming voor en achter. Al die verfijning voor een pakezel die straks van Alphen aan den Rijn tot de suburbs van Delfzijl wordt volgepropt met budgetpiepers en oneetbare kazen.

Hij heeft één eigenschap waar Nederlanders goed op gaan, al zie je ze er niet naar leven: zelfkritiek. Hij is sadomasochistisch open over zijn gebreken. Op dag één waarschuwt de boordcomputer al voor ‘defecte telematica’, met het advies de auto door te laten lichten. De klacht zien we niet meer terug en waarschijnlijk is onverschilligheid de beste manier om de herinnering aan de schrik een plekje te geven, zoals Hollanders dat doen met gestorven dierbaren. Of zoals Alfa-rijders vroeger ijskoud brandende controlelampjes trotseerden met een grijns van niks aan de hand, ’t is Italiaans, het leeft hè?

Maar dit is er een uit een land waar falen zelfmoord is, en dan begint het toch op te vallen als het een paar dagen verder weer een piepklein beetje mis is. Nu brengt het boorddisplay het droeve nieuws dat i-Activsense tijdelijk is uitgeschakeld, het systeem dat voor de actieve veiligheidssystemen de omgeving in de gaten houdt met camera’s en sensoren. Testrijders weten dat dit euvel bijna alle hedendaagse auto’s treft wanneer bij sneeuw of regen vocht of modder de waarnemingsorganen tijdelijk verblinden. Maar pech wordt snel een onuitwisbaar stigma. De echte Mazda-rijder schrijft de importeur direct een brief op poten, met dreigende cc’s naar Radar en Kassa. Hem naaien ze niet! Ik denk alleen maar: ach, hoe menselijk. Een paar uur later, het is opgeklaard, functioneren alle Mazda-ogen weer kiplekker. Op zijn manier is hij best te pruimen. Elektrisch rijden doet hij foutloos. Maar hij draagt zijn massa niet met gratie. Je ment een rijk maar stram pensioengebouw. De auto swingt niet.

Je kunt de CX-60 op twee manieren bekijken. Je moet vaststellen dat hij als fullsize suv niet is opgewassen tegen duurdere maar geraffineerdere Duitse concurrenten. Je kunt ook concluderen dat je met zoveel ruimte en comfort zijn rafelrandjes maar voor lief moet nemen. Hij is er voor de mens die bekerhouders hoger stelt dan die malle 327 pk. Alleen daarvoor zou je al enige sympathie mogen opbrengen. Maar je voelt geen ziel en geen balans in dit product, terwijl de CX-5 als auto wel een evenwichtig organisme is. Deze Big Mac was een plichtpleging.

Lees verder…….