‘De grootste vrees is dat het bij een koude winter ieder voor zich wordt’

Minister Rob Jetten en IAE-directeur Fatih Birol.


Foto Lars van den Brink

Interview

Dubbelinterview Rob Jetten en Fatih Birol Hoewel de gasvoorraad nu op orde is, kan het een zware winter gaan worden, stellen minister van Energie Rob Jetten en IAE-directeur Fatih Birol in een dubbelinterview. En ook volgend jaar is de energiecrisis nog niet voorbij.

Ineens blijkt er toch veel meer te kunnen. Vorige week lekte uit dat het kabinet alsnog een poging doet om huishoudens in nood al de komende maanden te helpen met hun torenhoge energierekeningen. Eerder kon dit vanwege de overbelaste uitvoeringsinstanties pas vanaf volgend jaar, zei het kabinet. En deze week bleek dat de regering opeens ook „heel serieus” kijkt naar een prijslimiet voor energie, hoewel dat zeker niet op de korte termijn zal zijn. Een maatregel waar Den Haag – ook in Brussel – als kampioen van de vrije markt lang verzet tegen voerde.

Het tekent de ernst van de situatie. Samen met de rest van Europa is Nederland al meer dan een half jaar in de greep van een ontwrichtende energiecrisis. Maar nu de winter voor de deur staat, breekt de moeilijkste fase aan en groeit de onrust en onzekerheid met de dag. De afgelopen dagen intensiveerde de belangrijkste minister die Nederland uit deze crisis moet loodsen, Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66), zijn pogingen om Nederlanders – enigszins – gerust te stellen. Bij televisieprogramma Op1 bezwoer hij woensdag dat „niemand deze winter in de kou komt te zitten”. Maar tegelijk waarschuwde hij dat de knoppen waar de overheid aan kan draaien, beperkt zijn.

Eerder was het kabinet onder druk komen te staan, vanwege zijn ogenschijnlijk lankmoedige houding in de crisis. Eurocommissaris Frans Timmermans van Klimaat verweetNederlandse politici zich „te weinig uit te spreken over de ernst van de situatie”. In zijn Haagse werkkamer zegt Jetten (35) in een interview dat hij zich die kritiek aantrekt, maar ook dat Nederland al „ontzettend veel” doet. Er zijn toeslagen en btw-verlagingen. En de energiebesparingscampagne die hij eerder lanceerde, is zo’n succes (het gasverbruik is zo’n 25 procent gedaald in Nederland) dat die in verschillende landen „letterlijk gecopy-paste” wordt. Men vraagt Jetten of ze de Nederlandse commercials mogen hebben en die vertalen. „Ik zie wel dat het helpt als de premier en ik elke dag vertellen dat dit niet volgende week over is. We zitten nog twee jaar in een heel gespannen markt.”


Lees ook dit stuk over de energiecrisis: Overheidssteun voor de industrie? Energieslurpers hoeven er niet op te rekenen

Afgelopen donderdag heeft Jetten hoog bezoek. Fatih Birol, de baas van het Internationaal Energieagentschap (IEA), is in Den Haag. Het IEA is een intergouvernmentele organisatie van vooral westerse landen die belast is met de coördinatie van crisisbestrijding in tijden van energietekorten. Daarmee is Birol in feite het hoofd van de westerse rampenbestrijding.

Birol (64) was sinds het begin van de Russische energieoorlog een belangrijke aanjager van politiek ingrijpen om deze winter een catastrofe te voorkomen. Een catastrofe waarbij miljoenen huishoudens zonder verwarming komen te zitten, bedrijven bij bosjes failliet gaan en landen in zware recessies terechtkomen. Keer op keer zat hij Europese regeringsleiders achter de broek: hij vond dat ze veelal te laat en te weinig in actie kwamen. Afgelopen zomer riep hij Europese landen nog één keer indringend op om nu in actie te komen, want anders was het te laat. Het was „code rood”.

Nu is Birol op rondreis om te kijken of zijn waarschuwingen alsnog zijn opgevolgd. Na afloop van zijn ontmoeting met Jetten, wandelt hij naar het torentje van Mark Rutte voor een een-op-een-gesprek met de premier. Eerder op de dag heeft hij deelgenomen aan een High Level Round Table met de top van de Nederlandse energiebedrijven. In Jettens werkkamer schuift hij aan voor het interview.

Beste jongetje van de klas

Birol zegt positief te zijn over hoe ver het kabinet is met zijn voorbereidingen op de winter, hij noemt Nederland zelfs het „beste jongetje uit de klas”. Omdat de voorraden betrekkelijk goed gevuld zijn en er reeds fors bespaard is op gas. En hij is lovend dat Nederland bijna klaar is met het maken van gedetailleerde afspraken met buurlanden als Duitsland en België over solidariteit in geval van nood. Dit in tegenstelling tot veel andere Europese landen.

Maar dat wil niet zeggen dat het een zorgeloze winter wordt, denkt Birol. Hij gebruikt onschuldig klinkende woorden – hij verwacht „blauwe plekken” – maar dan heeft hij het wel over gedwongen rantsoeneringen, stroomuitval en fabrieken die tijdelijk de deuren moeten sluiten. En dat al bij een relatief milde winter. Als het een lange, koude winter wordt, wordt het nog pijnlijker.

Voor wie denkt dat het bij deze winter blijft, heeft de toezichthouder een ontnuchterende boodschap. Ook hierna breekt een „moeilijke tijd” aan, met naar alle waarschijnlijkheid nog lang hoge prijzen. „Na de winter zullen de voorraden leeg zijn. Afgelopen maanden konden we die relatief makkelijk vullen, omdat China, de nummer-1-importeur van vloeibaar gas van de wereld, niet zo veel nodig had. En omdat Rusland nog iets deze kant op stuurde. Maar dat wordt komend seizoen mogelijk een stuk lastiger. Omdat Rusland de gastoevoer wellicht helemaal stillegt en de Chinese economie weer gaat groeien. Heel veel extra vloeibaar gas wordt er niet geproduceerd komend jaar. We moeten deze winter doorkomen, maar daarna komt er nog een.”

Ook Jetten erkent dit. Volgens hem heeft Nederland weliswaar voldoende voorbereidingen getroffen om deze winter „geen tekorten” te hebben – ook als het een koude wordt. Maar dat geldt voor huishoudens, niet voor bedrijven. „In sommige sectoren zullen de gevolgen zeer heftig zijn. Je ziet nu al dat veel bedrijven hun productie terug moeten schroeven. We hebben net onze noodplannen afgerond voor de 25 grootste industriële gasverbruikers. Dan moet je denken aan het verder terugbrengen van hun productie, met bijvoorbeeld nog eens 20 procent in een crisissituatie. Of misschien moeten ze wel helemaal tijdelijk stilgelegd worden.”

Als het wel een koude winter wordt, wordt het daarna een stuk moeilijker om de voorraden voor volgende winter gevuld te krijgen, beaamt Jetten. „Dit is net genoeg om ons door deze winter te helpen.”

Op de vraag of Europese landen hebben geluisterd naar zijn waarschuwingen en inmiddels genoeg hebben gedaan, antwoordt Birol ontwijkend. „Ze hebben veel gedaan. Maar ik moet erbij zeggen: in sommige delen van Europa is kostbare tijd verloren gegaan. Als we eerder waren begonnen, hadden we onze zaakjes beter voor elkaar gehad.” Welke landen dat zijn, wil hij niet zeggen.

Birols grootste vrees is nu dat, mocht het een koude winter worden, er een onverwachts probleem ontstaat zoals deze zomer met de pijpleiding die gas van Noorwegen naar Europa vervoert. De situatie kan dan uit de hand lopen, waarbij landen weigeren solidair te zijn en het „ieder voor zich” wordt. Het „Wild West-scenario”, noemt hij dat. Na de gesprekken die hij de afgelopen tijd voerde met regeringsleiders en topbestuurders uit de energiesector, is hij er niet gerust op. „Dit risico is er. En de gevolgen van zo’n scenario gaan verder dan prijzen. Het verzwakt een fundament van de EU.”

Als Jetten wordt gevraagd of het kabinet, of hijzelf, de bevolking niet eerder en indringender had moeten voorbereiden op wat er komen gaat – of er niet een ‘energiepersconferentie’ op de landelijke televisie had moeten komen, net als tijdens corona – antwoordt hij als volgt: „Je wilt niet weten hoe vaak ik voor televisiecamera’s toelichting op de crisis geef, maar we hollen ook een beetje van incident naar incident.” Maar iedereen die recentelijk zijn nieuwe energiemaandbedrag heeft binnengekregen, heeft geen persconferentie nodig, zegt hij. „Nederland is al massaal in beweging.” De aanvragen voor subsidies voor verduurzaming zijn geëxplodeerd en voor zonnepanelen en warmtepompen zijn lange wachtlijsten.

Jetten zegt geen spijt te hebben dat het kabinet niet eerder in actie kwam, en dat er nu mogelijk in recordtempo een noodfonds in elkaar moet worden gezet. Eerder dit jaar hád het kabinet namelijk al ingegrepen, benadrukt Jetten. Toen werd 6,5 miljard euro vrijgemaakt om huishoudens en bedrijven te steunen via btw-verlaging en toeslagen. „Maar niemand had destijds dit soort prijsstingingen zien aankomen. Toen dachten we nog: dit is al een gigapakket. Er was zelfs kritiek op: hoe durfden we de btw op gas te verlagen, want daarmee vertragen we de energietransitie.”

Volgens Jetten is trouwens het tegenovergestelde waar. De hoge gasprijzen zijn juist een prikkel om sneller over te schakelen op een groenere energievoorziening. Maar tegelijk wordt het een loodzware opgave om snel extra ademruimte te krijgen door verduurzaming, erkent hij, want er is aan zo’n beetje alles een tekort. Er zijn niet genoeg installateurs en niet genoeg materialen. „De realiteit is dat we niet iedereen deze winter aan zonnepanelen en hybride pompen kunnen helpen”, aldus Jetten. Maar hij ziet ook dat het bedrijfsleven dit als kans ziet en er bovenop inspringt, waardoor het hopelijk snel beter gaat. „Dit gaat een paar jaar kosten. Het is een fase die pijn doet.”

Als hem gevraagd wordt of hij niet gefrustreerd is dat de verduurzaming niet sneller gaat, of het leger er bij wijze van spreken niet bijgehaald moet worden om zonnepanelen te plaatsen, stelt Jetten: „Ik hoorde laatst iemand zeggen: waarom verbieden we niet gewoon tijdelijk dat er nieuwe keukens en badkamers worden geïnstalleerd, zodat die installateurs ingezet kunnen worden voor verduurzaming? Mijn boodschap terug is: wij kunnen op dit ministerie veel, maar het is uiteindelijk echt de kracht van de samenleving die dit moet doen.”

Tijdperk van ‘de-industrialisatie’

Hoe ingrijpend de consequenties van de energiecrisis voor de economie en het bedrijfsleven precies gaan worden, is niet te voorspellen. Maar dat het zwaar wordt staat vast, volgens Jetten. In Duitsland, waarmee Nederland economisch nauw verbonden is, zijn al zo veel ondernemingen in de problemen gekomen omdat ze hun gasrekeningen niet meer kunnen betalen, dat er volgens sommigen een nieuw tijdperk van „de-industrialisatie” aanbreekt. In Nederland vrezen onder meer bakkers en dakpannenproducenten voor hun toekomst. De vraag wordt mogelijk of de overheid net als tijdens de coronapandemie meer bedrijven moet gaan redden.

Jetten zegt dat „daarover wordt nagedacht”. Maar de verschillen tussen bedrijven zijn gigantisch. „Er zijn ook bedrijven die deels hebben afgeschaald om hun goedkoop ingekochte gas door te verkopen aan andere bedrijven, omdat ze daar meer op verdienen. Die bedrijven zijn niet zielig. En er zijn bedrijven die hun hogere prijzen niet meer kunnen doorberekenen aan klanten en zeggen dat ze op een gegeven moment gaan aankloppen voor steun.”


Lees ook: Na jaren nietsdoen blijkt Europa ineens wel zonder Russisch gas te kunnen

Op dit moment, zegt Jetten, denkt het kabinet na over een verdere „fundamentele” interventie op de energiemarkt. Ook eentje die aantoont hoe de crisis de regering dwingt zijn traditionele geloof in marktwerking bij te stellen. „Nederland heeft een enorm geliberaliseerde energiemarkt, met tal van aanbieders en mogelijkheden om vrijwel boeteloos over te stappen. Daar hebben consumenten lang van geprofiteerd: de prijzen werden lager en de klantenservice beter. Maar het leidt er nu toe dat energiebedrijven geen vaste contracten meer aanbieden. Dat betekent nog meer onzekerheid voor de klant. Én energieleveranciers durven niet meer voor langere termijn in te kopen. Ik ben met energiebedrijven en de Autoriteit Consument & Markt in gesprek om een fundamentele verandering door te voeren in de contracten die worden aangeboden. Met ietsje minder keuzevrijheid maar meer vastigheid en zekerheid.” Overstappen wordt dan moeilijker of duurder, en in ruil zouden consumenten hun energieprijzen langer moeten kunnen vastleggen. Een minder geliberaliseerde markt wil hij dat zelf niet noemen overigens. „Een beter gereguleerde, zou ik zeggen.”

Winsten energiebedrijven afromen

Ook is Jetten in principe enthousiast over het voorstel van de Europese Commissie om ‘overtollige’ winsten af te romen van energiebedrijven, en die te gebruiken om consumenten en bedrijven te helpen. Maar hij vraagt zich af of het ook werkbaar is. Een groot deel van die winsten zit bij bedrijven die niet in Nederland zijn gevestigd, maar in het VK, het Midden-Oosten en de VS, zegt hij. „Dus we moeten ook realistisch zijn, daar kunnen we niet bij. Dit is een beetje gemakkelijk van Brussel.”

Jetten kijkt inmiddels ook naar een prijslimiet op een deel van de energierekening van huishoudens, maar dit jaar gaat dat niet meer lukken, zegt de bewindsman. „We hebben vijftig verschillende energiebedrijven, die kunnen dat niet allemaal snel invoeren hebben ze gezegd.” Hij is er dag en nacht mee bezig, samen met de energieleveranciers en het ministerie van Financiën. „Als je dit verkeerd doet, dan krijg je wat je nu ook in andere landen ziet. Spanje, Frankrijk en Scandinavische landen moeten nu met tientallen miljarden euro’s energiebedrijven overeind houden. Het gat tussen de energieprijs die de bedrijven moesten betalen en de lage consumentenprijs werd daar zo groot dat belastingbetalers er nu voor opdraaien. Dat moeten we voorkomen.”

Wakker ligt Jetten (nog) niet. Maar hij „word wel een stuk grijzer” constateert hij. „Het is dubbel. 80 procent van mijn tijd gaat hier aan op. Alles om de energierekeningen nu te helpen dempen. Maar ik zie het óók als opdracht om te kijken naar de komende drie tot vijf jaar. Daar moeten we verder van fossiele energie af en overschakelen op hernieuwbare bronnen.” Dat wordt ook een turbulente fase. Maar het is de enige manier om van dit soort problemen af te komen, zegt Jetten.

Lees verder…….