De EU worstelt met de vraag hoever het moet ingrijpen op de energiemarkt

Overheidsinterventie De Europese Unie denkt aan ongekende ingrepen op de energiemarkt. Tegelijkertijd is er weerstand tegen radicale interventies.

(Van boven naar onder) Diverse Europese energieministers overleggen met elkaar in Brussel over maatregelen tegen de toenemende energieprijzen voor consumenten.
(Van boven naar onder) Diverse Europese energieministers overleggen met elkaar in Brussel over maatregelen tegen de toenemende energieprijzen voor consumenten.

Foto’s Yves Herman/Reuters, Olivier Matthys/AP

Een radicale overheidsinterventie op de Europese energiemarkt komt steeds dichterbij. Tijdens een ingelast crisisoverleg schaarde een groot deel van de Europese energieministers zich vrijdag achter een voorlopig plan de winst van elektriciteitsproducenten af te romen om burgers te kunnen compenseren. Maar terwijl zo’n marktinterventie ongekend vergaand zou zijn, bleven EU-landen vrijdag sterk verdeeld over de vraag: gaat het eigenlijk wel ver genoeg?

In een gezamenlijke verklaring verzochten energieministers de Europese Commissie de komende dagen met uitgewerkte voorstellen te komen. Naast een voorstel voor het afromen van winsten, moet daarin ook een plan komen voor een ‘prijsplafond op gas’ dat de „impact van de energieprijzen op consumenten” moet beperken.

Duidelijk signaal

Landen in vooral Zuid-Europa die al maanden pleiten voor zo’n prijsplafond haalden de formulering binnen als een overwinning. De Belgische energieminister Tinne van der Straeten, die de afgelopen weken fel voor een prijsplafond pleitte, sprak na afloop van een „duidelijk signaal”.

Maar niet alle sceptici van zo’n ingrijpende maatregel leken al daadwerkelijk overtuigd. Eurocommissaris voor Energie Kadri Simson zei in een reactie dat de Commissie weliswaar naar alle mogelijke maatregelen kijkt, maar dat die de leveringszekerheid niet in gevaar mogen brengen. „Er is op de wereldmarkt sterke concurrentie”, benadrukte Simson. Als Europa de gasprijs maximeert, zo is de vrees bij critici, kunnen tankers met vloeibaar gas Europa zomaar voorbij varen richting landen die meer willen betalen.

Het illustreert de lastige positie waarin de Europese Commissie verkeert. De druk om met ingrijpende maatregelen te komen die de energieprijzen drukken is torenhoog. Maar binnen Brussel bestaat nog steeds grote weerstand tegen te radicale marktinterventies, die volgens ambtenaren en experts grote nadelige bijeffecten kunnen hebben. Omdat ze, zoals Simson benadrukte, de leveringszekerheid in gevaar brengen. Maar ook omdat ze de prikkel bij consumenten om te besparen wegnemen. Ook staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw, D66) benadrukte het gevaar dat een prijsplafond de vraag naar gas in Europa kan opdrijven. Nederland blijft vooralsnog tegen.

De druk neemt niettemin toe. In veel EU-landen groeit de vrees voor publieke onrust, die steun voor de Europese solidariteit met Oekraïne kunnen verzwakken. Vorig weekend gingen in Praag tienduizenden mensen de straat op om de demonstreren tegen de hoge energieprijzen, hun eigen overheid én de Europese Unie en de NAVO. „Poetin probeert door het manipuleren van de gasmarkt de sociale vrede in onze landen te breken”, stelde de Tsjechische industrieminister Jozef Síkela, die de vergadering vrijdag voorzat. En dus, benadrukte hij, moesten EU-landen een duidelijk signaal zenden, naar Moskou én de op hol geslagen energiemarkten, dat ze „whatever it takes zullen doen om onze huishoudens te beschermen”.

Vlucht naar voren

Duidelijk is nu in elk geval dat er Europees brede steun is voor het afromen van de winsten van producenten die elektriciteit halen uit hernieuwbare bronnen, kernenergie en kolen. Komende week presenteert de Commissie hiervoor een uitgewerkt voorstel. Hoe snel het vervolgens ook kan worden doorgevoerd is onzeker. In Nederland zei Vijlbrief in elk geval al te vrezen voor problemen bij de uitvoering. Ook zijn de EU-landen het eens over de noodzaak elektriciteit te besparen. Ook hiervoor komt de Commissie komende week met een voorstel, waarin naar alle waarschijnlijkheid ook verplichtende doelen zitten.

Maar EU-landen blijven verdeeld over de vraag hoe radicaal er op de markt moet worden ingegrepen en of het Russisch gas daarbij specifiek moet worden uitgezonderd. Dat laatste stelde Ursula von der Leyen woensdag onverwacht voor. „We moeten snijden in de Russische winst, die Poetin gebruikt om zijn gruwelijke oorlog in Oekraïne te financieren”, aldus de voorzitter van de Europese Commissie. Het risico dat Moskou de gaskraan dan helemaal sluit neemt Brussel daarbij op de koop toe. „Hij [Poetin] zou dat sowieso vroeger of later doen”, aldus een ogenschijnlijk koele Von der Leyen woensdag.

Maar niet alle EU-landen zien een totale Russische gasstop zo kalmpjes tegemoet. Sommige landen in centraal en Oost-Europa, waar via pijplijnen nog altijd gas uit Rusland heen stroomt, voelen er niks voor Moskou met een prijsplafond zodanig uit te dagen. „Je hoeft geen Nobelprijswinnaar te zijn om te begrijpen dat dat direct zal leiden tot een afsluiting”, aldus de Hongaarse minister Peter Szijjarto. Hij verdedigde vrijdag fel het Hongaarse besluit onlangs juist méér Russisch gas aan te kopen en haalde uit naar collega-ministers die hem daarom bekritiseerden.

Dat Von der Leyen woensdag de vlucht naar voren maakte, leidde de afgelopen dagen in Brussel tot wrevel. Over wat nodig is om de prijzen te bedwingen is binnen Europa nog allerminst consensus, terwijl de Commissievoorzitter haar plannen onuitgewerkt en zonder al te veel ruggespraak presenteerde. Sommige EU-landen vinden bovendien dat Brussel veel te lang heeft gewacht met concrete voorstellen. „Het voelt alsof ze nadat we erom hebben gesmeekt nu eindelijk wakker zijn geworden”, aldus een diplomaat.

Het plotselinge ‘Russische prijsplafond’ leidt volgens een andere, veel grotere groep lidstaten, juist af van de fundamentele discussie over het maximeren van de gasprijs in heel Europa. Landen als Spanje, Italië en België pleiten al bijna een jaar voor zo’n algemene ‘price cap’ en willen met minder geen genoegen nemen. Vooral nu de discussie steeds meer opschuift richting voorheen onwaarschijnlijk geachte marktinterventies.

Nu de prijzen hoog blijven en de publieke druk alleen maar toeneemt, lijkt in Brussel veel mogelijk te worden wat ondenkbaar leek. Ook Vijlbrief erkende vrijdag dat Nederland in de discussie is opgeschoven. „Wij waren een aantal maanden geleden categorischer tegen dit soort voorstellen”, zei hij, verwijzend naar het voorstel winsten af te romen. Maar, benadrukte hij: „De wereld is ook veranderd.” Dat het ooit toch tot een algemeen prijsplafond komt, wilde hij in elk geval niet uitsluiten.

Lees verder…….