De badjas

Het ding De spullen om ons heen en de dingen die we gebruiken: ze laten zien wat we belangrijk vinden en hoe de wereld verandert. Deze week: de badjas.



Foto Getty Images, bewerking NRC

‘Leegverkoop’, stond er met grote letters op de etalage van de badjassenwinkel. Ik stapte binnen, zoals ik vaak doe bij leegverkoop, uit solidariteit met spullen die ineens waardeloos zijn verklaard. Ik maakte een praatje met de eigenaar, die zei dat er sprake was van moeilijke tijden voor zijn handel.

De meeste spullen, wapens en drugs daargelaten, zijn onschuldig. Niettemin worden ze soms slachtoffer van een veranderende tijd, een ander cultureel klimaat, met nieuwe voorkeursobjecten, terwijl oude spullen hebben afgedaan of iets verkeerds zijn gaan symboliseren. Het is niet moeilijk om het moment vast te stellen waarop dit de badjas is overkomen: het rampjaar 2017.

Maar laten we eerst stilstaan bij wat de badjas is: een ruime, van badstof (of flanel, velours, zijde of katoen) gemaakte jas met ceintuur, die doorgaans slechts op twee momenten van de dag gedragen wordt, in de ochtend en de avond. „Badjassen zijn tussen-kledingstukken”, schreef de Amerikaanse emeritus hoogleraar populaire cultuur Arthur Asa Berger in een paper in 1990, achteraf de gouden tijd van de badjas. Die werd volgens kenners bij het grote publiek geïntroduceerd in de Amerikaanse sitcom Day by Day (1988-1989). „Badjassen markeren een stadium tussen slaapkleding (pyjama’s etc.) en werkkleding (pakken, jurken, etc.)”, aldus Berger. „Het is de functie van de badjas om de overgang te markeren van het stadium van slaap en gemak naar de wereld van de verantwoordelijkheid.”

Berger waagt zich vervolgens aan de gewichtigste maar ook scherpste uitleg die ik ben tegengekomen: „Nadat we onszelf hebben gedoucht en gereinigd, beschermt de badjas ons, en ‘consolideert’ hij onze zojuist bereikte staat van Genade. Hij brengt ons psychologisch terug naar de dagen van de vroege Christenen… […] en de staat van Genade waarin we verkeerden voordat we zondigden.”

Van pauper tot president

De badjas als symbool voor een tussenfase die we allemaal kennen, van pauper tot president. Een fase waarin het lichaam nog even verhuld wordt, en voorzien van een badstof-laagje aan beschaving. De beroemdste dragers zijn vermoedelijk maffiabaas Tony Soprano (James Gandolfini), die een badjas aan heeft als hij zijn krantje van de oprit pakt en even huisvader/buurman is in plaats van maffioso, en The Dude (Jeff Bridges) uit The Big Lebowski, die zijn badjas het liefst helemaal niet uitdoet. Die houding illustreert de stagnatie van The Dude; hij zit permanent vast in een tussenfase en heeft zijn eigen vorm van Genade gevonden.

En toen kwam het rampjaar 2017, het jaar dat bekend werd dat filmmogol Harvey Weinstein stelselmatig vrouwen misbruikte en de #MeToo-beweging op gang kwam. In de talrijke beschrijvingen van de avonden waarop Weinstein vrouwen naar zijn hotelsuite liet komen, komt dat ene kledingstuk steevast terug: de badjas die hij droeg als hij de deur opendeed.

Weinstein verraadde alles waar de badjas tot dat moment voor had gestaan. In zijn geval werd die niet gebruikt om te verhullen, maar om te onthullen: hij kon in één simpele beweging zijn ceintuur losgooien en zijn naakte lichaam tonen. In zijn geval bracht de badjas geen staat van Genade in herinnering, maar markeerde hij juist de naderende Zonde. Het gouden beeld van Weinstein dat street artist Plastic Jesus in 2018 in Los Angeles maakte, droeg een gouden badjas. Weinstein en zijn badjas, ze waren onafscheidelijk. De badjas was medeplichtig verklaard. Het was een corpus delicti geworden, zoals journalist Arno Frank samenvatte in zijn essay Red de badjas!, in 2018 gepubliceerd in Die Zeit. „Harvey Weinstein droeg hem, de badjas”, schreef Frank, „Dieter Wedel (een beroemde filmregisseur beschuldigd van seksueel overschrijdend gedrag en zelfs verkrachting, DHvV) deed dat ook, net als Donald Trump. Daarom is de badjas berucht geworden.” Onterecht, vond Frank. „Dit stuk stof is een prestatie geweest op het gebied van beschaving.” Sierlijk, gerieflijk, egalitair. Cary Grant droeg er één, Thomas Mann liet zich er in fotograferen. Frank hoopte op een wederopstanding van de badjas, maar vreesde het ergste.

Ik rekende een degelijke badjas af, de winkelier bedankte me weemoedig.

Lees verder…….