Dansen als een botsende ijsschots: Julidans toont een wereld in beweging

Recensie


Theater

Julidans Veel actuele thema’s komen langs op Julidans, waar veel dansmakers in uiteenlopende stijlen hun verlangen vorm geven naar nieuwe manieren van samenleven.

‘Mountains’, onderdeel van ‘On Earth I’m Done’ van Jefta van Dinther: een hoogtepunt op Julidans.
‘Mountains’, onderdeel van ‘On Earth I’m Done’ van Jefta van Dinther: een hoogtepunt op Julidans.

Urban Jörén

Nog even en het zit erop, het festival Julidans, met veel voorstellingen waarvan sommige net voor of tijdens de coronacrisis zijn gemaakt. Dit jaar was als het ware een inhaalslag voor makers en festival, wat resulteerde in twee propvolle weken, met bijna 40 producties, bijna 70 voorstellingen op veertien locaties. Een tikje veel misschien, maar dat mag ook wel weer eens.

Behalve een inventarisatie van de stand van de internationale hedendaagse, in het algemeen meer theatraal georiënteerde dans, ook een soort actualiteitenrubriek. Zo ongeveer alle urgente, actuele thema’s komen in een brede waaier van vormen en stijlen langs, met als een van de belangrijkste de zorg om het klimaat en de aarde. Maar ook (nieuw) feminisme, gender, dekolonisatie, migratie, nieuwe rituelen, hyperconsumentisme en andere zaken worden niet geschuwd.

Het festival schetst een wereld in beweging en wordt getekend door een soort verlangen naar nieuwe manieren van samenleven, met elkaar en met de planeet.

Antarctisch ijsplateau

Beweging in de meest letterlijke zin soms: in de openingsvoorstelling Larsen C verwijst Christos Papadopoulos naar de gestage afbrokkeling van het losgeraakte antarctische ijsplateau Larsen C. Met prachtige lichteffecten, rook en dansers die als een deinende massa bewegen en soms als ijsschotsen botsen, creëert Papadopoulos abstracte, beklemmende beelden. Lange tijd krijgen we ‘het hele plaatje’ niet te zien, meestal zijn het delen van lichamen die uit het duister opduiken. Je zou bijna vergeten dat de onderliggende gedachte minder fraai is.

Allesbehalve abstract is daarentegen Ginkgo van Nicole Beutler; een soort prekerig vormingstheater met een berg afval (onvermijdelijk: het supermarktkarretje), weinig dans en een thereminspelende ‘engel’ die alles nog eens uitlegt. Beutler is bekend geworden als bedenkster van intelligente concepten, maar hier tuimelt ze terug naar niveau (dure!) schoolvoorstelling.

Re:INCARNATION van Qudus Onikeku / The QDance Company Blandine Soulage

Hoogtepunt festival: ‘Mountains’

Een van de voorstellingen waarin het verlangen naar een nieuwe wereld het sterkst is vorm gegeven, en daardoor van een enorme zeggingskracht, is On earth I’m done van de Zweeds-Nederlandse Jefta van Dinther. Hij keert sinds een paar jaar regelmatig terug op Julidans en maakte onder andere met het beklemmende, hallucinante duet Dark Field Analysis (2018) diepe indruk. Met name het eerste deel van dit tweeluik, de 75 minuten durende solo Mountains, is een hoogtepunt in het festival.

In een gestage, compromisloze opbouw doorlopen de fantastische Marco da Silva Ferreira én het even eenvoudige als sublieme toneelbeeld parallel een transformatie; de mens die zich door een veranderende wereld overweldigd voelt, de wereld die juist voortdurend in verandering is. Die wereld wordt gesymboliseerd door de meterslange strook stof die de toneelvloer bedekt, en langzaam, in een uur en een kwartier de nok in wordt getrokken, telkens nieuwe landschappen creërend. Ferreira meet zich met die natuurkracht, maar moet zich uiteindelijk voegen.

Deel twee van On earth I’m done, het groepswerk Islands, toont een post-apocalyptische wereld, waarin structuren nog niet vaststaan. De ontwikkelingsrichting van de mensheid die Van Dinther hier schetst, is enerzijds geruststellend, want eensgezind, maar de consequentie is minder vrolijk stemmend: een robotachtige, wezenloze menigte.

Enorm opwekkend

Juist enorm opwekkend is Re:Incarnation van Qudus Onikeku, die ook in Amsterdam het publiek uit de stoelen kreeg met zijn dynamische vermenging van Yoruba-traditie en de hedendaagse danscultuur van Lagos met zijn enorme jongerenpopulatie. En dat oude rituelen, sjamanisme en spiritualiteit in de krochten van het autoritaire Singapore moeiteloos samengaan met queerness en voguing (moderne house dance), laat documentair theatermaker Choy Ka Fai zien in het verrassende Yishun is burning.

Yishun is Burning van Tanzplattform 2022, Choy Ka Fai Dajana Lothert

De titel is uiteraard een knipoog naar de befaamde documentaire Paris is burning (1990), over gays en transgenders in de ball scene van New York. De Singaporese voorstad Yishun, kan zich wat kakelbonte trancecultuur meten met die stad, blijkt uit de verbazingwekkende documentaire beelden, die worden doorsneden door live dans van vogue-ster Amazing Sun en een live videoverbinding met Singapore.

Er wordt ook ‘gewoon’ gedanst

Binnen Julidans voelt het bijna raar, maar ja, het kómt voor: er wordt ook, min of meer, ‘gewoon’ gedanst. Door David Raymond en Tiffany Tregarthen bijvoorbeeld, waar de toeschouwer bij het Nederlands Dans Theater zou kunnen wanen, maar minder spannend. Ook Louise Lecavalier (63) danst, nog altijd. Ze heeft haar peroxideblonde manen uit de tijd van La La La Human Steps in ere hersteld en het is ongelooflijk hoe zij haar lichaam beheerst, met romp die wel van gewapend beton moet zijn. Met precisie portretteert ze verschillende staten van het danslichaam: vloeibaar, gecontroleerd, meditatief en obsessief, waarbij soms nog is te zien hoeveel van háár danstaal destijds in het materiaal van haar voormalige werkgever Édouard Lock is opgenomen. Maar het is vooral haar fysieke presentatie, niet zozeer de choreografie die bewondering inboezemt.

En zo gaat het op en neer in Julidans, en zo hoort het ook. Festivallievelingen kunnen teleurstellen (Florentina Holzinger, Hooman Sharifi, Beutler) terwijl onbekende makers de show stelen (Onikeku, Fai), wat voor de hedendaagse dans een teken van goede gezondheid is. Nu de wereld nog.

Lees verder…….