Creatief met deeg: Belgisch mime-duo maakt er een losgeslagen bende van

Recensie


Theater

Fysiek theater In ‘Deeg’ onderzoeken de Vlaamse theatermakers Peter Vandemeulebroecke en Jef Van gestel wat je allemaal met deeg kan uitspoken. Hun anarchistische aanpak levert bij vlagen visuele poëzie op.

Jef Van gestel en Peter Vandemeulebroecke in hun voorstelling ‘Deeg’,
Jef Van gestel en Peter Vandemeulebroecke in hun voorstelling ‘Deeg’,

Foto Clara Hermans

Wat kun je allemaal met deeg, is de vraag die de Vlamingen Peter Vandemeulebroecke en Jef Van gestel (de kleine) stellen in hun performance Deeg. Hun speelse materiaalonderzoek in deze bijna woordeloze voorstelling begint bij de basis, meel, dat ze in hun mond tot balletjes kauwen, daarbij vrolijk meelwolkjes uitpuffend. Dat het er vies en ongemakkelijk uitziet, is nog maar de opmaat naar meer, tijdens hun lichamelijke beproevingen.

In een grote bak malen ze met een mixer een vuistdikke, elastische lap deeg van een paar meter. Elk gooien ze een stuk over hun hoofd, daarmee transformerend in sprookjesmonsters, faunen of aliens – wat je er ook in wil zien.

Terwijl het elastische deeg traag afdruipt, worden ze steeds meer zichtbaar, de tong breekt door, de kruin. Waarna ze het deeg terugduwen. Deeg scheurt snel, maar laat zich ook weer vlot samenbrengen. Het gaat zijn eigen gang: dat houdt in deze voorstelling het beeld boeiend.

Vandemeulebroecke en Van gestel proberen geen lijn aan te brengen in wat ze doen. Het een volgt onbekommerd op het andere. Hoog in de lucht wordt een takkenbos opgehangen, die met verstuivend meel en met een spot uitgelicht opnieuw een mooi plaatje oplevert. Waarna ze in de hoek een zakje meel op hun hoofd leegstorten en daarmee balanceren, elkaar afleidend.

Spannende eindfase

Bij vlagen zijn hun absurde exercities geestig, maar het tempo ligt laag. In het middendeel wreekt het gebrek aan creativiteit zich, bij handelingen die meer van hetzelfde zijn en geen nieuwe toepassingen van het materiaal blootleggen.

De spannende eindfase vergoedt dat enigszins. De industriële, ritmische soundscape dringt zich meer op, met zware, dreigende tonen. Er wordt eerst nog vrolijk gedanst met hoofddoeken van deeg, maar vervolgens maken ze er baby’s van, in wie je onbekommerd je neus kan steken en die je gerust kan laten vallen.

Drie kleuren verf worden ingezet om maskers van deeg te maken. Origineel is het niet, maar de twee, inmiddels alleen nog in ondergoed, maken er een losgeslagen bende van, rollend over de grond en over elkaar. Met de lijven vol verf, meel en deeg poseren ze in militante, triomfantelijke tableaux vivants, fraai uitgelicht, in een bad van unheimische klanken.

Voor hun vorige voorstelling, Kadrage, werden Vandemeulebroecke en Van gestel genomineerd voor de VSCD mime/performance prijs 2022, waarbij de jury hun „eindeloze fantasie” prees. In Deeg is die fantasie minder zichtbaar. Zelf zeggen ze te opereren „op het snijvlak van beeldende kunst, performance en fysiek theater” en die aanpak levert ook in Deeg momenten van visuele poëzie op. Maar voor een voorstelling van 75 minuten heeft het materiaal te weinig inspiratie opgeleverd.


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater

Lees verder…….