Corona lijkt alweer ver weg. Heeft de pandemie de wereld eigenlijk veranderd?

Essay | De littekens van corona Zo hevig als corona was, zo ver is het nu uit beeld. Waar staan we, 6,6 miljoen doden later?

Amsterdam, eind maart 2020, toen corona nog ludiek was. In Nederland dan.
Amsterdam, eind maart 2020, toen corona nog ludiek was. In Nederland dan.

Foto’s Olivier Middendorp

Alleen een pandemie kon het winkelwagentje bevrijden. Deze zomer meldden twee grote Nederlandse supermarktketens dat er nooit meer een muntje in hun boodschappenkarretjes hoeft. Midden jaren tachtig voerden ze die borg van één gulden in tegen diefstal van de wagentjes. In de strijd tegen het virus SARS-CoV-19 stopten ze ermee, in het voorjaar van 2020.

Ruim twee jaar later – het coronavirus ging in Nederland amper nog rond – werd de afschaffing permanent. Het ging „eigenlijk ook wel goed zónder muntjes”, zei een woordvoerder van Albert Heijn op de NOS-radio. „Er verdwenen niet meer of minder wagentjes.” Nog een argument voor de grootgrutters: het bespaart jaarlijks duizend kilo’s aan plastic muntjes die winkels uitdeelden aan klanten.

Achteraf gezien had afschaffing dus ook best eerder gekund. Maar pas dankzij een pandemie daalde dit inzicht in.

Is dat dan het enige? De verwachtingen over het ‘post-corona-tijdperk’ waren bij het begin van de pandemie hooggespannen. Zeker bij burgers in westerse landen, waar de lockdowns (soms) streng waren, maar de overheid ook met vele miljarden euro’s, dollars en ponden bijsprong. Als we dit virus konden verslaan, dan ging de wereld daarna andere grote crises – van klimaatverandering tot ongelijkheid – net zo voortvarend aanpakken. Klopt dat ook? Wat heeft de coronatijd ons, naast iets frictielozer boodschappen doen, uiteindelijk opgeleverd?

Geen grote gelijkmaker

Die wittebroodsweken liepen over van saamhorigheid. Het Nederlands werd verrijkt met woorden als balkonbezoek, beeldborrel en buitenschaamte. Er waren realisten die meteen cynisch voorspelden dat ‘corona’ geen trendbreuk zou blijken en dat het virus vooral bestaande trends zou versnellen en versterken. Maar optimisme over het ‘post-covidium’ overheerste.

NRC begon al in april 2020 de interviewserie ‘De wereld na corona’. Bij elk vraaggesprek met een expert stond weliswaar een disclaimer („niet bedoeld om de toekomst te voorspellen”), maar de serie beoogde evengoed te verkennen hoe de crisis kon worden aangewend „om de samenleving te veranderen”.

De hoop op fundamentele verandering leefde breed onder westerlingen. In een omvangrijke enquête – 14 duizend respondenten – die de internationale anti-polarisatie-club More in Common begin zomer 2020 hield in vijf grote Europese landen, de VS en Nederland, onderschreven ruime meerderheden de stelling dat „de covid-crisis ons eraan herinnert dat we als mensen, ongeacht onze herkomst, in de kern allemaal hetzelfde zijn”. Mensen zeiden te hopen dat hun regering na de pandemie prioriteit zou geven aan klimaatverandering en milieu, zorg en werkgelegenheid.

Corona bleek al snel niet de grote gelijkmaker, maar vergrootte bestaande verschillen juist uit. Rijkere of hoogopgeleide mensen ontdekten in hun ruime woningen hoe fijn thuiswerken kan zijn. Mensen met lager betaalde banen moesten juist vaker blijven forensen. Om nog niet te spreken van de talloze mensen die hun dagelijkse kostje in de informele economie bijeensprokkelen en dit nu temidden van lockdowns moesten doen.

Binnen landen, maar ook tússen landen groeide de kloof. Het pijnlijkst werd dit duidelijk met de komst van de vaccins. Westerse landen, die de ontwikkeling ervan hadden gefinancierd en gestimuleerd, kaapten de eerste prikken voor zichzelf. Een mondiaal initiatief om vaccins te delen – al was het maar uit eigenbelang – mislukte grotendeels.

Een uitgestorven Dam in Amsterdam, voorjaar 2020. Foto Olivier Middendorp

Uit een tweede grote enquête van More in Common, anderhalf jaar later, eind 2021, bleek het sentiment onder westerlingen dan ook volledig te zijn omgeslagen. Mensen voelden zich uitgeput, gefrustreerd en verdeeld. Eensgezindheid had plaatsgemaakt voor polarisatie rond vaccins en coronamaatregelen. Het was „ieder voor zich”.

Ook waren mensen „apathisch” en durfden ze na een kluwen van lockdowns en maatregelen niet langer ver vooruit te kijken. Ze wilden hun leven niet zozeer beter maken, maar vooral terug naar „het oude normaal”. Er ontstond zelfs heimwee naar de eerste, nog eendrachtige lockdown (klappen voor de zorgwerkers, voor de buren mondkapjes naaien).

Nóg een jaar later is corona in de meeste landen goeddeels uit het dagelijks leven en gesprek verdwenen. De Omikron-variant van het virus bleek de ‘verlossende’ te zijn: veel besmettelijker, maar ook minder ziekmakend. Op een laatste piekgolf surften veel landen, grotendeels gevaccineerd inmiddels, de pandemie uit. Dat in maart 2022 in Nederland de kroegen nog om tien uur ’s avonds dicht moesten, lijkt in de collectieve beleving al véél langer geleden. Aan omkijken blijkt weinig behoefte – óók omdat Europa in februari een oorlog werd ingezogen.

Is het muntloze winkelwagentje daarmee een van de weinige tastbare verbeteringen? Wie de dagelijkse verkeersberichten hoort, zou denken van wel. Deels thuiswerken is in sommige beroepsgroepen de norm geworden, maar de rest van Nederland staat massaler in de file en zit in vollere forensentreinen dan voor de pandemie. Begin 2020 kwam (internationaal) reizen abrupt tot stilstand, maar in bijvoorbeeld de VS werd het afgelopen Thanksgiving-weekend alweer meer gevlogen dan in dat van 2019.

Toch zullen weinigen zeggen dat de wereld helemaal is teruggekeerd naar het ‘oude normaal’. Er zijn officieel wereldwijd ruim 6,6 miljoen doden te betreuren en er zijn vele miljoenen die kampen met long covid. En de pandemie heeft vele andere littekens achtergelaten. Van leerachterstanden bij kinderen en psychische problemen bij vooral jongvolwassenen tot aangezwollen schuldenbergen, weggevaagde sectoren en bedrijven, en een mondiale vertrouwenscrisis tussen burger en overheid.


Lees ook deze reportage over toegenomen tienerzwangerschappen in El Salvador

Politici en kwakzalvers

Toen de wetenschap over corona nog zeer tekortschoot, werden meteen zeer stellige standpunten ingenomen. Zo beschreef journaliste Emily Oster in het progressief-liberale Amerikaanse blad The Atlantic onlangs een incident uit april 2020. Ze maakte met haar gezin een wandeltocht, uiteraard met mondkapje op – ook bij haar zoontje van toen vier jaar. „Toen een meisje te dichtbij kwam op een brug schreeuwde hij: ‘SOCIAL DISTANCING’!”

De voorzorgsmaatregelen die we tijdens die wandeling troffen, waren achteraf bezien zwaar overtrokken, schrijft Oster. De toenmalige coronavariant verspreidde zich amper in de buitenlucht en zeker niet bij zulk vluchtig contact. Hun geïmproviseerde stoffen mondkapjes hielden bovendien amper virusdeeltjes tegen. „Waar het om gaat is: we wisten het niet.”

Zoals in elke pandemie waren er politici, predikers, handelaren en kwakzalvers die van de crisis probeerden te profiteren door desinformatie te verspreiden. Uniek was dat zulke zwendel voor het eerst via internet verliep. Van het promoten van ivermectine, hydroxychloroquine en xenofobie (Kung Flu) tot ‘angertainment’, vermaakswoede. Want woede over het handelen van de ander was er genoeg. Opzichtig deugende mensen die – ook na twee prikken – buiten nog twee mondkapjes over elkaar droegen, kwamen tegenover ‘covidioten’ te staan, die zich „niet lieten muilkorven” en vaccins boos of wantrouwig afsloegen. Een gematigder meerderheid stond er tussen.

Zoals in elke pandemie waren er politici, predikers, handelaren en kwakzalvers die van de crisis probeerden te profiteren door desinformatie te verspreiden

Nu het virus in de meeste landen uitgedoofd lijkt, moeten we vooruitkijken, meent Oster. Alle negatieve energie die maatregelen en het debat erover hebben losgemaakt, noopt tot een pandemie-amnestie, bepleit ze. „Het gezegde wil dat wie niks leert van de geschiedenis, gedoemd is haar te herhalen. Maar blijven zwelgen in historische fouten kan ons ook in doemcirkeltjes laten ronddolen.”

Lessentrekken

Wereldwijd schipperden regeringen tussen het beschermen van enerzijds de volksgezondheid en anderzijds de economie. Tussen een Grote Depressie of code zwart in de ziekenhuizen. In hun beleid konden ze streven naar een onverbiddelijk ‘zero-covid’, wat aanvankelijk werkte in zowel een democratie (en eiland) als Nieuw-Zeeland, als in een afgegrendelde dictatuur als China. Of voor de ‘laissez-faire’-aanpak die Zweden en trumpistisch Amerika al snel aanhingen. En voor alles daartussenin.

Net als de meeste mensen lijken ook politici niet meteen erg genegen hun eigen handelen in coronatijd nu nog uitgebreid te recenseren. Het zijn vooral parlementen en toezichthouders die in enquêtes en rapporteren de balans opmaken.

In Nederland bekeek de Onderzoeksraad voor Veiligheid voor zijn tweede evaluatierapport van de corona-aanpak de periode tussen herfst 2020 en zomer 2021. Er kwam toen (alsnog) een openbare mondkapjesplicht, de scholen gingen (weer) dicht en er kwam (voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog) een avondklok. Of dat forse staatsingrijpen in het privéleven van burgers enig effect had op de virusverspreiding, is door het kabinet tot op heden niet geëvalueerd, gispt het rapport. Dit terwijl duidelijk is dat vooral de avondklok, die meermaals werd verlengd en ruim drie maanden van kracht zou zijn, veel negatieve sociaal-maatschappelijke effecten had. Meer seksueel misbruik van jongeren, meer huiselijk geweld, meer eenzaamheid. Vooral jongvolwassenen, mensen met een migratieachtergrond of een laag opleidingsniveau, en zelfstandigen leden onder de maatregelen, meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau al in de lente van 2021.

Het Italiaanse Bergamo telt zijn doden. Afzettingen, looprichtingen en bordjes houden Diergaarde Blijdorp coronaproof, zo wordt gehoopt. Keukengereiconcert op een Turijns balkon tijdens lockdown op 13 maart 2020
Foto’s Andrea Fasani/EPA, Walter Herfst, Nicolò Campo/ LightRocket via Getty Images

In meer landen ging het publieke debat vooral over fysieke gezondheid versus economie, terwijl een derde variabele (mentaal welzijn) minstens zo belangrijk was. En het is daarbij onduidelijk of meer strengheid veel verschil maakte, leert een statistische studie die dit jaar verscheen. De auteurs zetten hierin het aantal dagelijkse coronadoden in 110 landen tussen januari 2020 en december 2021 af tegen een ‘strengheidsindex’ van de geldende maatregelen op die dag. Of een land nu rijk of arm was en de maatregelen streng of laks, soms werd er veel, soms werd er weinig gestorven. Soms werden maatregelen te laat aangescherpt, soms te vroeg versoepeld.

Dit betekent niet dat de wereld een struisvogelkoers als Nicaragua of Tanzania had moeten kiezen, waar presidenten het virus simpelweg ontkenden. Een aanpak was wel nodig: zodra in een land de zorg werd overspoeld, pakte het virus snel dodelijker uit, wijst dezelfde studie uit. En wat sowieso nooit kwaad kan: veel testen en snel vaccineren.

Maar wat verder precies de juiste aanpak was, blijft volgens de studie moeilijk te bepalen, omdat „het lastig is wereldwijd landen te vergelijken”. Beleid kan wel worden uitgevaardigd, maar uiteindelijk gaat het erom of de adviezen worden opgevolgd. Iemand kan in een corona-dictatuur wonen en zich toch heel onverantwoordelijk gedragen, of in een ‘open land’ wonen en zich als een kluizenaar afschermen van het virus.

Lagere weerstand

Terugblikken kan helpen om betere besluiten te nemen in de volgende pandemie. Zo moeten miljoenen liters ontsmettingsmiddelen verbruikt zijn, maar weten we al een tijd dat er heel weinig besmettingen plaatsvinden via oppervlakten. En al dat eindeloos poetsen en handen wassen heeft ook de weerstand verlaagd tegen andere infectieziektes, merken we deze winter. Vanuit epidemiologisch oogpunt hadden supermarkten dus ook prima een muntje borg kunnen blijven vragen. Afschaffing ervan kan, achteraf gezien, een juist besluit (minder plastic, meer gemak) zijn om de verkeerde reden. Of een verkeerd besluit (minder weerstand in volgende winters) om de goede reden.

Al dat eindeloos poetsen en handen wassen heeft ook de weerstand verlaagd tegen andere infectieziektes, merken we deze winter

Terugblikken kan ook – cruciaal – vertrouwen tussen overheid en burger herstellen. In het Amerikaanse tijdschrift Foreign Affairs constateerden drie gezondheidsexperts in oktober 2020 dat maatregelen noch pandemiebereidheid in het eerste halfjaar doorslaggevend waren gebleken. Volgens hen was vooral vertrouwen cruciaal. High trust societies, met meer burgerlijk vertrouwen in de autoriteiten, bleken beter in virusbestrijding: overheidsrichtlijnen worden er trouwer opgevolgd. Statistisch bewijs voor die stelling tekende zich het duidelijkst af in China (strenge aanpak, hoog vertrouwen, amper doden) en Peru (strenge aanpak, laag vertrouwen, heel veel doden).

Overheidscommunicatie had in high trust societies, zeker aan het begin van de pandemie, duidelijk effect, leert anekdotisch bewijs – effect dat maar net afhing van de aard van de nationale verordeningen, zo bleek bij het buffet in een Grieks vakantieresort in de zomer van 2020. De Duitse gasten droegen zonder klagen chirurgische of zelfs FFP-2-maskertjes, en de Nederlanders – die van hún nationale virus-expert maandenlang te horen hadden gekregen dat de kapjes slechts ‘schijnveiligheid’ boden, droegen hun huisgenaaide stoffen mondlapjes met morren en smokkelen.

Niemand ‘versloeg’ het virus

Meer lessen trekken zou ook gerechtvaardigd zijn na de hoogoplopende debatten die nationaal en internationaal werden gevoerd tijdens de eerste besmettingsgolven. In de pers, op Twitter en aan de talkshowtafels werd door al dan niet professionele experts eindeloos bediscussieerd welk ‘model’ het beste zou zijn. Ook onder medische leken kon het ineens over incubatietijd, R-getal en groepsimmuniteit gaan.

De westerse mentaliteit van ieder-voor-zich en de economie-boven-alles werd in deze discussies vaak negatief vergeleken met het zogenoemde Aziatische model. Waar mondkapjes in menig westers land inzet werden van een versplinterende cultuurstrijd, droeg men ze in het verre oosten zonder klagen – zoals men daar ook al jaren gewend is. Dat in China die solidariteit werd opgelegd door een orwelliaanse politiestaat, bleef vaak onbenoemd.

Uit de uiteenlopende nationale besmettingscurves werden vaak vérstrekkende, niet zelden nogal moraliserende, conclusies getrokken. Toen rechts-populistische leiders in Brazilië, het Verenigd Koninkrijk en de VS in de zomer van 2020 als eersten een strenge virus-aanpak staakten, duidde NRC hen als „slappe vaders”: „De populisten zullen duidelijk het virus niet verslaan, afwachten blijft of het virus met hen zal afrekenen.” Trump, Johnson en Bolsonaro zouden een voor een sneuvelen. Hun coronabeleid speelde daarbij zeker een rol. Maar: ook traditionelere leiders wisten nergens het virus ‘te verslaan’. De verspreiding vertraagde in de loop van 2022 dankzij groeps-immuniteit, die bereikt werd na veel besmettingen én vaccins.

Onverwacht eindspel

Drie jaar nadat het virus oversprong van dier op mens is nu alleen het land waar dit vermoedelijk gebeurde nog druk met het virus. Omikron brak de laatste maanden alsnog door Xi Jinpings zero-covid-muur. En net als de kiezers die Trump en Bolsonaro geen tweede termijn gunden, blijken ook Chinezen een op wetenschap gebaseerd beleid te verkiezen. De onvoorspelbare lockdowns leidden vorige maand tot zeldzame protesten.

Onder deze druk heeft Xi nu de strengste maatregelen losgelaten, waarmee de pandemie een even onverwacht als onvoorspelbaar eindspel ingaat. De eigen Chinese vaccins blijken minder goed te beschermen dan de westerse, en vooral oudere generaties hebben inenting geschuwd. Op een bevolking van 1,4 miljard mensen lopen nog miljoenen gevaar van sterven.

Wuhan, China, januari 2020. Verplegers bij een man die vlakbij een ziekenhuis op straat ineen zakte en overleed. Foto Hector Retamal

Een hoge besmettingsgolf in China zal onvermijdelijk nieuwe mutaties baren. En deze mogelijk riskantere varianten zullen – net als eind van 2019 – niet in China blijven, waarschuwen epidemiologen al. Alfa, Delta, Omikron en alle varianten gingen immer ook razendsnel de aardbol over, al versplinterde destijds de wereld, zat deze maanden op slot en remde de reeds vertragende globalisering verder af.

De wereld buiten China is nu zo druk met de oorlog, het klimaat, biodiversiteit en andere problemen dat men de littekens van de pandemie met tegenzin onder ogen komt. Maar al is de mensheid klaar met het virus, is het dat ook met ons?


Lees ook: ‘Chinese zorg kraakt onder coronagolf: ‘Wie geen koorts heeft, werkt gewoon door’


Lees verder…….