Column | Veel praten, weinig zeggen

Ik zat dinsdag met Eva Hoeke bij Khalid van Khalid & Sophie, ons theaterstuk over Wormer was de luchtige uitsmijter. Maar eerst moesten we samen met Patty Brard en rechter Frank Wieland nog door de verschrikkingen in Gaza heen. Een woordvoerder van Artsen Zonder Grenzen deed verslag van wat hij gehoord had van zijn collega’s ter plekke. Zijn verhaal, waarbij ik best een paar voorzichtige vragen zou kunnen hebben, werd ondersteund door een vrouw met familie in Gaza. Halfbroers en halfzussen, heel veel ooms en tantes, neefjes en nichtjes. En een vader die naar Nederland was geëmigreerd. Er was veel telefonisch contact met de familie, maar nooit genoeg. Er was altijd het besef dat er direct na het gesprek ook een bom kon vallen.

Er was inmiddels ook een dode neef, een jongen van negen, ze had hem door omstandigheden nog nooit ontmoet.

De stemming was zwaar.

Zeker nadat op haar verzoek de foto van de overledene op de grote schermen werd getoond. Ze wilde ons een gezicht meegeven.

We keken naar een slachtoffer van de oorlog, een jongetje van negen dat ik niet kende.

Hij had nu een gezicht.

Ik had er weer een gezicht bij gekregen.

Bom op apotheek – geen medicijnen – dood door schuld.

Er welden vragen op, maar ik voelde geen ruimte voor kanttekeningen. Het was uitzitten, naar elkaar kijken, naar de schoenen kijken, een tafel vol andere gesprekken wachtte tot we over zouden gaan tot de orde van de dag. „Hoe reageerde je vader toen je het hem vertelde?”, werd er gevraagd.

Hoe reageert een opa op het bericht dat zijn kleinkind is overleden? Alle opa’s reageren hetzelfde.

Wij waren zoals gezegd het luchtige item.

Na afloop werd geconstateerd dat we hadden geleverd.

De sfeer in de studio was er de eerste tien minuten nogal uitgeslagen, maar daarna waren we dan toch weer opgekrabbeld.

Ik at friet met zalm aan een tafel met ‘Artsen Zonder Grenzen’, hij was niet gekomen als hij een persoonlijk verhaal had moeten vertellen, maar had niet geweten dat ze het persoonlijke verhaal dan maar naast hem zouden zetten.

De verschrikkingen waren aangekaart, er was een bom op een apotheek gevallen, er waren een boek en een theaterprogramma gepromoot. Ik had veel gepraat en weinig durven zeggen.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.