Column | Supporters

Marcel van Roosmalen

Ik was voor een lezing over de reportage in het prachtige Veldhoven, een plaats onder de rook van Eindhoven, waar ik verder niets dan goede dingen over te melden heb. Enige nadeel: de ligging. Ik werd terug naar station Eindhoven gebracht door Piet en Ellie, die naar alle literaire avonden in theater De Schalm gaan. Bij het afscheid voor station Eindhoven CS zei Piet nog: „Wel opletten, PSV heeft vanavond gespeeld.”

Het was geen jongensdroom om tussen duizenden PSV-supporters op de laatste intercity naar het westen te staan wachten.

„Dat is die droge, dat is dat stuk beschuit”, hoorde ik ze over mij zeggen. Ik kreeg een blikje Hoegaarden Wit aangeboden. In de trein werd gezongen, het clublied van PSV en een lied waarin alle helden uit heden en verleden aan bod kwamen. PSV-supporters hebben iets eenzaams, zelfs als ze in een groep zijn.

„Wij zijn, denk ik dan, wat bescheidener”, zei een man in een loeigroot PSV-shirt tegenover me. „Wij schreeuwen het niet zo van de daken.”

Om ons heen werd geschreeuwd

Voorbij Den Bosch werd het rustiger. Er gingen voorzichtig al wat sweaters over de voetbalshirts, PSV-supporter ben je in een cirkel van dertig kilometer om Eindhoven, daarna wordt het gevaarlijk.

Achter me spraken drie dertigers over het machtige gevoel dat ze bekroop tijdens RKC Waalwijk – PSV, een week eerder. Het halve stadion was voor PSV. Er was een opstootje geweest toen acht RKC-supporters de hoofdtribune bestormden om wat PSV’ers ‘af te slaan’, maar die trokken zich schielings terug toen ze ontdekten hoeveel er daar voor PSV waren. Voor de lezers: RKC heeft een heel klein stadion.

Na Utrecht CS werd het stil. Ze waren nog met een man of tien. De jongen die kilometers eerder nog ‘boeren-boeren’ had gebruld zat nu stilletjes in een boek te lezen, The Maniac van Benjamin Labatut. Desgevraagd zei hij dat hij Peter Bosz een goede trainer vond, misschien iets ‘te westers’. Later wilde hij helemaal niet meer over voetbal praten. Op Amsterdam CS stapten de laatste PSV-supporters uit, ze hadden vaker met elkaar in de trein gezeten, maar hadden verder niets met elkaar.

Later dacht ik: ze gedroegen zich als spionnen in de Koude Oorlog, maar het kan ook zijn dat ik te veel afleveringen van The American achter elkaar heb gekeken.

Verder ben ik voor vrijheid van meningsuiting.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….