Column | Soms helpt een crisis je vooruit

In Europa

Als Europa een bumpersticker had, zou erop staan: ‘Als je niks verwacht, kan het ook nooit tegenvallen.’ Zo begint het verslag van Puls 2022, een periodieke peiling van verzekeraar Allianz naar de stemming onder 3.137 Italianen, Fransen en Duitsers. Bij alle thema’s die de respondenten werd voorgelegd – Covid, inflatie, de energiecrisis, de oorlog in Oekraïne, klimaatverandering, enzovoort – zagen de meesten het glas als halfleeg, niet halfvol. De kop van het verslag luidt: ‘Europeanen verenigd in pessimisme.’

Met gas- en stroomprijzen die exploderen, met Rusland dat de gaskraan verder dichtdraait (deze week ging Nordstream 1 ‘tijdelijk’ dicht en stopte Gazprom leveranties aan Frankrijk) en overheden die waarschuwen voor energierantsoenen, ís het ook moeilijk om optimistisch te blijven. Zoals altijd in crisistijd komen er in de media stoeten doemdenkers voorbij met onheilsscenario’s. Geen wonder dat veel burgers vrezen dat ze komende winter zonder stroom of verwarming komen te zitten. Toch moeten we de kop niet te veel laten hangen. Want als we deze crisis vergelijken met de oliecrisis in de jaren zeventig, is er best reden voor voorzichtig optimisme.

Zoals Europa nu afhankelijk is van goedkoop gas uit Rusland, waarmee weer goedkope stroom wordt gemaakt, zo was het vijftig jaar geleden afhankelijk van Arabische olie. Begin dit jaar kwam 40 procent van al het gas dat Europa verstookte uit Rusland. Onze afhankelijkheid van olie uit de Perzische Golf en Noord-Afrika was in 1972 nog groter: rond de 60 procent. En toen brak in oktober 1973 de Jom Kipoer-oorlog uit. Westerse landen steunden Israël. Arabische, olieproducerende landen hadden een formidabele stok om hen mee te slaan: olieleveranties. Ze verhoogden de prijs met 70 procent en verminderden maandelijks de productie met 5 procent. Landen die Israël direct steunden, zoals de VS en Nederland, kregen helemaal geen olie meer.

Hetzelfde doet president Poetin nu, maar dan met gas. Velen zagen het aankomen. Brussel waarschuwde de lidstaten dat Europa geopolitiek kwetsbaar was als zij geen andere energiebronnen aanboorden. Veel hoofdsteden sloegen het in de wind. Ook met plannen om een echte Europese energiemarkt op te zetten, zodat landen elkaar in nood kunnen helpen, en met plannen om stroomprijzen anders te berekenen, deden zij weinig. Rusland, redeneerden zij, was toch even afhankelijk van ons geld als wij van zijn gas? Nu neemt Poetin ons te grazen. En leren wij van hém, of all people, wat ‘strategische autonomie’ werkelijk betekent.

Net als in 1973 jagen Europese landen nu op alternatieven. Ze smijten met geld, wat energieprijzen verder opdreef. De inflatie is gigantisch, net als toen. Recessie dreigt. Sociale onrust dreigt.

Plotseling, deze week, daalden de energieprijzen weer. Want veel Europese landen, zelfs Duitsland, bleken hun reservoirs voor de winter aardig vol te hebben. Ook Europese plannen om profiteurs te belasten en eindelijk gas- en elektriciteitsprijzen te ontkoppelen, hadden enig dempend effect. Ook in 1973 bleven de olietekorten uit die paniekzaaiers hadden voorspeld. Shell bleek het embargo te hebben omzeild, door olie te kopen via derden. Gebeurt zoiets nu weer, via niet-westerse landen waar Poetin gas dumpt voor stuntprijsjes? Geen expert die daar nu antwoord op geeft.

Maar hier moeten de parallellen stoppen. Na de oliecrisis bekeerden de Europeanen zich namelijk tot gas, en we zien wat daarvan komt. Door de schok heeft Europa eindelijk diversificatie bovenaan de agenda gezet. Groene innovatie gaat in de versnelling. Ministers houden komende week spoedberaad over een beter functionerend Europees energiesysteem. Soms helpt een crisis je pas echt vooruit.

De winter wordt moeilijk. We moeten dikke truien aan, rijkeren moeten zwakkeren steunen. Maar echte rampspoed zou ons weleens bespaard kunnen blijven. In die zin is het glas dan toch nog enigszins halfvol.

Caroline de Gruyter schrijft wekelijks over politiek en Europa.

Lees verder…….