Column | Slijm

Marcel van Roosmalen

Heeft Thierry Baudet gelijk? Zijn de reptielen onder ons? In Kruidvat in Wormer wel. Bij het afrekenen staren de wezens je er per ongeluk of expres dusdanig lang aan, dat ik denk dat die schedels op barsten staan en dat er dan ringslangen uit komen.

En dan? Niets, ja nederig het hoofd buigen en me neerleggen bij wat er dan gaat komen.

Ik kocht er nicotinepillen, paracetamol en een paar potten slijm; dat is kinderspeelgoed dat van zichzelf goor is. Het plakt, je kunt er je handen in steken. Lucie van Roosmalen (7) en Leah van Roosmalen (5) kunnen er uren mee spelen. Ze houden van lezen, maar dat kan niet in de schaduw staan van slijm. De vriendin gunt het ze wel, maar vindt het tegelijkertijd walgelijk dat ik hun liefde voor slijm ‘aanwakker’. Ik redeneer: het is maar één keer herfstvakantie en het werk gaat gewoon door en als ik ze tijdens mijn dienst rustig kan krijgen met slijm, dan doe ik dat.

Ze hadden al snel ruzie over slijm.

En daarna gingen ze slijm in wijnglazen doen.

Ik hoorde de vriendin en Frida van Roosmalen (1) thuiskomen, ik had mijn hand overspeeld door in een andere ruimte te gaan werken, het slijm zat overal.

Ik meldde me wijdbeens op het slagveld.

Generaal zonder gezag, dit was de laatste slijm ooit, slijm kwam er niet meer in.

En deze: „Leuk hoor slijm, maar jullie kunnen er niet mee omgaan!”

Moet slijm in de biobak?

Ik dacht van wel.

Ook daarover verschilden de meningen.

Ik was inmiddels in het Radiohuis op het Media Park, ik had er na het fabriceren van een mening een werkplek voor mezelf gecreëerd. Lucie van Roosmalen belde met de telefoon van haar moeder, ze was zelf verbaasd dat het lukte. Ze had zelf slijm gemaakt van scheerschuim, lijm en shampoo, in de wastafel.

Was dit stiekem of met toestemming?

Had het zin om hier iets van te vinden?

De verbinding was niet verbroken, de telefoon was ergens neergelegd of op de grond gevallen.

Er was een vriendinnetje bij betrokken, die brutale.

„Dit kan er ook nog in”, hoorde ik Lucie van Roosmalen zeggen. „Dat doet hij ’s morgens op zijn wangen.”

„Gadver, goor”, zei de brutale.

„Stop met slijm maken!”, riep ik.

Iemand van de redactie van het Radio 1 Journaal vroeg of het gesprek over slijm zachter kon.

„Ja sorry”, antwoordde ik, „een reptiel aan de lijn.”

Ze keken me alleen maar aan, ik voelde heus wel hoe niet leuk ik bezig was.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….