Column | Oscargala viert Hollywoods ‘great reset’

Een opmerkelijk filmjaar werd zondag in het Dolby-Theater afgesloten met een oldschool-Oscargala. Gastheer Jimmy Kimmel debiteerde solide tsjingboem-grappen, ingetogen ‘Beste Song’-vertolkingen bereikten een bombastisch crescendo toen ster van de avond Ryan Gosling in roze smoking ‘I‘m just Ken’ zong. Veteranen staken op het podium de loftrompet over de genomineerde acteurs en actrices in de zaal, Ryan Gosling en Emily Blunt kibbelden namens Barbie en Oppenheimer over de suprematie. Alsof we de uitslag niet al wisten: Oppenheimer won de Oscars, Barbie stal de show.

Waarom straalde dit 96ste Oscargala zoveel zelfvertrouwen en kalmte uit? De verkramping leek weg, de plagen die Hollywood teisterden voltooid verleden tijd: #OscarsSo-White, #MeToo. Dit gala opereerde voortvarend én ongehaast, leek niet amechtig bezig slinkende kijkcijfers te keren met geforceerde hipheid, lolbroekerij en vreugdeloze showbiz-nummers.

Was dat te danken aan het sterke filmaanbod? Hollywood kampt al jaren met het onvermogen kwaliteit en succes te combineren. De grote studio’s staken volgens het ‘blockbustermodel’ vrijwel hun hele budget in een handvol ‘veilige’ bulderfilms met superhelden, robots of dino’s. Kwaliteitsfilms met middelgroot budget vielen weg, dus kwamen vooral kleine en buitenlandse filmtitels die weinig Amerikanen zagen nog in aanmerking voor Oscarglorie. Films als Parasite, Nomadland, CODA.

In 2023 bleken de kaarten anders geschud. Het publiek was klaar met superhelden en stond onverwachts open voor een complex politiek epos als Oppenheimer of voor Barbie, een bundel feministische essays met dans, zang en bevlogen speeches. Disney, koning van de sequel, de remake en de blockbuster, was opeens de schlemiel van Hollywood, rivaal Universal de nieuwe kampioen met een ouderwets gevarieerd filmaanbod.

Er is meer aan de hand dan een viraal marketingfenomeen, meer dan ‘Barbenheimer’. Verandering hangt in de lucht en de coronapandemie zal achteraf ‘the great reset’ blijken te zijn. Anderhalf jaar thuis streamen van Netflix’ relatief exotische aanbod heeft de smaak verbreed, niemand keerde terug naar de bioscoop voor hetzelfde als voorheen. De Oscarzege van het knotsgekke én succesvolle Everything, Everywhere, All At Once bij de eerste post-pandemische Oscars van 2023 was al een indicatie. Het rare Barbie verdiende nog eens tien keer zoveel.

Bioscoopgangers snakken niet per se naar zingeving of educatie, maar wel naar iets nieuws. Vijfjarenplannen in Disneystijl kunnen de prullenbak in. Dat de studio’s vorig jaar na maandenlange stakingen van acteurs en schrijvers door de knieën gingen, droeg zondag ook bij aan de feestvreugde. Voetvolk dat je nooit op de titelrol ziet, kwam op het Oscargala opdraven voor een solidair applaus van de sterren, voordat ze naar hun portiersloge of limousine terugkeerden. Maar belangrijker is dat de studio’s ruw zijn ontwaakt uit hun droom van algoritmisch gestuurde blockbusters en beseffen dat ze de weg kwijt zijn. Dan mag het ‘talent’ in het Dolby Theater nieuwe routes verzinnen. Experiment wint het even van formule, mens van machine. Vrijheid! Al duurt dat zelden lang in Hollywood.

Coen van Zwol is filmrecensent.